1
tientallen bezoeken werden gebracht
aan buitenlandse banken, bleek onmid
dellijk dat we niet zo zeer meer overal
hoefden te beginnen met uit te leggen
wie we waren: er was een entree, onze
naam was door de advertentie bij velen
blijven hangen.
Al neemt het internationale verkeer toe,
het aantal goede adressen in de bank
wereld is eigenlijk minder geworden.
Om allerlei redenen zijn er de laatste ja
ren nogal wat banken op de financiële
markt uitgevallen, men is ook voorzich
tiger geworden waar men zijn geld uit
zet. De klank van onze naam in de inter
nationale bankwereld blijkt echter heel
goed te zijn; een betrouwbaar adres om
zaken mee te doen. Als die tot stand ko
men - en er worden vrij grote zaken ge
daan - bevordert dat ook weer onze be-
kendheid. De heer Brands wijst ons een
paar maal uitdrukkelijk op de reciproci
teit die op zijn terrein vanzelfsprekend is.
Als een buitenlandse bankrelatie ons
geld toevertrouwt, accreditieven opent
enz., moeten wij wederkerig op onze
beurt niet achterblijven. Wanneer je
naam, geloofwaardigheid en betrouw
baarheid eenmaal gevestigd is, volgt het j
een uit het ander.
Emissie syndicaten bijvoorbeeld. In het
verleden deden we daar nogal wat aan
mee met kleine participaties. Nu worden
we gezien als een grote marktpartij, die
naar draagkracht en mogelijkheden een
substantiële bijdrage kan leveren. Dat is
gunstig voor onze eigen revenuen, maar
het werkt ook weer in de hand, dat wij
door banken en bedrijven, hier en elders,
ingeschakeld worden in het internatio
nale bankverkeer.
Afstemmen op de cliënt
Hand in hand met onze groeiende be
kendheid ging de zorg voor de opbouw
van een goed geoutilleerd service-appa
raat. De heer Brands zegt met rustig ver
trouwen: 'Natuurlijk blijft er altijd veel te
doen om ons werk verder te perfectio
neren, maar met wat we nu hebben
kunnen we onze toenemende zaken op
een redelijke, verantwoorde en ook con
currerende manier verwerken. Zo n toets
kunnen we doorstaan. We weten, dat
ook onze operationele activiteiten een
soort visitekaartje zijn: hoe goed en hoe
snel worden de zaken verwerkt?'
Dat is ook van belang tegenover onze
aangeloten banken. Doordat ze zoveel
reizen verzorgen, gaan ook al meer tra-
vellercheques van hand tot hand. Ver
eenvoudiging en versnelling van dat
chequeverkeer is erg belangrijk en het is
goed te weten, dat de Centrale Bank al
een heel eind op weg is naar automati
sering van dit verkeer.
Alles is er op gericht de cliënt slagvaar
dig en up to date te begeleiden. Dat ver-
eist van een bank tegenwoordig heel
y wat meer dan vroeger! De heer Brands
zegt dan ook: 'De bank moet zelf naar de
cliënt komen, bijvoorbeeld met ideeën
waar hij nieuwe markten zou kunnen
vinden. Om dat te doen is gedegen re
search nodig. Wij hebben vorig jaar de
operationele activiteiten binnen ons be
drijf nog meer gescheiden van de
niet-operationele. Tot de eerste groep
horen afdelingen, die zich met activitei
ten als import-export, behandeling van
documenten, verrichten van betalingen
enz. bezighouden. Dat kun je de service
organisatie noemen. De niet-operatio
nele medewerkers zijn meer de 'sales
men', 'credit-officers', die bijvoorbeeld
de risico's van zaken doen met cliënten
en landen beoordelen, contacten onder
maar bij een goede debiteur kan de lo
catie verschil uitmaken i.v.m. overheids-
en deviezenmaatregelen, die op een ge
geven ogenblik noch de betrokken debi
teur noch de crediteur in de hand heeft.
Daar zijn we dan nog voorzichtiger mee.
Koersrisico's proberen we zo veel moge
lijk te vermijden door geld aan te trek
ken in die valuta's, waarin ook de aan
geboden faciliteiten luiden.
Ook de aangesloten banken erbij
betrekken
De middelen voor die internationale ac
tiviteiten worden, de heer Brands stelt
dat nadrukkelijk, voor verreweg het
grootste deel aangetrokken uit het bui-
De heer Brands aan het
werk met enkele van zijn
medewerkers.
Op de vorige pagina: de
oude, pas gerestaureerde
Jacobikerk torent hoog
boven de 'Overkant' aan
de St. Jacobsstraat te
Utrecht, waarin het Di
rectoraat Buitenland is
gevestigd.
houden met die landen en de ontwikke
lingen aldaar onder de aandacht bren
gen van bestaande of potentiële cliën
ten. De verantwoordelijkheid voor groe
pen van die landen blijft bij afzonderlijke
areamanagers.'
Het zaken doen met het buitenland ver
schilt in wezen niet zoveel met het bin
nenlandse bankbedrijf. Iedere financie
ring of kredietfaciliteit moet net als in
Nederland op zijn merites bekeken wor
den. Het is alleen wat moeilijker omdat
niet alleen de cliënt, maar ook het zoge
naamde 'landen-risico' op korte en op
lange termijn bekeken moeten worden.
Een slechte debiteur is overal slecht,
tenland. Afgelopen jaar was er weer een
heel behoorlijke groei in deposito's van
vreemde valuta. Deze middelen moeten
dan weer rendabel worden uitgezet, bij
voorbeeld bij eerste klas banken, in zo
genaamde 'roll-overs' en ook gedeelte
lijk in financieringen van import en ex
port.
Een groot deel van de inkomsten komt
ten goede aan de aangesloten banken.
Van de vreemd bankpapier valutatrans
acties en de travellercheques wordt,
om een voorbeeld te noemen, het groot
ste percentage van onze inkomsten
doorgegeven aan onze lokale banken.
Een ideaal voor de heer Brands is het