Voorzitter zegt 'dat wij door de oorlog afgeschrokken zijn met het bouwen van een eigen maalinrichting ten gevolge van de groote kosten'. Kostte de maal derij in De Bilt niet f110 000,-? Vanzelf sprekend zal een commissie deze zaak, die inderdaad veel haken en ogen heeft, bestuderen en heeft dat buitengewoon grondig gedaan. Bij deze notulen vond Terugblikker een uitvoerige toelichting op de Handelsre- gisterwet 1918, die vermoedelijk op 1 maart 1921 in werking zou treden. In te genstelling tot graanmolens malen rege- j ringsmolens toch wel erg langzaam vindt Terugblikker die het goede voor- j beeld wil geven door nu met grote stap pen de volgende notulen te gaan bekij ken. Het blijkt dat de Bankafdeling haar zaken steeds kan uitbreiden, maar dat het winstcijfer van het gehéél toch laag blijft door verlies op de handelsafdeling. 'Overal kraakt het, overal groote verlie zen; waarom zouden wij een uitzonde ring zijn?' vraagt de directeur zich in 1922 af. Misschien dat daardoor een zekere kop schuwheid optrad, want het uitschrijven van een obligatielening onder de leden voor de bouw van een maalderij kreeg niet voldoende steun. De coöperatieve geest bleef zwak want in 1924 moest voorzitter nog zeggen 'De vereeniging moet nog meer doordron gen worden van de coöperatieve geest. We zijn niet alleen maar aan het werk om zo goedkoop mogelijk varkens te voeren, doch ook om samen de streek tot grotere bloei te brengen I' In 1929 werden beide afdelingen 'ge splitst'. De heer Straatman kreeg de lei ding over de bank; de heer A. J. Koudijs die over de handelsvereniging en dat met zoveel succes, dat in 1931 een nieu we grote maalderij in gebruik kon wor den genomen. Moeilijke jaren Het stichten van een eigen lagere land bouwschool met als hoofd de heer Kruidhof was een nieuw belangrijk initi atief van de vereniging. Toen kassier Straatman in 1935 vertrok werd de heer Koudijs benoemd tot directeur van beide afdelingen en werd de splitsing van 1929 weer ongedaan gemaakt (maar dit als intermezzo). Daar tussendoor kwam steeds weer de vraag naar voren of ook aan niet-leden geleverd mocht en kon worden. Er zijn immers personen die hoegenaamd geen dieren houden, dus weinig afnemen, ook niet als lid geaccepteerd kunnen worden omdat zij dan verhoudingsgewijs veel te veel invloed zouden hebben, en er zijn leden van een liquiderende coöperatie die moeten worden geholpen omdat zij anders aan de 'handel' te veel zouden moeten betalen. De tijden zijn abnormaal zodat wij veel water in de wijn moeten doen om de noodzakelijke omzet te bereiken. De moeilijkheden brachten ook mee dat ettelijken dachten zich elders een betere positie te kunnen opbouwen, zodat reeds in 1929 mededelingen werden ge daan betreffende emigratie van land bouwers naar Canada. Maar toch: In 1930 konden grootse uit- breidingsplannen aan de vergaderden worden voorgelegd. Omdat de grond, waarop gebouwd zal worden, eigendom van de Nederlandse Spoorwegen is, zal op de gebouwen zwaar moeten worden afgeschreven om tegen risico's gedekt te zijn. In weerwil van de landbouwcrisis die al duidelijk voelbaar werd, mocht men toch niet de noodzakelijke uitbrei dingen en aanschaffingen achterwege laten. En dan nog de plaag van de Runderhor zel! De Roomboterfabriek kon daarvoor wel in ruime mate potjes zalf verstrek ken. Enkele duizenden koeien werden reeds behandeld door een speciaal per soon. Verheugend is het voor de vereniging dat goede samenwerking aan het ont wikkelen is met jonge leden en oudleer lingen van de landbouwschool! Op dit en op velerlei verwant gebied bleef de vereniging zeer actief. De landbouwcrisistoestand deed de re gering ingrijpen met, naar de mening