terug naar 'neutrale' overheidsfinanciering geldhoeveelheid inkrimpen kunnen worden tot een synthese te ko men tussen de dringendheid van de wens naar het leggen van een relatie tussen winst en werk en het vermijden van de nadelen van te eenvoudige op lossingen die toch wel op de loer liggen. De laatste aanvullende opmerking houdt zich bezig met de vraag die men wel eens hoort stellen of de oplossing voor de problemen die wij zojuist bespraken niet in precies de tegenovergestelde richting zouden moeten worden ge zocht Met name wordt wel aanbevo len om niet het expansietempo van de collectieve sector af te zwakken maar integendeel op te voeren. Een toene ming van de overheidsuitgaven zou werkgelegenheid en arbeidsplaatsen kunnen scheppen. Ik zie niet in hoe wij op deze manier uit de moeilijkheden zouden kunnen komen. Immers, hier zijn slechts twee mogelijkheden: of men fi nanciert de veronderstelde extra uitga venstijging uit een verzwaarde belas tingdruk, of men doet dit niet, vergroot daarmede het tekort van de overheid, welk tekort dan door geldcreatie zal moeten worden gedekt. De eerste op lossing verzwaart de problemen, zoals uit mijn eerdere betoog kan worden af geleid, de tweede oplossing leidt vroeg of laat, en nu van de geldzijde, tot het aanzwengelen van de inflatie, waarme de wij weer bij het oude probleem terug zijn. Het derde belangrijke punt dat ik met u zou willen bespreken heeft betrekking op de overheidsfinanciën. Zojuist zijn wij de overheidsfinanciën al tegengekomen, toen wij het hadden over de belastingen in de vorm van stijging van de belasting druk, die zijn invloed kan hebben op lo nen en prijzen. Belastingen voor de par ticuliere sector zijn imkomsten voor de overheid. Wij gaan nu spreken over inkomsten en uitgaven, en met name over het verschil tussen deze beide, meestal leidend tot een tekort: het financieringstekort van de overheid. Zulk een tekort is binnen zekere grenzen geheel aanvaardbaar. Deze grenzen liggen bij de financier baarheid van dat tekort op de kapitaal markt. Wanneer de overheid geld leent op de kapitaalmarkt put zij om zo te zeggen uit de bestaande geldhoeveelheid en voegt zij derhalve daaraan niets toe. Een tekort dat aan deze voorwaarde voldoet kan, zo pleegt men te zeggen, neutraal wor den gefinancierd. Wanneer het tekort groter is moet er ten behoeve van de overheid nieuw geld in het verkeer wor den gebracht. Omvangrijke geldcreatie door de over heid maakt een gezond monetair beleid onmogelijk. Onze overheid heeft tot dus verre niet in een duidelijk te grote om vang tot de geldschepping bijgedragen. Maar het is toch uitermate gewenst dat met een zekere geleidelijkheid wordt teruggekeerd naar een financie ringstekort, dat op de kapitaalmarkt kan worden ondergebracht, zodat het neutraal, zonder geldschepping, kan worden gefinancierd. Onze berekeningen wijzen in de richting dat zulk een tekort circa 4 van het na tionale inkomen kan bijdragen, en zo lang de investeringen nog niet op peil zijn, tijdelijk tot 5 zou kunnen oplopen vanwege de ruimere mogelijkheden die daardoor op de kapitaalmarkt ontstaan. In het jaarverslag is derhalve gezegd dat de derde voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling in de komende jaren een terugkeer tot een situatie van neutrale financiering van het overheidstekort ge boden is. Ten vierde en ten slotte komen wij op het monetaire beleid, in dit verband ge definieerd als het beleid dat zich bezig houdt met de omvang van de totale hoeveelheid. Ik moge u eraan herinne ren dat ik in het begin van mijn uiteen zetting u heb gewezen op de inflatie die kan samenhangen met de omvang van de geldhoeveelheid dan wel, of ook met de loonkosten. Hoezeer de geleerden ook van mening verschillen hoe het oor zakelijk verband in dit opzicht precies moet worden geformuleerd, zij zijn het er wel over eens dat een te grote om vang van de geldhoeveelheid in verhou ding tot de goederen- en dienstenhoe- veelheid vroeg of laat de prijzen moet opjagen, eventueel dat zulk een om vangrijke geldhoeveelheid de onmisbare voorwaarde is om prijsstijgingen moge lijk te maken en te ondersteunen. De taak en de verantwoordelijkheid van De Met kennelijke instemming van Baron Van Verschuer maakt de fotograaf een plaatje van de gebroeders Rinze en Jelle Zijlstra naast elkaar.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 13