wob wob uitgaven van die maand over een andere credit-card te laten lopen. Deze ver schijnselen gaven TIME zelfs aanleiding om te spreken van 'crediholisten', naar het voorbeeld van alcoholisten. Net als een goede barman niet meer tapt aan iemand, die zijn tax al blijkt te hebben, is het, aldus TIME, zaak dat zo'n crediholist tijdig droog komt te staan. TIME is er niet helemaal gerust op of al die cre- dit-cardclubs, de 'handelaren in schul den' daar wel voldoende oog voor zullen hebben. Wij hoeven zeker niet naar deze Ameri kaanse toestanden te verlangen. Wij geloven, dat er in ons land ook nauwe lijks gevaar bestaat, dat dergelijke uit wassen zich voordoen. Ook zonder mis verstanden blijkt het Nederlandse bank en girowezen een vlot betalingsverkeer en een soepele kredietverlening aan het publiek te kunnen bieden. Er zijn in ons land bepaalde grenzen aan de mogelijk heid om met betaalcheques e.d. te beta len. Niet alleen het bedrag per cheque is aan een maximum gebonden, ook het aantal cheques, dat per keer wordt ver strekt is niet onbeperkt. Een te grote debetstand op een rekening zal trou wens onvermijdelijk het sein op rood zetten. Met de consumptieve kredietver lening is het eigenlijk evenzo. Deze mag dan vlot verleend worden, maar de gegevens en beoordeling van de krediet nemers spelen wel degelijk mee. Het Bureau voor Kredietregistratie maakt het ook vrijwel onmogelijk dat een wan betaler maar onbeperkt van de ene naar de andere kredietgevende instelling loopt. Maar ongetwijfeld is het waar, dat zoals TIME schreef, de grootste beloningen van de moderne 'krediet-maatschappij' blijven weggelegd voor hen 'die de meest puriteinse deugd, namelijk de zelfdiscipline' weten te beoefenen. 'EIKENHOUT IS EIKENHOUT In kranten, folders van banken en in gesprekken kom je als het over con sumptief krediet gaat schier overal de term 'doorlopend krediet' tegen. Dat is een van de meest populaire vormen van de comsumptieve kredietverlening. Het was voor ons dan ook een vreemde ver rassing, toen vorig jaar de Nederlandse Spaarbankbond er zich bij de Code Com missie voor het Reclamewezen over beklaagde, dat wij in onze reclame van doorlopend krediet spraken. De Spaarbankbond namelijk voert deze kredietvorm onder de naam dooorloo- pend krediet (met vijf o'sl), in combina tie met een afbeelding van een hand met paraplu. Ze zag in ons gebruik van de woorden 'Doorlopend Krediet' een klakkeloze nabootsing, die in strijd met de reclamecode is. Zo ontstond dus een geschil, dat inmiddels bij het College van Beroep is aangeland, want de uitspraak van de Code Commissie, die de Spaar bankbond in eerste instantie in het gelijk stelde, meenden wij in beroep te moe ten bestrijden. Onze raadsman, prof. mr. Van Nieuwen- hoven Hellbach, gaf in het slot van zijn pleidooi voor het College van Beroep nog eens op speelse wijze en o.i. precies weer, waar het in deze zaak nou hele maal om draait: 'Wanneer een boterfabrikant er al in zou slagen om een recht van merk te ver werven op een voorstelling bestaande uit het woord boter, gespeld met 5 let ters 'o' en met een hoofdletter B door de bovenste opening waarvan een boerin als het ware naar buiten kijkt, dan zal het die boterfabrikant niet mogelijk zijn om met een beroep op dat merk zijn concurrenten te beletten om hun boter ais 'Boter' aan te kondigen en op de ver pakking van hun boter met grote letters en tussen aanhalingstekens het woord Boter aan te brengen. Zoals iedereen boter boter noemt en mag noemen, zo mag toch iedereen een krediet dat doorloopt doorlopend noe men?! Een eigen merk mag iedereen zich aanmeten, mits een ander dat niet reeds eerder gebruikte en mits het geen 'boter' is! Het College van Beroep heeft ons in het gelijk gesteld: doorlopend krediet heeft een zo algemene bekendheid en beteke nis, dat je niet van een merk kunt spre ken. De klacht van de Spaarbankbond werd daarom afgewezen. KLEIN AFSCHEID 'Dit blad is de voortzetting van De Boe renleenbank en de Raiffeisenbode'. Het zinnetje prijkte tot vorige maand op de eerste pagina van ons blad. Toen we in ons fusiejaar 1972 met een gezamen lijke uitgave van de toen nog gescheiden Utrechtse en Eindhovense Centrale Ban ken begonnen, vonden we het nodig er voor de buitenwereld en zeker ook voor ons zelf aan te herinneren, dat de lijn van de onder ons vertrouwde maandbla den in het nieuwe periodiek zou worden voortgezet. We wilden als het ware her kenbaar blijven in de stroom van fusie perikelen, die ons toen te wachten ston den. Het zinnetje is vijf jaar en twee maanden blijven staan. Te lang misschien, maar hoe gaat dat het was moeilijk pre cies te zeggen op welk moment het zin loos werd. In ieder geval nu is het ver dwenen, want zijn functie is inderdaad reeds lang door het thans inhoudelijke woord 'Rabobankorganisatie' overbodig geworden. En daarmee verwijzen we onze aloude periodieken De Boerenleen bank en de Raiffeisenbode met gepast respect en een tikkeltje weemoed defini tief naar de categorie 'historische geschriften'.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 5