nieuws van her en der V Het is de heer G. van Wijk, die de laatste jaren de functie bekleedde van hoofd van de Bedrijfszelfbescherming en de organisatie van deze dienst grondig op poten zette. Eigenlijk is hij aan iedereen bekend, die ooit een Algemene Vergadering be zocht. Wie even in zijn herinnering te- ruggraaft, ziet wellicht een man voor zich, die 'langs de lijn' van het jaarlijkse gebeuren, samen met een assistente, een bescheiden stoel bezette. Een ten gere figuur met een peper en zoutkuif, wiens werk en aanwezigheid het meest op prijs werd gesteld als hij volkomen overbodig was gebleken. Hij was de man met de EHBO-band om de mouw en het goed gevulde eerste hulptasje over de schouder. Hij heeft in de vijftiger jaren de leiding gehad over het archief van de Centrale Bank te Utrecht en in die positie kwam hij uiteraard veel in aanraking met oude stukken en materialen. In dat opzicht werd hij voor vele aangesloten banken een soort vraagbaak en ook een man wat meer tijd krijgen voor al die zaken die hem buiten banktijd zo bezighielden. Soms wist hij een en ander feilloos te combineren. Het hiervoor genoemde EHBO-werk is daarvan een voorbeeld, want hij treedt buiten de bank al vele ja ren naar voren als een ervaren instruc teur op dit gebied. Dan is er zijn muziek. Hij speelt piano en trad vroeger op per- soneelsavonden van de Centrale Bank weieens op, te zamen met een aan ou dere lezers niet onbekende heer Gode- froy, die de viool bespeelde. Ook heeft hij een werkzaam aandeel in de organi satie van de Bachconcerten in de Utrechtse Geertekerk en zingt hij mee in het koor. Zo'n man, denkt men dan, zal wel geen tijd meer weten te vinden om verder te gaan met zijn historische bijdragen aan ons maandblad. Gelukkig echter is dat een denkfout. Hij krijgt na zijn drukke bankbestaan immers zoveel vrije tijd, dat hij met nog meer enthousiasme dan voorheen zich kan wijden aan zijn scho ne taak van 'wandelaar' door onze histo- Terugblik op Terugblikker 'Een terugblikker is geen speurder. Hij is een wandelaar, die telkens weer het pa norama achter hem beschouwt. Hij overziet het geheel en zo nu en dan toeft zijn blik iets langer bij een bepaald beeld. Het is niet zijn bedoeling de ge ringste finesses opzettelijk vast te hou den, maar wel om met een verrijkte her innering zijn weg te vervolgen'. Met die bloemrijke woorden opende in januari 1972 Terugblikker zijn reeks arti kelen Uit onze historie in het maandblad Raiffeisen-Boerenleenbank en in de vijf jaren die sindsdien zijn verstreken heb ben zijn wandelingen hem door het hele land gevoerd. Hij bezocht er de kleine en grote banken en wist, soms na enige moeite, altijd weer de hand te leggen op die gegevens die hij nodig had. Voordien had hij zich in het blad van de Utrechtse Centrale Bank 'Raiffeisenbo- de' al vanaf 1967 beziggehouden met de geschiedenis van Raiffeisenbanken in ons land. Men kan zich voorstellen dat hij met geestdrift de samenwerking tus sen Utrecht en Eindhoven en later de fu sie van beide organisaties begroette. Daardoor immers werd zijn arbeidsveld in een klap verdubbeld en kon hij naar hartelust wandelen door het panorama van de geschiedenis van onze banken. Achter de naam Terugblikker verschuilt zich een man, die al in 1939 in dienst trad van de Centrale Bank en daar op vele afdelingen werkzaam is geweest. aan wie je altijd oude spulletjes kwijt kon. Nu hij weggaat laat hij behalve een lange reeks artikelen in dit blad, een soort miniatuurmuseum na. Het bevat allerlei oude dingen en vergeelde boe ken en stukken, die hij vlijtig heeft verza meld: brochures en jaarboekjes, notulen van vergeten banken en oude geldkis ten, reclame-objecten uit vroeger jaren en oude schrijf- en telmachines. Nog staat dit alles opgeslagen in een bijna geheime ruimte, waarin hij slechts node gasten toelaat en als we dit schrijven is het nog steeds niet bekend, wie de ge lukkige zal zijn, die de sleutel van dit hei ligdom zal worden overhandigd. Maar het is in elk geval goed dat de heer Van Wijk zich heeft opgeworpen tot de behoeder van de geschiedenis van het coöperatieve kredietwezen, zowel in materiële zin als in geestelijke zin. Wij en vooral komende generaties zullen hem daarvoor dankbaar zijn. Nu hij met pensioen gaat zal hij wellicht rie. Voorlopig hebben we hem dan ook bereid gevonden door te gaan met z'n artikelenreeks. Hij zal dus nog regelma tig aankloppen bij aangesloten banken op zoek naar gegevens voor zijn rubriek. De redactie is daar wel gelukkig mee en we denken dat ook de met het wel en wee van de organisatie zo nauw verbon den lezers van ons blad graag nog een tijdje zijn wandeling door het verleden willen volgen. Ping Ons jeugdblad voor jonge spaarders 'Ping' schreef onlangs over geld. Een van de rubriekjes was getiteld 'Een kwestie van geld' en daarin waren wat merkwaardigheden verzameld. Som mige ervan zijn voor ons volwassenen gesneden koek, maar wie durft zonder

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 20