3 wob DE JONGE AGRARIËR EN DE COÖPERATIE op een vorm van directe kredietbeheer- sing en dat wordt uitgegaan van een norm, die betrekking heeft op de groei van de korte en lange uitzettingen geza menlijk. Dat een zware fase van indirecte kre- dietbeheersing niet gemakkelijk is toe te passen was reeds langer bekend. Het renteopdrijvend effect hiervan zou lei den tot een toestroming van buitenlands kapitaal die de nagestreefde monetaire verkrapping teniet zou doen. Gezien de aanzienlijke overschotten op de lopende rekening van de betalingsbalans dient juist de kapitaaluitvoer te worden gesti muleerd. Dat in tegenstelling tot het voormalige systeem van directe kredietbeheersing nu een norm wordt overwogen die het korte en lange bedrijf gezamenlijk betreft, heeft te maken met de in de af lopen jaren opgetreden verwatering van het onderscheid tussen korte en lange passiva. De opvatting dat termijndeposi to's met gecontracteerde looptijden van minder dan twee jaar zonder meer als kort zijn aan te merken en spaargelden, met inachtneming van het omloopsnel- heidscriterium, als lang is de laatste jaren duidelijk op de tocht komen te staan. Meermalen is gebleken dat beide middelencategorieën door deposanten als alternatieven voor elkaar worden beschouwd, waarbij voor de keuze de renteverhoudingen doorslaggevend zijn. Door zoals voorheen slechts de groei van de korte kredietverlening aan een bepaald percentage te binden en de lan ge kredietverlening afhankelijk te stellen van de aanwas van lange middelen, zou de concurrentie op de spaarmarkt sterk worden aangewakkerd. De alsdan te verwachten stijging van de spaarrente zou een omzetting van tegoeden op ter mijndeposito's in tegoeden op spaarre keningen uitlokken. Zonder verstoring van het evenwicht in het lange bedrijf bleef dan een verdere aanzienlijke expansie van de lange-kredietverlening mogelijk. Vanuit monetair gezichtspunt zou dit evenwicht dan echter wel een sterk fictiefkarakter hebben. Of daadwerkelijk tot een directe krediet beheersing zal worden besloten, staat wanneer wij dit schrijven nog niet vast. Op het moment dat dit nummer van Rabobank verschijnt zal wat dat betreft waarschijnlijk meer duidelijkheid be staan. Op zichzelf is een kredietbeperking voor de banken natuurlijk nooit een zaak waar zij verlangend naar uitzien. Door slaggevend voor de Rabobanken is ech ter vooral dat zij hun ledenbedrijfsrela- ties volledig van dienst kunnen blijven. In het beleid verdient deze sector hoge prioriteit. De problemen, welke de jonge agrariër ontmoet bij de start van een eigen In het Europoortgebied bij Rotterdam, op het uiterste westelijke punt van de opgespoten maasvlakte lag tot voor kort het voorlichtingscentrum en restaurant 'Eurorama'. De weg ernaar toe voert langs technische bouwsels, die je doen afvragen of zó de omgeving van de eenentwintigste eeuw er uit zal zien. Kaai, koel, soms zelfs onheilspellend en toch ook weer groots. Bij Eurorama heb ik eens geruime tijd kunnen kijken naar de binnenkomst van schepen in 's we relds grootste haven, ik Het mij vertellen, dat het binnenloodsen van die drijvende gevaarten reeds ver op zee begint, via radiografisch doorgegeven boodschap pen, gestuurd door een serie computers. De schepen worden op zee reeds gese lecteerd op de verschillende Rotterdam se havens: de overslag, de oliehavens, de containerkades, de stukgoederen enz. Daar hoorde ik voor het eerst hoe belangrijk het is, met name voor die driehonderdduizend bruto register-ton- ners, de mammoettankers derhalve, dat zij tijdig bijsturen, omdat, naar zeggen van de havenmeester die mij daar rond leidde, deze zeereuzen een remweg hebben van tientallen kilometers. Daar bij vergeleken is onze remweg in de auto van rond 100 tot 200 meter kabou terwerk. Het is bijna onvoorstelbaar: een afstand van Amersfoort naar Utrecht is nodig om volledig tot