ken durfden afstappen van de bankabele
maatstaven, hetgeen op zich ook wel te
begrijpen is. Gezien echter de doorslag
gevende betekenis die gehecht kan wor
den aan de persoonlijke kwaliteiten van
een ondernemer zij het uiteraard on
der verdiscontering van de plaats waar
hij gevestigd is, het assortiment dat hij
voert, de produkten die hij maakt of de
diensten die hij verleent - kan bij een
grondig onderzoek naar de perspectie
ven in menig geval vrij veilig krediet
worden gegeven.
Het financiële stootblok mag aanmerke
lijk lager liggen dan het percentage dat
doorgaans in het vlak van de normale
kredietverlening wordt aangehouden, de
dekking mag soms zeer pover blijken,
niettemin kan kredietverlening verant
woord zijn.
Het is dan uiteraard wel zaak, dat het
project, niet alleen diepgaand maar ook
op een bepaalde wijze wordt onder
zocht, weshalve het ons van belang leek
een en ander op te merken omtrent de
z.g. integrale benadering. Bovendien kan
bij het zich vrijwel uitsluitend baseren
op de kwaliteiten van de ondernemer en
perspectief voor de toekomst, begelei
ding na kredietverlening niet worden ge
mist behoudens uiteraard in uitzonde
ringsgevallen.
Deze begeleiding gaat veel verder dan
het volgen van het verloop van de post
zoals bij menig bankbedrijf gebruikelijk
is.
Samenvattend: Het gaat er niet primair
om of er eventueel vrij veilig krediet kan
worden verleend uit hoofde van aanwe
zige (of te verwachten) zekerheden
maar hoe het staat met de merites van
het project onder verdiscontering van
persoonlijke kwaliteiten, concurrentie
enz.. Ook wanneer geen krediet nodig is
wordt eenzelfde methodiek gevolgd en
menig ondernemer, voor wie een finan
ciering op zich geen probleem is laat zijn
plannen dan ook door het instituut af
checken om zich zo goed mogelijk tegen
risico's te wapenen of aanwezige kan
sen zoveel te beter te kunnen benutten.
Liever dan van krediet-advisering ware
dan ook te spreken van projectbeoorde
ling, waarbij het gaat om garantiekredie
ten, om normale kredieten of om geval
len, waarbij de financiering op zich hele
maal geen probleem vormt.
Wat I. d. betreft: gezien de veelzijdige
problematiek, waarvoor de individuele
ondernemer zich gesteld ziet, kan hij on
mogelijk van alle markten volledig thuis
zijn. In zijn Umwelt krijgt hij met des
kundigen en specialisten te maken en
daarbij kan hij in menig geval niet als
volwaardig gesprekspartner fungeren.
Met het oog op dit aspect geeft het
CIMK hem de nodige support waarvan
behalve de krediet- en bedrijfseconomi
sche advisering, die hierboven reeds ter
sprake kwamen, een sprekend voor
beeld is de sectie z.g. technische voor
lichting. Deze sectie telt bouwkundigen,
interieurarchitecten en presentatiespeci
alisten die de ondernemer kunnen bij
staan in zijn contacten met architecten,
welstandscommissies, bij vernieuwin
gen van interieurs en verbouwingen als
mede bij de oplossing van problemen
om de presentatie van de zaak zo goed
mogelijk af te stemmen op de omgeving
en vooral op het marktsegment dat hij
wenst te bedienen.
Deze sectie is, naast op nieuwbouw of
verbouwingen voor industrieële en am
bachtelijke bedrijven, vooral gericht op
de detailhandel.
In groter verband verleent het instituut
zijn diensten aan de niet allround des
kundig zijnde ondernemer (en dan voor
al aan collectiviteiten daarvan) via zijn
afdeling planologie. In het kort kan de
activiteit dezer afdeling worden gety
peerd als beogend een evenwichtige uit
bouw, c.q. reconstructie van voorzienin
gen op het gebied van de distributie via
detailhandel en ambacht.
Naar bekend zijn bij dit soort projecten
grootheden betrokken als: gemeenten,
provincies, bouwondernemingen en pro
jectontwikkelaars alsmede ook finan
ciers.
