onrechtmatig
gebruik
van gegarandeerde
betaalmiddelen
18
Het zou te mooi zijn indien alle door de banken en PCGD beschikbaar ge
stelde betaalmiddelen ook werkelijk zo gebruikt werden zoals de uitgeven
de instellingen zich dat voorgesteld hadden. Helaas constateren we echter
ook op dit terrein een onjuist gebruik, juridisch te kwalificeren als 'onrecht
matig' gebruik.
Dit misbruik van gegarandeerde betaalmiddelen door een ander dan de
rechthebbende (rekeninghouder) kan schade opleveren doordat de reke
ninghouder zijn rekening belast ziet door afschrijving van onrechtmatig uit
geschreven betaalmiddelen.
De volgende gevallen kunnen zich voor
doen (ik beperk me in het verdere ver
loop van dit artikel bewust tot de door
banken uitgegeven betaalmiddelen):
a de betaalpas (de Eurochequekaart
wordt hiermede gelijk gesteld) raakt uit
de macht van de rekeninghouder;
b één of meer cheques raken uit de
macht van de rekeninghouder;
c zowel de pas (legitimatiemiddel) als
de cheque raken uit de macht van de re
keninghouder.
Wie draagt de schade?
In principe is iedere rekeninghouder
aansprakelijk voor een zorgvuldig ge
bruik van alle door de bank aan hem ter
beschikking gestelde formulieren en be
scheiden (zie: Algemene Bankvoorwaar-
den). T.a.v. de betaalcheques wordt dit
nog eens nadrukkelijk gestipuleerd in de
'Handleiding voor het gebruik van be
taalcheques'. Vanuit deze principiële be
nadering zal alle schade voor rekening
van de rekeninghouder zijn. In de hier
boven onder a en b genoemde gevallen
zal de schade evenwel verhaald kunnen
worden op de begunstigde omdat deze
bij het aanvaarden van cheques zich niet
heeft kunnen overtuigen van de juist
heid en overeenstemming van naam, re
keningnummer en handtekening (en
kaartnummer bij een Eurochequekaart)
op pas en cheques. Daardoor kan geen
aanspraak gemaakt worden op de ga
rantie van de banken. Het ontbreken van
de garantie maakt de betaalcheque tot
een gewone betalingsopdracht waarvan
het risico dat er gebreken aan kleven
voor rekening van de begunstigde is.
Uiteindelijk hoeft de schade dus niet
voor de rekeninghouder te blijven.
Anders ligt de zaak bij een geval ge
noemd onder punt c. Het gelijktijdig
Mr. C. ten Donkelaar
kwijt raken van pas en cheques opent de
mogelijkheid dat bij inlevering van che
ques de begunstigde toch aanspraak
kan maken op de garantiebepaling, na
melijk in die gevallen waarbij de begun
stigde geen verwijt gemaakt kan wor
den, doordat b.v. niet geconstateerd kan
worden dat een handtekening vervalst
is.
De bank dient derhalve de betaalcheque
te honoreren en zal de rekeninghouder
belasten. Niet ten onrechte overigens,
want door de mogelijkheid te bieden dat
zowel pas als cheques tegelijkertijd in
andere onbevoegde handen raken, valt
niet te ontkennen dat de vereiste zorg
vuldigheid in meerdere of mindere mate
heeft ontbroken.
Soepele hantering
Eurocheques zeer goed
Overigens dient in alle bovengenoemde
gevallen het antwoord op de vraag 'Wie
draagt de schade' niet al te formeel te
worden opgevat. De Stichting Bevorde
ring Chequeverkeer kent namelijk een
fonds dat dient om door rekeninghou
ders geleden schade geheel of gedeelte
lijk te vergoeden. In veel gevallen wor
den bedragen uitgekeerd variërend van
60 tot 100 van de schade, afhanke
lijk van de schuldvraag (zie ook InFor-
matie nr. 40 dd. 20-4-1977 blz. 6 e.v.).