stilstand te komen Voor het maken van koerswijzi gingen zijn navenante afstanden nodig. Gezagvoerders en bemanningen van dergelijke tankers moeten hun beslissin gen over mogelijke koerswijzigingen en snelheden dus in een zeer vroegtijdig stadium nemen en dus ook verder voor uitzien dan de scheepskijker toelaat. Het rammen van een pier of kademuur brengt wel wat anders met zich mee dan dat een zak cocosnoten over boord vliegt of dat een plaatselijke schade aan schip of wallekant optreedt: het zou catastrofale, onoverzienbare gevolgen kunnen hebbenI De wijdse omgeving van Europoort deed mij beseffen dat onze organisatie ook wel te vergelijken zou zijn met zo n mammoettanker. En dat alles wat zo'n schip momenteel gebruikt aan reken-, stuur- en beslissingsinstrumenten ook op ons Rabobankschip gehanteerd moet worden. Ook moeten wij verder kijken en beslissen dan het call- of maandgeld, dat wordt uitgezet. Dat hebben wij natuurlijk wel altijd gedaan. En ik weet ook zeker dat als het er op aankomt nog altijd het scherpe bootsmansoog het wint van de meest verfijnde precisie-instrumenten. Maar net zo onverantwoord als het is om met een scheepskijker en een helmstok een mammoettanker de monding van de Nieuwe Waterweg te willen insturen als er zoveel nieuwe technieken zijn ontwik keld, zo onverstandig zou het zijn geweest als wij niet zouden zijn over gegaan tot het hanteren van stuur- en beslissingsinstrumenten op ons Rabo bankschip. Beleidsplanning en budgettering zijn zulke instrumenten. Met deze zaken hebben wij het vorig jaar bij het van de helling brengen van het Structuurrap port 1976 een serieus begin gemaakt. Voorzichtig als onze bestuurders en directies altijd zijn - onze nauwe band met de agrarische wereld en ons bankier zijn hebben dat in combinatie gemaakt - zijn we begonnen met een 'proeve'. Dit jaar, 1977, zijn wij van start gegaan met werkelijke doordachte beleidsvorming en -planning en de eerste schreden op dit moeilijke traject zijn afgelegd. De tweede Centrale Kringvergadering, die op 3 mei jl. bijeenkwam, kon kennis nemen van een Voorontwerp Beleids plan 1978 - 1981dat vervolgens in de najaarskringen en de derde Centrale Kringvergadering in behandeling zal komen. De Centrale Bank zelf is inmid dels ook begonnen om voor die periode het te voeren beleid duidelijk zwart op wit te zetten. Daarover zal in het beraad van de komende maanden nader wor den geïnformeerd. In het najaar, neem ik aan, hebben reeds vele bestuurders, directies, staffunctionarissen, enzo voorts op de een of andere wijze aan onze beleidsplanning meegedaan. En dat is ook wat van meet af de bedoeling geweest is. Van hoog tot laag zullen wij in onze organisatie vertrouwd moeten zijn met en de grote lijnen kennen van de route die wij willen volgen. Dat schept vertrouwen in onszelf en dat zal enthousiasme oproepen, omdat een ie der die ergens verantwoordelijkheid draagt zijn taak kan gaan plaatsen in het grote geheel. Het op gang brengen van beleidsplan ning is een langdurig proces. Verhou dingsgewijs kost dat net zoveel tijd als om een zeereus 45 graden te wenden. Het zal als methode, als systeem nooit voltooid zijn. Het zal altijd veranderen, verbeterd en aangepast moeten worden. Wat wij dit jaar hopen te bereiken is dat velen op verantwoordelijke plaatsen in onze bankorganisatie kunnen gaan staan achter de zwart op wit neergeleg de karakteristiek van wie wij eigenlijk zijn, wat wij willen veranderen, wat wij doen en waarom wij het zo doen. Ook achter de formulering ten aanzien van de grotere doelen die gegroepeerd zijn rond het hoofddoel van onze organisa tie: het in lengte van jaren voortbestaan als een onafhankelijke organisatie, die het coöperatieve bankbedrijf uitoefent. Dan hebben we reeds veel bereikt. Het jaar daarop kunnen we verder gaan. F. P. J. Bakx

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 5