Gelukkig konden de melkauto's vorige maand tussen
boer en fabriek blijven rijden.
wijl bovendien werd voorgesteld melk, indien gratis
door de veehouders aangeboden, tot melkpoeder te
verwerken en dan ter beschikking te stellen voor voed
selhulp aan ontwikkelingslanden. Dit laatste leidde tot
een standje voor de Voedingsbond FNV van de lande
lijke organisatie voor hulp aan ontwikkelingslanden, de
NOVIB, die terecht voedselhulp niet afhankelijk wil zien
van het al of niet optreden van werkstakingen in de
ontwikkelde landen.
De Utrechtse rechter, prof. Van Dijk, voorkwam dat in
de zuivel het spits afgebeten zou moeten worden. Hij
deed dit niet, omdat de gevolgen van een staking zo
ernstig zouden kunnen zijn, hetgeen door de zuivelon-
dernemers werd aangevoerd bij het door hen aange
spannen kort geding, maar omdat er onvoldoende on
derhandeld was over de geschilpunten van het loon-
conflict. Twintig dagen kreeg men de tijd om het ver
zuimde in te halen.
Wat er gebeurd zou zijn wanneer de rechter niet had
ingegrepen, kan niet met zekerheid gezegd worden. Die
zekerheid zal zelfs wel nooit verkregen worden omdat
achteraf niet is te bepalen of een overeenstemming
welke tijdens de rechtszitting bij de Friese zuivelfabriek
'De Takomst' in de maak was, in de gehele zuivelindus
trie navolging zou hebben gevonden. In ieder geval:
toen de rechter de staking liet opschorten, bleef ook
het compromis van 'De Takomst' achterwege.
Geen mogelijkheden meer
Centraal in het loonconflict stonden het al of niet hand
haven van de automatische en volledige prijscompen
satie, de mate van een reële verhoging van de lonen en
ten slotte de zogenaamde immateriële zaken als de
werkgelegenheid en de inspraak van de vakbonden bij
de investeringen. De leiding van de ondernemingen
meende dat het bedrijfsleven niet akkoord kon gaan
met een loonsverhoging, welke afhankelijk is van de
toename van de kosten van levensonderhoud: het be
drijfsleven kan deze last niet dragen en in ieder geval
zullen de mogelijkheden van expansie en daarmede van
grotere werkgelegenheid erdoor beperkt worden. Om
dezelfde redenen waren de werkgevers ook terughou
dend ten aanzien van een reële verhoging van de lonen.
Voor de vakbonden was er met de prijscompensatie
een verworven recht in het geding dat zij van eenzelfde
orde achtten als bijvoorbeeld het aantal vakantiedagen.
Terwijl het in het verleden in de lijn van de verwachtin
gen lag, dat de soep minder heet gegeten werd als op
gediend, konden de vakbonden er ditmaal niet op reke
nen, dat bij de onderhandelingen over afzonderlijke
CAO's een aantal ondernemingen toch door de bocht
zou gaan en de rest zou meeslepen. Binnen de leiding
van de verschillende ondernemingen bleek men dit
maal de onderlinge afspraak ernstig te nemen.
Afkoeling
De leiding van de agrarische industrieën en de land
bouworganisaties stonden in het algemeen op hetzelf
de standpunt als de werkgevers. Bij de aanvang van het
conflict trokken de vakbonden zich terug uit alle orga
nen van overleg waar geen directe belangen van werk
nemers op het spel stonden. Ook binnen de PBO vol
trok zich deze scheiding.
In de vergadering van het Bestuur van het Land
bouwschap in de eerste week van februari ontbraken
de vertegenwoordigers van de Voedingsbonden FNV.
De Voedingsbond CNV was daar nog wel vertegen
woordigd, omdat het overleg in de landbouw nog niet
was afgebroken. Maar de voorzitter van de Voedings
bond CNV, de heer Den Flollander, liet bij het begin van
de vergadering weten, dat hij met zijn collega's toch
weer meteen zou vertrekken. De reden daarvoor was,
dat de dag tevoren door één van de voorzitters van de
CLO's, de heer Luteijn, voor de radio reeds alle hoop op
overeenstemming was weggenomen. De heer Den Hol
lander zei: 'Het lijkt erop dat in ons land de één de an
der met zijn uitlatingen wil overtroeven. Wanneer we in
die situatie terechtkomen, is er in ons maatschappelijk
leven geen plaats meer voor behoudende mensen. De
Voedingsbond CNV wil op dit moment dan ook een af
koeling!
Toekomst PBO
Het tijdelijk terugtrekken van de vertegenwoordigers
van de vakbonden uit de PBO legde automatisch de
discussie over de toekomst van de PBO stil. De Voe
dingsbond FNV stuurde hierover in het najaar 1976 een
soort ultimatum aan de landbouworganisaties waarin
zij een omvorming van de PBO eiste waardoor, onder
meer, zeggenschap van de vakbonden in het investe
ringsbeleid zou worden verkregen.
In dezelfde periode vroeg minister Boersma aan de SER
advies over de toekomst van de PBO waarbij hij tevens
de suggestie deed het aantal Produktschappen terug te
brengen en - indien de organisaties dat wensen - de
bedrijfsschappen bij de Produktschappen onder te
brengen.
Er zal wanneer het loonconflict aan de kant is, nog wel
een hartig woordje over de samenwerking in de PBO
worden gesproken. De mogelijkheden om invloed op
de investeringen, en daarmede op de werkgelegenheid,
uit te oefenen, zijn door de vakbonden nog niet nader
aangegeven. Bij de Produktschappen, die de bedrijfs
takken in verticale zin omvatten, is er voor het beïn
vloeden van de investeringen in de afzonderlijke onder
nemingen geen instrument van betekenis voorhanden.
Alleen wanneer een bedrijf in grote moeilijkheden is en
de overheid hulp zou kunnen bieden, is er een mogelijk
heid van invloed, evenals bij de verdeling van de, overi
gens niet erg omvangrijke, subsidies uit Brussel.
Dit kan anders worden wanneer de regering overgaat
tot omzetting van de investeringsaftrek en de vervroeg
de afschrijving in rechtstreekse subsidies die dan ver
der worden aangevuld met gerichte bijdragen in de in
vesteringen. De Europese Gemeenschap heeft met
deze gedachte nog moeilijkheden, maar zij zouden on
derwerp kunnen zijn van een beleid dat in de Produkt
schappen door de sociale partners kan worden uitge
werkt. Bij het Landbouwschap is er reeds sprake van
een zeggenschap op de investeringen voor zover deze
door de overheid worden beïnvloed. Dit geldt voor de
cultuurtechnische werken en de bedrijfssubsidies,
waarvoor bestuurlijke commissies zijn waarin de bij het
Landbouwschap betrokken organisaties van onderne
mers en werknemers samenwerken.
Open gesprek
Half februari werden via een 'open gesprek' de stand
punten van werkgevers en werknemers dichter bij el-