Gezien de investeringen op zeer lange
termijn die in distributieplanologische
voorzieningen aan de orde zijn en de ge
weldige bedragen die daarmede zijn ge
moeid, dienen dergelijke projecten met
grote zorg te worden gepland en tot
stand gebracht
III De banken en het Midden- en
Kleinbedrijf
Het motief om op de problematiek van
het MKB in te spelen is bij banken een
ander dan bij het CIMK. Niet om het
dienstbetoon als zodanig en dan met
name om te voorzien in de financie
ringsbehoeften van deze belangrijkse
sector van het bedrijfsleven is het het
bankwezen begonnen, maar om door
middel van die dienstverlening een over
schot boven de daaraan verbonden kos
ten te behalen.
Vooropgesteld zij, dat dit een volkomen
legitieme doelstelling is. Het is altijd nog
zo, dat de mogelijkheid voor verleende
diensten een zodanige prijs te bedingen
- en dat vooral op de lange termijn - dat
er winst gemaakt wordt een goede
graadmeter is voor de waarde van die
diensten.
Behalve 'het op lange termijn' dient als
tweede criterium genoemd te worden,
dat zulks in concurrentie gebeurt. Met
de introductie van het z.g. tweede circuit
wordt meer dan voorheen aan dit criteri
um recht gedaan.
Met een te grote concurrentie is de on
dernemer in het MKB evenwel niet ge
diend. De bankier is een specialist,
waarmee hij lang niet altijd op 'neus-
hoogte' kan onderhandelen.
Dat de overheid de risico's verbonden
aan een te grote concurrentie heeft on
derkend, is wel gebleken uit de zorg
voor gelijkwaardige condities, die voor
de garantiekredietverlening nauwkeurig
omschreven zijn. Gelijke prijzen voor aan
het MKB onder overheidsgarantie te
verlenen kredieten, gelijke behande
lingsprocedure en gelijke voor de behan
deling van een aanvraag in rekening te
brengen kosten.
Voorts is de overheid erop bedacht ge
weest, dat in gevallen, waar de conse
quenties van kredietverkrijging voor het
MKB het meest ingrijpend zijn en de risi
co's derhalve het grootst een aanvraag
bij de behandelingsprocedure een onaf
hankelijke en objectieve adviesinstantie
dient te passeren. Het ziet er naar uit,
dat het CIMK onder die adviesinstanties
een belangrijke plaats zal innemen.
Het gaat dan om integraal te financieren
projecten, als het stichten van een
nieuw bedrijf, het overnemen van een
bestaand bedrijf, filiaalvestiging, een
eerste vestiging als zelfstandig onderne
mer, de voorziening in 'stootblokkapi-
taal' via het zogenaamde vermogensver-
sterkingskrediet en ten slotte: voor de fi
nanciering van onroerend goed via een
door de overheid te garanderen hypo
thecaire lening blijft het reeds bestaan
de 'circuit' via het CIMK ongewijzigd.
In het voorgaande werd en passant
reeds opgemerkt, dat het lang geduurd
heeft voor 'de banken' de markt, welke
het MKB hun biedt welbewust gingen
bewerken. Inmiddels is het een zaak van
communis opinio dat het MKB alle aan
dacht verdient.
Enkele grootbanken stichtten dochter
ondernemingen waarvan het beleid
wordt gekenmerkt door het voorzien in
financieringsbehoeften van het MKB op
soortgelijke en overeenkomstige wijze
als bij de garantiekredietverlening ge
beurt. De Rabobanken vanouds ver
trouwd met het kleinschalige bedrijf in
de agrarische sector en sinds lang actief
in het MKB zoals dat hier wordt be
doeld, spreken zelfs van 'op gelijke wij
ze'.
Men heeft inmiddels wel onderkend, dat
een op de desbetreffende categorie af
gestemde methodiek en procedure ge
boden zijn onder inzet van speciaal voor
de kredietverlening aan het MKB opge
leide en daarop getrainde functionaris
sen. Slechts in zoverre is er een verschil
met het CIMK, dat het instituut terzake
streeft naar optimalisatie en het bank
wezen zich naar zijn aard afvraagt waar
mee kan worden volstaan. Over het
'waarmee kan worden volstaan' kan ver
schillend worden gedacht. Het ligt wel
haast in de rede, dat van de kant van het
vervolg op pagina 30