ons antwoord Wim Kan heeft het ons zelf ver teld. Als het echt moeilijk wordt, begin je maar net als Joop den Uyl met: 'Ik ben bijzonder blij, dat u deze vraag stelt Wie de brief van de heer Dijkhof op pag. 35 gelezen heeft, begrijpt dat dit foefje even verleidelijk was om er ons antwoord aan deze verontrusting mee te beginnen. Wij zullen de gevleugelde woorden van onze minister-president echter niet gebruiken, want: 1. we zijn echt blij met de pluim, die de heer Dijk hof ons blad op de hoed steekt2. we zijn echt blij dat hij op erudite wijze laat weten wat hij op zijn hart heeft3. we willen niet doen alsof, want we zijn he lemaal niet blij met de visie van de heer Dijkhof: 4. anders dan de Kanniaanse Den Uyl willen we ronduit onze mening zeggenI De schildering van de heer Dijkhof wekt gedachten aan totalitaire toestanden. Nog bestrijden de twee 'in einem Brust' elkaar de macht, maar de een - de Cen trale Bank - is aan de winnende hand en is er ondanks officiële mooie woorden alleen maar op uit de eigen machtsposi tie ten koste van de aangesloten banken usurperend uit te dijen. Straks zullen onze hooggeroemde banken verschrom peld zijn tot bijkantoren van de Centrale Bank en ons coöperatieve karakter tot een lege dop. Zo n beeld bezorgt je de rillingen bij het naderen van het jaar 19841 Overdreven weergegeven? Nee, gestileerd misschien, maar de heer Dijk hof geeft er zelf alle materiaal voor. In alle oprechtheid: wij herkennen ons zelf niet in het beeld, dat de heer Dijkhof 'in principe' en in de praktijk van ons geeft. Ook de aangeslo ten banken en onze organisatie als ge heel herkennen wij er niet in. Wij me nen, dat de werkelijkheid heel anders is! Wij gaan uit van één organisatie, waar binnen Centrale Bank en aangesloten banken samen coöpereren. Dat doen we al meer dan 75 jaar: we zijn er wél bij gevarenI Coöperatie is echter een le vend proces, geen stationair begrip, het ontwikkelt zich met ons zelf en de om standigheden waaronder we werken. Niemand, ook de heer Dijkhof niet, zal -al zou hij willen- terug kunnen naar 60, 50 of zelfs 10 jaar geleden! Ja, toen was de organisatie veel kleiner en betekende veel minder, toen droomden we nog niet van de wetten, eisen en taken waar we nu mee te maken hebben, toen waren we allemaal amateurs, die aan een en kele professional in Utrecht of Eindho ven genoeg hadden. Stel u eens voor hoe het nu zou zijn, als onze banken hun kansen niet gegrepen hadden, als - het zijn de woorden van onze andere Tribu neschrijver, de heer Meijer - de Centrale Bank met haar deskundige staf er niet geweest was? Toegegeven, zo'n proces kan soms pijn doen, we slaan ongewild soms te ver door naar de ene of de an dere kant, de Centrale Bank loopt te hard of de banken blijven achter - het omgekeerde kan zich ook voordoen! - maar ondertussen blijven we er samen mee bezig, we coöpereren verder! Dat is heel wat anders dan het polarisatie- spook, dat de heer Dijkhof oproept. Wie in principe twee polen onderkent binnen onze organisatie, heeft zijn coöperatieve uitgangspunt al verlaten! Zie naar de praktijk rond het structuurrapport, zeg de heer Dijkhof. En dan concentreert zijn betoog zich op de behandeling van aan beveling 7. De Centrale Bank met heel haar propagandamachine wil dit artikel er doordrukken, de weerstand wordt weggespoeld door tegenargumenten. Heel jammer, dat de heer Dijkhof de Centrale Kringvergadering van 20 de cember jl. - om nog maar niet te spre ken van de bijna vijftig kringvergaderin gen - niet heeft bijgewoond. De rustige inleiding van de heer Mertens liet er geen twijfel over bestaan, dat geen ster veling achter de groene tafel erop uit was een niet aanvaarde zaak er door te drukken.Toen duidelijk was, dat de Structuurcommissie zelf op goede gron den en unaniem meende aan haar aan beveling te moeten vasthouden, omdat naar haar beste weten de organisatie er niet omheen zou kunnen, is daar in alle redelijkheid over gediscussieerd. En wie was die commissie? Niet de Centrale Bank, maar een commissie ingesteld en benoemd door de CKV zelf, een door snee van al onze banken, zelfs later aan gevuld met leden uit enkele groeperin gen, die onvoldoende vertegenwoordigd teken. Stemming over een onderdeel van de aanbeveling wees uit, dat een belangrijke minderheid bezwaren bleef houden. Die minderheid is toen niet als weggestemd beschouwd, nee, de heer Mertens Het duidelijk blijken, dat de Raad van Beheer het signaal had ver staan: de aanbeveling is ter nadere over weging teruggenomen. Deze toedracht is onmogelijk te rijmen met een beeld van geknechte en gemanipuleerde ban ken. Wie even over onze heg naar de wijde financiële wereld heeft gekeken, beseft dat een dergelijke wijze van over leg en besluitvorming volstrekt uniek is in het bankbedrijf! X Hebben wij soms zelf in ons blad, officieel orgaan van de Centrale Bank, ongewild de antithese, het 'polarisatiespook' opgeroepen? De kri tiek die zich toespitste op aanbeveling 7 van het tweede structuurrapport is in dit blad inderdaad nooit breed uitgemeten, maar ook de verdediging niet. Dat hing niet samen met al of niet doordrukken, maar met de aard van die aanbeveling zelf; niet alle argumentaties lenen zich voor behandeling buiten besloten kring! Wel hebben we onze lezers duidelijk la ten merken, dat het eerste rapport en la ter een onderdeel van het tweede op weerstand bleek te stuiten. De kritiek op het eerste rapport hebben we zelfs met zoveel woorden deels onderschreven, terwijl we wat aanbeveling 7 betreft, van het begin af aan impliciet niet meer gezegd hebben dan: dit moet de organi satie, dwz. de CKV in (grote) meerder heid beslissen. Nimmer is ons blad als propagandamachine gebruikt om het volle gewicht achter aanbeveling 7 te plaatsen. Een ingezonden stuk had ons er toe kunnen dwingen, maar we zou den er huiverig voor geweest zijn. We respecteren natuurlijk de mening van de heer Dijkhof: hij en degenen die zijn mening delen mogen ook respecte ren dat én de Structuurcommissie, én de Centrale Bank én een toch niet zo heel kleine meerderheid van de CKV op het betrokken punt het belang van onze coöperatieve organisatie anders zien dan hij. De brief van de heer Dijkhof hebben we zonder aarzelen in extenso afgedrukt. We hopen, dat als de discus sie over het hangende punt zou blijken weer te moeten worden hervat, dit niet gebeurt op basis van macht tegen macht. Dat hebben wij in het verleden nooit ge wild en zó hebben wij de zeer intensieve overlegprocedure van vorig jaar ook niet ervaren, zelfs niet als pro en contra te genover elkaar bleven staan. Achter het officiële standpunt - coöpe ratief en democratisch - mag niemand zonder bewijs een verwerpelijke offi cieuze opzet - het begeren van macht - vermoeden. Dit vermoeden is onge grond voor ieder die weet wat van de zijde van de Centrale Bank in de vele overlegbijeenkomsten in feite gezegd en voorgesteld is! JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 9