lardinois pareert kritiek op veevoederindustrie nabijheid van de grote havens in Europa en dat is bijvoorbeeld de hele Benelux en Neder-Sachsen, het percentage gra nen in de mengvoeders nog maar rond 25 is van het eindprodukt, en de rest vrijwel geheel bestaat uit bovenge noemde grondstoffen of grondstoffen zoals tapioca, die niet of nauwelijks voor de mens bruikbaar zijn. Heilzame bufferfunctie Er is m.i. echter nog een minstens even zwaar argument tegen bovengenoemde kritiek in te brengen. En dat is gestoeld op een belangrijk ervaringsgegeven uit 1974 en 1975. In deze jaren werden we plotseling geconfronteerd met misoog sten in verschillende delen van de we reld: Noord-Amerika, Sovjet-Unie, India, Australië en China. Graan werd plotse ling een schaarste-artikel. Voedselhulp werd ingekrompen en commerciële ex porten gerantsoeneerd. Naar achteraf bleek, en ik heb dit in Brussel van zéér nabij meegemaakt, volkomen onnodige en overbodige schrikreacties. Waarom? Omdat in grote delen van de Westelijke wereld vrijwel automatisch en onmid dellijk het markt-mechanisme reageerde op de nieuwe situatie. Door de schaarste stegen de prijzen, het voer met deze granen werd te duur, de veestapel - vooral de varkens- én pluimveehouderij - werd ingekrompen én graan bleef over. In 1975 zakte de produktie; in de VS 20 varkens: feedlots 50 vermin dering van capaciteit. De prijzen van graan zakten dan ook vrij snel tot vrij normale hoogten. Met andere woorden, de mengvoederindustrie annex verede- lingslandbouw fungeerde als buffer voor het opvangen van de schaarste op een zéér duidelijke en voor vrijwel iedereen verrassende wijze. 'U allen wil ik aanraden de zo levendige en openbare discussie over de acti viteiten van uw bedrijfskolom niet uit de weg te gaan maar er actief aan deel te nemen. Voorts om praktische oplossingen te verwezenlijken voor die problemen, die, na een grondige analyse, overblijven. Als u dit doet dan ben ik ervan overtuigd dat u over 10 15 jaren door elke weldenkende Europeaan wordt erkend voor wat u bent: beheerders van een bedrijfstak die in aanzienlijke mate bijdraagt tot de voedselvoorziening, de welvaart en het welbevinden van onze volkeren.' Met deze woorden besloot de heer Lar dinois de toespraak, die hij hield bij de opening op 24 mei van de 6e Internatio nale Vakbeurs voor de Veevoederindus trie (Victam '77 te Utrecht). De heer Lardinois is daarbij de moeilijk heden niet uit de weg gegaan: er is kri tiek op deze industrie, enerzijds omdat zij voedselgranen tot veevoeder ver werkt en deze daarmee aan de honge rende mensheid onttrekt, anderzijds om dat zij het milieu sterk zou vervuilen. Voor velen zal het verrassend zijn hoe de heer Lardinois deze kritiek ontrafelt en nauwelijks iets van heel laat! Zijn rede, die we hieronder opnemen, zien wij als een kernpunt in de openbare discussie over deze bedrijfskolom. Kritiek in relatie tot ontwikkelings landen Deze kritiek stoelt vooral op het argu ment dat de mengvoederindustrie annex veredelingslandbouw zoveel waardevol le grondstoffen, en in het bijzonder gra nen, verbruikt voor diervoeding en deze daarmee onttrekt aan hongerende of on dervoede mensen. Vanuit de Nederlandse industrie wordt veelal de laatste tijd tegenover deze kri tiek sterk de nadruk gelegd op het toe nemende gebruik van niet voor mensen geschikte grondstoffen, die voor een groot deel afkomstig zijn uit de verwer king van het primaire agrarische pro- dukt: - pulp uit de suikerindustrie of afkom stig uit de citrusverwerking; - veekoeken uit de olie-industrie; - zemelen uit de meelfabriek en vele andere. Het is inderdaad juist dat, vooral in de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 12