van velen, drastische maatregelen. Een van de eerste daarvan was de 'Varkens- steunwet' die later uitgroeide tot het veelzijdig en ingewikkeld geheel van de landbouwcrisiswetgeving die door steunmaatregelen en fok- en teeltbeper kingen trachtte het leven van de agra riërs dragelijk te houden. Het kostte het bestuur nogal wat moeite om de leden duidelijk te maken (overtui gen is een te zwaar woord) dat beper kingen in deze zeer abnormale omstan digheden hoogst noodzakelijk waren. Excursies Het 25-jarig jubileum kostte veel meer dan geraamd was, omdat men buiten gewoon vrijgevig was in het uitreiken van vrijkaarten voor een concours, maar bij het dertigjarig feest werd met leden en hun vrouwen per trein een excursie gemaakt naar Valkenburg. Het 35-jarig jubileum werd, zoals be kend, herdacht onder moeilijke omstan digheden, maar geconstateerd kon wor den dat toch financieel bevredigende re sultaten konden worden behaald. 1949 was een belangrijk jaar voor de le den. Met 240 personen werd een twee daagse excursie gemaakt naar België. Nu kwamen de jaren van afscheid ne men. De oprichters J. Douma, Jhr. de Beaufort en C. S. van Beuningen legden hun functie neer na de vereniging res pectievelijk 4143 en 45 jaar te hebben gediend. Respectabele prestaties! Het reizen nog lang niet moe werd in 1954 een tweedaagse reis naar Duits land ondernomen met 267 deelnemers en in 1959 vierde de Coöperatieve Boe renleenbank en Handelsvereniging haar gouden jubileum met een luisterrijk feest en de uitgave van een zeer goed verzorgd gedenkboek (waarvan Terug blikker nu dankbaar gebruik maakt). Om het verhaal over 'Woudenberg' niet te lang te maken nog enkele feiten, ge put uit de bestuursnotulen waaruit te le zen valt dat in 1966 de heer Floor tot di recteur van de afdeling Landbouwver- eniging werd benoemd. Deze man ont plooide vele initiatieven. Hij dacht aan praatavonden, dia-projecties, contact met veeartsen, een behoorlijk schaftlo kaal, een gereedschapswinkel (gelukkig niet alles tegelijk!) en in de jaren 1966 tot 1970 werd getracht een 'Jonge ren-adviesraad in te schakelen. Er waren besprekingen met de 'Varkens kern' en men bood gastvrijheid aan ne gentig Duitse boeren. Biggen, mollen en kanaries Men sprak over biggencontracten en keuring van monsters en het bleek dat de Mollenvanger zoveel werk had dat hij geen kans zag aan alle aanvragen naar wens en op tijd te voldoen. De gordijnen van de bestuurskamer wa ren zo vuil dat het zelfs deze mannen opviel en dat wil wel wat zeggen! Er werden subsidies gegeven aan de Fjordenpaardenvereniging en aan de Ka narievereniging (kleine vogeltjes dus kleine gift voor de tentoonstelling). De electronica overschreed de drempel want de directeur mocht een Logotroni ca kopen (wat dat dan ook zijn mag) voor f 33 620,- voorsteekinrichting en ponsmachine voor totaal f 44 600,- en in december 1967 werd besloten een avond te beleggen voor varkens- en rundveehouders, maar ook het perso neel kreeg een gratificatie. De show van plattelandsvrouwen ontving in 1968 een subsidie. Maar er waren méér coöperaties die van klein tot groot en heel groot uitgroeiden. Het sop werd wel erg dun; de winstmo gelijkheden werden kleiner, de kosten groeiden de pan uit. Op 29 januari 1969 werd ernstig van ge dachten gewisseld over eventuele sa menwerking met de Coöperatie te Bar- neveld. Alhoewel vele belangen en acti viteiten nagenoeg parallel liepen zou een besluit tot volledige samenwerking toch wel zeer nauwkeurig overleg en or ganisatie vereisen. De verschillen tussen handelsvereniging, met de Centrale bij de Cebeco, en bankafdeling met de Cen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 39