Het is dan ook niet overdreven om te
stellen dat de mengvoederindustrie èn
de daarachter liggende intensieve vee
houderij in de Westelijke wereld een
structurele rol speelt bij de regulatie van
de voedselvoorziening in de wereld. Wat
er zou gebeuren zonder deze buffer in
het systeem hebben we gezien op bij
voorbeeld de koffie-, cacao- of aardap-
pelmarkt in de laatste paar jaren. Daar
hebben enkele misoogsten onmiddellijk
tot gevolg stijging van de consumenten
prijzen tot 3 a 4 maal een normaal peil
en dat gedurende een lange periode.
Eenzelfde situatie in de graanmarkt
wordt vrij snel gecorrigeerd door de buf
ferfunctie van de mengvoederindustrie
annex intensieve veehouderij.
Nü is het juist dat beide elementen: toe
nemende graanvervanging in het meng
voeder én de bufferfunctie van de hele
bedrijfskolom bij schaarste van granen,
niet overal gelijkelijk in de hele weste
lijke wereld dezelfde bijdrage levert tot
de oplossing van de problematiek. In
West-Europa is vooral de toenemende
graanvervanging in mengvoer belangrijk
en in Noord-Amerika vooral de buffer
functie van de mengvoederindustrie.
(Graanvervanging in Nederland in de
laatste 20 jaar van 70% graan 30%
rest naar 20 graan 80 rest).
Het verschil in landbouwpolitiek beleid
op beide continenten is oorzaak van het
verschil in reactie van de industrie.
Voedsel beschikbaar, maar geen
koopkracht
Mag ik het ook nog eens zó zeggen. Bij
de huidige omvang van graanproduktie
en veredelingslandbouw in het westen
zorgen beide voor een evenwichtssitua-
tie die een optimale voedselvoorziening
voor heel de mensheid niets in de weg
legt.
Indien mensen honger lijden - en dit ge
beurt nog steeds op grote schaal - komt
dit door het niet beschikbaar stellen van
fondsen voor landbouwontwikkeling of
voedselhulp op voldoende schaal.
Want het graan is in voldoende omvang
aanwezig tegen redelijke prijzen om alle
mensen een redelijk rantsoen te bezor
gen, mede dank zij de bufferfunctie van
de mengvoederindustrie.
Wat ontbreekt is de koopkracht bij de
arme landen, niet de beschikbaarheid
op wereldniveau. Indien de veredelings
landbouw zou worden ingekrompen in
de huidige situatie zou dit een grote
landbouwcrisis veroorzaken met het on
vermijdelijke gevolg van inkrimping van
de graanproduktie op termijn. Ook de
arme landen zouden weer lijden. Im
mers, deze landen leveren grote hoe
veelheden - voor de mens niet of nau
welijks eetbare grondstoffen - aan onze
intensieve veehouderij.
Milieu: kritiek, maar ook lof en
grote vooruitgang
Andere zware punten van kritiek die op
uw bedrijfskolom worden afgevuurd ko
men uit de hoek van de milieu-hygiëne.
U zult deze kritiek m.i. serieus moeten
nemen en betrekken in uw activiteiten.
Want uw positie kan op dit punt naar
mijn mening aanzienlijk worden ver
sterkt. En dan wil ik beginnen met erop
te wijzen wat in het verleden door uw
industrie allemaal is verwezenlijkt.
Ik kan mij nog zeer goed herinneren dat
op het eind van de twintiger jaren kada
vers van koeien of paarden - om niet te
spreken van kleinere huisdieren - zon
der meer ergens op de boerderij moes
ten worden begraven, met alle bezwa
ren én gevaren voor het milieu vandien.
Geen liter meer in de sloot
Wat zien we nü? Dank zij de verwer
kingsmogelijkheden van de moderne
mengvoederindustrie is er een kleine,
maar bloeiende destructie-industrie van
de grond gekomen die deze kadavers én
de slachtafvallen verwerkt tot waarde
volle grondstoffen. De Staat hoeft hier
financieel nog alleen maar aan te pas te
komen om geld te halen en niet om sub
sidies te betalen Na de oorlog is iets der
gelijks gebeurd met de veren uit de
enorm gegroeide slachtpluimveeproduk-
tie.
Hoelang is het geleden dat de zuivel
fabrieken de wei in de sloten moesten
lozen omdat ze niet wisten wat ze er in
de zomer mee moesten beginnen? Dank
zij de constante en sterke vraag uit uw
industrie komt er nu, bij wijze van spre
ken, geen liter meer in de sloot en wor
den waardevolle grondstoffen terugge
wonnen op een structurele basis. Op dit
moment maakt de aardappelmeelindus-
trie in Nederland zich op om een defini
tief einde te maken aan de voortdurende
stankoverlast door de vrijkomende
aardappeleiwitten die men tot nu toe
nog niet kon terugwinnen.
Het betreft hier - bij de Nederlandse
aardappelmeelfabrieken alléén een
vervuilingsfactor met meer dan 20 mil
joen inwonersequivalenten, die ieder
jaar worden geloosd in de kanalen van
onze veenkoloniën. Honderden miljoe
nen guldens investeringen zullen hier
waarschijnlijk het begin inluiden van een
rendabele activiteit die grondstoffen le
vert aan de mengvoederindustrie, die ze
kan verwerken tot hoogwaardige eind-
produkten: een hoeveelheid eiwit over
eenkomend met de opbrengst die je
krijgt uit 40 000 ha sojabonen (een op
pervlakte zo groot als onze Noordoost
polder).
Waarom ga ik hier op in? Om u aan te
tonen dat u reeds een traditie hebt die
bewijst welk magnifiek mechanisme tot
verbetering van het milieu u beheert. Als
al deze activiteiten nü pas zouden zijn
uitgevonden dan zoudt u ongetwijfeld in
de Kamer door de minister van Mi
lieu-hygiëne als voorbeeld worden ge
steld en misschien niet mengvoederin
dustrie worden genoemd, maar wél Re-
cycling-industrie.
Ik ben van mening dat er ook technolo
gische én economische oplossingen
mede door u kunnen worden aangedra
gen voor andere bestaande problemen,
zoals het overschot aan mest in som
mige streken van Europa, evenals dit nu
reeds wordt verwezenlijkt voor de stank
overlast. Er zijn nog zulke grote gebie
den in dit werelddeel met een tekort aan
natuurlijke mest dat het een schande is
dat vraag en aanbod hier nog niet wordt
overbrugd.
Het creëren van vraag en aanbod over
de grenzen heen, in plaats dat ieder land
eigen oplossingen zoekt, zou reeds een
bijdrage tot een definitieve oplossing
geven.
Het zou mij te ver voeren hier bij de offi
ciële opening van een Vakbeurs in te
gaan op alle vormen van maatschappij
kritiek, die regelmatig over u heen ko
men. Ethische bezwaren tegen bepaalde
produktiemethoden bijvoorbeeld heb ik
niet eens genoemd. Wat ik heb willen
doen is een bijdrage leveren tot de
openbare discussie over deze proble
men waarvan ik weet dat ze u bezig
houden. Ik heb gemeend dit te moeten
doen na mijn bestuurservaring in de
laatste tien jaren.