bericht over
1976
voor de pers
kredietverlening
'Als ik bij onze banken kom, zeg ik wei eens: niet ik ben
de baas, maar u bent mijn baas'. Dit zei de heer Lardi-
nois onder gelach van een zaal vol journalisten, toen hij
een eerste indruk van zijn nieuwe functie gaf.
Hij vond het bij ons allemaal erg democratisch georga
niseerd: die coöperatieve banken zijn eigenlijk zeer
modern en eigentijds. Het gaat daar niet zo zeer om
een star eenheidsblok, als wel om een soepele maar
toch zeer hechte verbinding van afzonderlijke banken.
Dat heeft ook duidelijke voordelen boven een mam
moet-instantie met filialen. Onze lokale zelfstandigheid
laat ruimte voor betrokkenheid op de eigen bank en sti
muleert de animo voor je werk. Ook de overlegstruc
tuur vond de heer Lardinois bijzonder up to date: de
Centrale Kringvergadering is zelfs een soort 'Parlement'
van de aangesloten banken.
Vragen en vraagjes waren er op 28 februari in het
Amstelhotel genoeg voor de heren Lardinois, Bakx,
Jansen Schoonhoven en Vlak. Ook vragen waarop juist
een bank geen antwoord hoeft te geven: hoe groot is
inmiddels de 'voorziening voor bedrijfsrisico's', waar
aan een zeer belangrijk bedrag werd toegevoegd: zijn
er stroppen op afgeschreven en is zo n jaarlijkse toe
voeging normaal?
Onze hoofddirecteuren hebben uitgelegd, waarom juist
de omvang van deze voorziening geheim moet en mag
blijven. Het gaat om de vertrouwensbasis van het
bankbedrijf. Risico's moeten in toenemende mate wor
den genomen, maar stroppen dienep door de 'voorzie
ning' in stilte te worden opgevangen. Volledige open
baarheid van die voorzieningen - zoals één van de vra
genstellers wilde - lijkt heel mooi, maar het publiekbe-
lang zou er niet mee gediend zijn als 'afboekingen' op
de voorzieningen onrust zouden wekken.
Een bank heeft eenvoudig de plicht voor zulke gevallen
buiten haar openbare reserves de nodige voorzieningen
te treffen. Wel kon met voldoening erkend worden, dat
de uitkomsten over 1976 ons in staat gesteld hebben
de post 'voorziening voor bedrijfsrisico's' extra te
bedenken. Dit is echter geen precedent voor volgende
jaren, want betwijfeld mag worden of dan de uitkom
sten weer zo n uitzonderlijke toevoeging mogelijk zul
len maken. Ook kan de toevoeging wellicht minder
worden zodra de voorziening eenmaal een door ons
gewenst geacht peil in verhouding tot het balanstotaal
bereikt heeft.
In dit verband werd terecht benadrukt, dat men ook de
winststijging moet zien in verhouding tot de stijging
van het balanstotaal. Een winst, die, zoals onder ons
vanzelfsprekend is, geheel voor de reserves wordt
bestemd.
Toen iemand opmerkte, dat een bank toch maar een
voudig de kredietkraan dicht draait als er moeilijkheden
dreigen, kwamen de heren Lardinois en Bakx in het
geweer: u hebt nooit kunnen lezen dat onder de vlag
van de Rabobankorganisatie ergens een bedrijf wordt
gesloten om er de laatste cent uit te halen! Wij werken
van uit onze coöperatieve achtergrond in een andere
sfeer.
Op een vraag of het buitenlands bedrijf zich versneld
zou gaan ontplooien, antwoordde de heer Lardinois,
dat wij bewust de voorrang geven aan het financieren
van het bedrijfsleven en cliënten hier te lande en niet in
de eerste plaats op een autonome groei van 'buiten
land' uit zijn. Ons buitenlands bedrijf staat als het ware
in dienst van het binnenlands bedrijf. Het is ook een
verlengstuk van de service, namelijk om onze clientèle
ook over de grenzen in alles behulpzaam te zijn.
Een van de aanwezige journalisten wilde wel wat meer
concurrentie: laat die Postbank maar eens komen. De
heer Lardinois schrok er niet van: 'heel best, maar dan
niet als politiek instrument van de overheid en dan on
der dezelfde voorwaarden als waaronder de andere
banken moeten werken, d.w.z. zelfde fiscale behande
ling, zelfde toezicht van de Nederlandsche Bank en zon
der staatspensioen voor het personeel. Op die voor
waarden zie ik de gelddiensten van de PTT liever van
daag dan morgen als Postbank optreden!
Met deze paar flitsen moeten we volstaan. Het was een
ontspannen en geanimeerde ontmoeting met de finan
ciële pers. De inhoud van het perscommuniqué volgt
hieronder in iets beknotte vorm.
(De gebruikte gegevens zijn ten dele ge
baseerd op ramingen en dragen daarom
een voorlopig karakter. De cijfers van de
plaatselijke Rabobanken zijn geconsoli
deerd met die van de Centrale Rabobank
en haar meerderheidsdeelnemingen en
met die van de Rabohypotheekbank NV.
Tussen haakjes zijn de vergelijkbare cij
fers van 1975 vermeld.)
Het herstel in de groei van de krediet
verlening bij de Rabobankorganisatie,
dat reeds in de loop van 1975 was be
gonnen, heeft zich in 1976 in versterkte
mate voortgezet. Deze zeer krachtige
groei is het gevolg van de grote vraag
naar leningen, vooral voor de financie
ring van het eigen woningbezit. Maar
ook vanuit het agrarische bedrijfsleven
en vanuit de meeste sectoren in het
niet-agrarisch midden- en kleinbedrijf
ontmoette de Rabobank een duidelijk
toenemende kredietvraag.
In de agrarische sector werd die vraag