een bericht
over
de landbouw
r*\
Zoals nu reeds een
reeks van jaren gebrui
kelijk is, geeft het
Landbouw Economisch
Instituut in het voorjaar
een overzicht van het
afgelopen jaar en een
vooruitblik over het
geen gaat komen. Een
wetenschappelijke pu
blikatie waarvan de
schrijvers met beide
benen in de werkelijk
heid staan. Het Land
bouw Economisch Be
richt geeft dan ook vol
doende aanleiding om
het een en ander over
de meest recente ont
wikkelingen op te mer
ken.
In de publikatie van het Landbouw Economisch Insti
tuut wordt de ontwikkeling van de land- en tuinbouw
allereerst geplaatst in breder verband en vervolgens
wordt de economische en financiële ontwikkeling be
schreven.
De moeilijkheden waarmede de algemene economi
sche ontwikkeling heeft te kampen, vindt men maar ten
dele terug in de landbouw. Het Landbouw Economisch
Instituut merkt op dat door de economische teruggang
wel de mogelijkheden om de landbouw te verlaten ge
ringer zijn geworden en dat de toetreding tot de land
bouw tijdelijk is verhoogd. Hierdoor werd onder meer
de vraag naar landbouwgronden vergroot. Wat echter
de vraag naar landbouwprodukten betreft, deze is als
geheel niet beïnvloed door de conjunctuur, terwijl de
produktie veeleer onder invloed van weersomstandig-
In het Landbouw Economisch Bericht wordt beschre
ven wat zich in 1976 heeft voorgedaan en in dit opzicht
is het rapport een concurrent van de Memorie van Toe
lichting op de Landbouwbegroting. Deze laatste is im
mers voor een groot deel een rapportage van hetgeen
heeft plaatsgehad. Dit jaar zal bovendien het gedeelte
van de Memorie waarin de minister zijn beleid ont
vouwt wel ontbreken, aangezien de minister óf nog de
missionair is, óf als (nieuw) bewindsman in een pas ge
vormd kabinet te weinig tijd heeft gehad voor het ont
werpen van een beleid.
Drs. M. L. de Heer
r m
heden staat dan van algemene economische factoren.
Landbouw en inflatie
De ontwikkeling van de landbouwproduktie staat dus
op korte termijn los van de algemene economische ge
beurtenissen. In 1974 nam de agrarische produktie toe,
terwijl de algemene groei van het nationale produkt
minder werd; in het daaropvolgende jaar verminderde
zowel het nationale produkt als de landbouwproduktie,
terwijl in 1976 het nationale produkt weer toenam en
de agrarische produktie wederom verminderde.
Het Landbouw Economisch Bericht komt tot de conclu
sie dat de invloed van de landbouw op het algemene
prijsverloop op langere termijn als een afremmende
factor kan worden beschouwd. Tussen 1965 en 1976
steeg het prijspeil van de totale gezinsconsumptie met
gemiddeld 6,7 per jaar en de prijzen van de voeding
met gemiddeld 5,7 terwijl ten slotte de prijzen van de
agrarische producenten met 3,9 toenamen.
Deze cijfers bevestigen hetgeen men ook in andere be
schouwingen aantreft over de mogelijke inflatoire in
vloed van de landbouwprijzen. In The Economist' van
11 juni jl. wordt geconstateerd dat de landbouwprijzen
van de Europese Gemeenschap in de afgelopen drie
jaar met 8,2 zijn achtergebleven bij de toename van
het algemene prijspeil. De oorzaak hiervan is, volgens
het blad, dat de politieke invloed van de boeren op het
vasteland - ten lange leste - aan het verminderen is.
Ondanks deze cijfers krijgt de landbouw toch steeds
het verwijt de inflatie te bevorderen. In het Landbouw
Economisch Bericht wordt er op gewezen dat de prijzen
van een aantal land- en tuinbouwprodukten door de
wisselende weersomstandigheden sterk fluctueren en
dat de prijsstijgingen bij het publiek meer aandacht
trekken dan de perioden van lage prijzen. Hieraan kan
nog worden toegevoegd de gedachte dat de produktie
van voedingsmiddelen goedkoper zou kunnen zijn in
dien er maar gebruik wordt gemaakt van lage wereld
marktprijzen. De landbouw zal daarom nog wel vaak
ten onrechte verweten worden de inflatie te bevorde
ren.
Bredere kloof
Het Landbouw Economisch Bericht noemt de verwach
tingen voor inkomens in het komende jaar 'weinig