I7 wat ons bezighoudt^) wob ALS ONDERHANDELAARS ZICH INGRAVEN Anders dan een dagblad of ook een weekblad is het voor een maandblad vaak moeilijk commentaar te geven op actuele gebeurtenissen. Een voorbeeld daarvan deed zich begin vorige maand voor, toen deze regels geschreven wer den. Het al enige tijd aanwezige loon- conflict spitste zich duidelijk toe, ultima tums werden gesteld en geweigerd, sta kingsplannen lagen op uitvoering te wachten. In welke mate die dreigingen bij het verschijnen van dit nummer wer kelijkheid zijn geworden, lag echter toen nog in het duister. Misschien is alsdan de hele kwestie opgelost en - we leven snel - al bijkans weer vergeten! Een ge dachte, die men gerust op onze wens mag terugvoeren. Hoe het zij, wij staan geenszins als on geïnteresseerde buitenstaanders naar de controverse tussen werkgevers en werknemers te kijken. Niet alleen is de Centrale Bank 'cao-partij', daar zij vorig jaar voor haar eigen personeel is toege treden tot de cao voor het bankperso neel, niet alleen plegen de cao-afspra ken ook door te werken in de salarissen van het personeel van de lokale banken, maar vooral ook omdat wij als bankin stelling ons zeer betrokken weten bij de toestand van onze nationale economie. Jarenlang is ons land een voorbeeld voor andere geweest van 'arbeidsvrede' en redelijke harmonie tussen de sociale partners. Alle betrokken partijen hebben daaraan meegewerkt. Er waren scherpe onderhandelingen, soms was een 'over heidsmaatregel' nodig, maar we kwa men er steeds langs de weg van overleg uit. Vooral in dit opzicht hebben de jong ste ontwikkelingen voor een koude douche gezorgd. De overlegpraktijk, die in de vette jaren tot volwassenheid leek te zijn gekomen, bleek niet opgewassen tegen het eerste nachtvorstje dat zich in een meer magere periode vertoonde. In zekere zin is dit toespitsen van de te genstellingen voor ons onbegrijpelijk. Immers, ondernemers en vakbonden er kennen beide dat de tijden anders ge worden zijn, dat met name de zoge naamde collectieve lasten hun hoogste kunnen lezen dat de jaarverslagen van grens bereikt hebben of zelfs hebben banken over 1975 niet zouden voldoen overschreden, zij onderkennen beide het aan de wettelijke bepalingen. Tot die belang om verdere stijging van werk- conclusie was een (sub-)commissie van loosheid, inflatie en prijzen een halt toe het Nederlands Instituut van Registerac- te roepen, maar zien zich gescheiden zo- countants (NIVRA) in een rapport geko- dra de standpunten over het automatis- men na de verslagen van veertien ban- me in de prijzencompensatie aan de ken, waaronder onze Centrale Bank, be- orde komen. Hard staan dan de menin- keken te hebben. gen als bevroren tegenover elkaar: geen Het is goed dat de accountants naar hun automatisme, hetzij geheel, hetzij ge- aard de puntjes op de i zetten. Maar we deeltelijk, tegenover'verkregen rechten.' hoeven ons over hun conclusies ook Ondanks het algemene begrip, dat er weer niet al te bezorgd te maken. Het aan weerszijden toch wel voor elkaar rapport bevestigt slechts dat de ontwik- bestaat - al wordt dat in de hitte van de kelingen in de verslaggeving nog niet strijd al meer vergeten - gaat dan het zijn voltooid en dat er verbeteringen eerst nodige voor goed overleg ontbre- wenselijk zijn. ken: het luisteren naar elkaar. De werk gevers moeten overtuigend aantonen, In 1971 is de Wet op de Jaarrekeningen dat het automatisme thans niet geëist van kracht geworden (hij werd in 1976 mag worden in het belang van onze sa- opgenomen in het nieuwe 2e Boek van menleving met alles wat daaraan vast- het Burgerlijk Wetboek) en sindsdien zit: bedrijvigheid, werkgelegenheid, kos- hebben de ondernemingen dus vijf keer ten levensonderhoud. Van de vakbon- hun jaarrekeningen volgens die wet moeten inrichten. Tevens hadden zij ie der jaar rekening te houden met de 'Be schouwingen', dat zijn richtinggevende aanbevelingen, die ieder jaar in overleg tussen de organisaties van werkgevers en werknemers en het NIVRA worden opgesteld. Het NIVRA-rapport heeft nu de jaarverslagen van de groep banken getoetst aan de Wet, de 'Beschouwin gen' en aan de vraag of zij voldoende vergelijkbare informatie geven. De opzet is er duidelijk op gericht de ondernemin gen en hun accountants te leren werken volgens de nieuwe inzichten en de ver slaggeving te perfectioneren. De ge maakte kritische aantekeningen zijn daarvoor zeker waardevol. Met voldoening kunnen wij zeggen dat onze eigen verslaggeving, grosso modo, zeker de toets der kritiek kan doorstaan. Als we spreken over het verslag van de Centrale Bank vergeten we niet dat daarin ook is opgenomen de gecombi neerde jaarrekening van de hele Rabo- bankorganisatie. Achter die 'combinatie' staan natuurlijk de afzonderlijke jaarre keningen van ieder der aangesloten banken. Ook deze zijn publiek gemaakt - ze liggen voor ieder ter inzage bij de Ka mer van Koophandel - en zijn als zoda- den ware te wensen dat zij hun automa tisme, in de goede jaren praktijk gewor den, niet botweg als een verkregen recht ook in slechtere jaren poneren, maar daarvan durven afstappen om sa men met de werkgevers - zonodig na een gemeenschappelijke studie - te be zien wat dan wel haalbaar is vanuit hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Aan dat soort 'haalbaarheid' waren we begin februari helaas nog niet toe. Daar voor leken de stellingen te scherp tegen over elkaar te staan omdat het haalbaar heidsbegrip van de een te veel afweek van dat van de ander. Moge echter het inzicht rijpen, - inmiddels gerijpt zijn! - dat het haalbare gemeten moet worden aan wat nu in het belang van de maat schappelijke samenleving mogelijk is. Dan kunnen de loopgraven dicht ge gooid worden en dan zal de overlegpro cedure het stempel 'beproefd en sterk bevonden' verdienen. JAARVERSLAGEN ONDER DE LOEP Eniae tiid aeleden hebben we in de krant

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 4