geld en goede raad ook internationaal Uit dezelfde stam Opvallend is daarbij sinds enkele jaren onze buitenlandse activiteit. Die heeft terecht sinds onze grote fusie een vol wassen accent gekregen en doet vooral de laatste tijd steeds meer van zich spreken. 'Het is een nieuwe loot uitoöp- eratieve stam,' zegt de heer G. N. Brands, die als directeur van de Centrale Bank aan het hoofd staat van het Direc toraat Buitenland. 'Ik kan niet genoeg onderstrepen, dat ons beleid eenvoudig gericht is op het verantwoord en soepel begeleiden van onze cliënten in interna tionale zaken en op het behartigen van de internationale relaties ten gunste van onze hele organisatie. Een organisatie als de onze mocht dit terrein niet braak laten liggen en bijvoorbeeld aan de an dere banken overlaten. Zeker niet nu de behoefte aan en de vraag naar steun bij deelname aan het internationale gebeu ren onder onze cliënten steeds groter wordt.' We moeten ook bedenken, dat verwan te coöperatieve instellingen, de z.g. agri- business, allang hun vlucht over de grenzen uitgestrekt hebben. Zij hebben hun vroegere beslotenheid doorbroken en blazen een heel behoorlijke partij Onder de vertrouwde dorpstoren zijn de meeste coöperatieve banken gebo ren en opgevoed. Dat heeft ons karakter gevormd; we zijn er trots opMaar om ons bedrijf goed te voeren, moesten we al snel ver over de dorpsgren- zen heen kijken. Aangesloten banken en hun Centrale Bank te zamen ont wikkelden zich tot een echte landelijke instelling, zoals we die nu als Rabo- bankorganisatie kennen. Zij zijn uitgegroeid van overwegend plattelands- banken tot all-roundbanken, die alle bankzaken voor hun cliënten willen be hartigen. mee in de internationale import en ex port. Als we hen thuis financieren, moe ten we hen ook met transacties buitens lands kunnen bijstaan. Dat geldt natuur lijk ook voor onze niet-coöperatieve cliënten, bestaande of potentiële. 'Rembrandt country is Rabobank country' Vergeleken met niet zo heel veel jaren geleden is er een enorm verschil. Al wa ren we ook toen reeds een grote organi satie, internationaal roerden we ons zeer weinig. We bepaalden ons tot een toe- schouwersrol; passief meedoen, als het zo uit kwam. Thans streven we bewust actief de uitbouw van ons buitenlands bedrijf na. De heer Brands, die nu zo n anderhalf jaar aan de Centrale Bank ver bonden is, vindt dat er 'een paar flinke stappen in de goede richting zijn ge daan'. Wij zouden dit kunnen illustreren door een beschrijving van de interne op bouw van zijn directoraat, maar dit zou ons te ver voeren. Dat er thans 300 per soneelsleden aan dit directoraat verbon den zijn, werkzaam hetzij op de hoofd vestiging in Utrecht, hetzij op de kanto ren in Amsterdam of Rotterdam, wijst er zonder meer reeds op, dat er enorm veel werk te verzetten valt. De heer Brands is erg tevreden over het enthousiasme van zijn medewerkers, waardoor dit alles is mogelijk geworden. Een van de eerste voorwaarden voor het actief beleid was het beter bekendma ken van onze naam in het buitenland. Daar schortte nogal wat aan. Te vaak merkte je bij buitenlandse gastheren of gasten dat ze eigenlijk nauwelijks van onze organisatie hadden gehoord. Ons jaarverslag - in het Engels - was en is nog ons allerbeste visitekaartje: een bank die naar rangorde redelijk vooraan staat in de wereld van banken laat niet na interesse te wekken om meer tot za ken te komen! Die naambekendheid is ondertussen heel snel beter geworden. Er is hard aan gewerkt. Veel effect heeft ook gehad onze advertentie-campagne met 'Rembrandt country is Rabobank country'. Toen vorig najaar door ons

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 10