gegeven hebben de cohesie te bezitten
welke nodig was voor het welslagen.
In het vorenstaande is de algemene
verklaringsgrond voor de bloei van het
agrarische coöperatieve bedrijfsleven
gegeven. De coöperaties hebben zich
daadwerkelijk ingezet voor 'technical,
economie and social progress'. Zij
vonden de nodige weerklank bij de
leden.
Gevaren
Kunnen wij erop vertrouwen dat deze
goede ontwikkeling zich in de toekomst
handhaaft?
Het leidt geen twijfel dat de coöperaties
hun instrumentale functie gericht op
verbetering van bestaansmogelijkheden
van de leden, behouden. Nog zeer
onlangs heeft de Franse Federatie van
Landbouwcoöperaties na gedegen
studies hierover prachtige uitspraken
gedaan. In een volgend nummer van ons
maandblad,wordt dit behandeld.
De vraag waar de coöperaties nu voor
staan is:
Behouden wij de cohesie of solidariteit
die het mogelijk maakt harmonieus spel
te leveren?
Niet ontkend kan worden dat er gevaren
dreigen. Een aantal ontwikkelingen wil
ik aanduiden.
In verschillende sectoren heeft een
sterke schaalvergroting plaatsgevonden
zowel naar produktie-omvang als naar
produktdiversiteit. Hoe groter de
eenheden naar omvang en
samenstelling, hoe gemakkelijker er
gebrek aan eenheid van belang bij de
leden kan ontstaan en daardoor gebrek
aan cohesie en verantwoordelijkheids
besef. Hiermee is de schaalvergroting
als zodanig niet veroordeeld,
integendeel, voor de positie van de
coöperatie en het economisch belang
van de leden heeft zij grote positieve
betekenis. Wel is er plaats om de vinger
op te steken ter aanduiding van het
gevaar dat de communiteit gaat
verbrokkelen als niet acht geslagen
wordt op de grenzen waarbinnen het
ledenbelang zich gaat groeperen.
Met het vorenstaande houdt ook
verband de afnemende geneigdheid om
zich voor de coöperatie 'sterk' te maken.
Evident is dat met betrekking tot het
dragen van risico's door de leden voor
het gemeenschappelijk ondernemen.
Toch zal de coöperatie moeten blijven
beschikken over een hecht weerstands
vermogen. Zij blijft immers een
marktgerichte onderneming. De
oplossing van het probleem is duidelijk:
de coöperatie dwingt de leden een
weerstandsvermogen af door bij zichzelf
reserves te vormen en voorzieningen in
te bouwen. Ter ondersteuning van de
kredietwaardigheid van de coöperatie
wordt dit beleid ook gestimuleerd van
bankzijde. Vermindering van risico
participatie van de leden vergroot de
mogelijkheid tot verzelfstandiging van
de coöperatie. Niet dat in werkelijkheid
die verzelfstandiging nu ook steeds
plaatsvindt. Veel hangt af van het
praktijkbeleid ten aanzien van de
lidmaatschapsparticipatie in al zijn
aspecten. Als gevaar voor de toekomst
zou ik willen aanmerken een houding
waarbij de betekenis van deze
participatie wordt geringgeschat hetzij
van ondernemingszijde, hetzij van
lidzijde. De coöperatie gaat een
institutionele crisis tegemoet, wanneer
niet wordt vastgehouden aan een reëele
participatie van de kant van de leden.
Hun solidariteitsbesef en verant
woordelijkheidsaanvaarding voor de
goede functionering van de
coöperatieve onderneming zijn dan ten
dode opgeshreven.
Deze woorden zijn geen pleidooi voor
handhaving van idealisme binnen de
denkbeeldige muren van het coöperatief
bedrijf. Idealisme heeft bij de agrarische
coöperaties al langere tijd plaats
gemaakt voor realisme. Idealisme heeft
zijn waardevolle betekenis gehad toen
het ging om de start, waarbij veel op het
spel werd gezet. Het was een onmisbare
factor om te slagen.
T oekomstperspectief
Is er toekomstperspectief voor de
coöperaties weggelegd? Het uitgangs
punt van een coöperatie blijft de zorg
voorde belanghebbenden. Dit
uitgangspunt was en blijft van grote
actuele betekenis. Een coöperatie heeft
per definitie geen doel in en voor
zichzelf. De belanghebbenden: leden
primair. Daarnaast ook medewerkers.
De coöperatie kent vanouds een
democratische structuur. Hiervoor is
betoogd dat participatie van de leden
voorwaarde is voor het bestaan van de
coöperatie. Daaraan inhoud te geven,
ook in samenhang met de algemeen
maatschappelijke behoeften aan
versterking van betrokkenheid tussen de
kring van belanghebbenden en de
onderneming, is alleszins
perspectiefbiedend.