wob
dankwoord dr. verhage
Bij mijn afscheid als voorzitter van de Hoofddirectie hebben mijn vrouw en
ik een overweldigende stroom van sympathiebetuigingen, bloemen en ge
schenken ontvangen. Van alle kanten werden wij gelukgewenst bij mijn
bevordering tot Commandeur in de Orde van Oanje-Nassau. Ik wil aan al
len in onze organisatie en de velen die met onze organisatie verbonden zijn
de grote erkentelijkheid van mijn vrouw en mij tot uiting brengen. Na alle
jaren die ik op een prettige wijze in de organisatie heb gewerkt heeft ons
beiden dit zeer veel goed gedaan. Ik wens allen nog goede en bevrediging
schenkende werkzaamheden in de verdere uitbouw van onze coöperatieve
onderneming.
A. J. Verhage
leerd worden, nu er ook zakelijk samen
gewerkt gaat worden. Ook het belang
van de LCB wordt onverminderd onder
kend. Terecht is daarom onlangs beslo
ten het aandelenkapitaal met de helft uit
te breiden. Ook wij zullen voor ons deel,
10 in deze uitbreiding participeren.
De zes Europese banken, een aantal dat
in de toekomst met nog andere coöpe
ratieve bankorganisaties in Europa zou
kunnen worden uitgebreid, staan aan
het begin van een nieuwe weg. Om tot
een echte samenwerking op internatio
naal bankgebied te komen, zal veel werk
verzet moeten worden. Maar er is geen
enkele reden om aan het slagen daarin
te twijfelen. Wij verheugen ons - zeker
ook vanuit onze eigen historische ach
tergrond - er over dat we dit wijde bui
tenlandse terrein nu ook gezamenlijk
gaan bewerken. Daarmee zijn onze klan
ten gediend.
voor deze z.g. achterstallige backservi
ce-verplichtingen benodigd is, beloopt
een zeer aanzienlijk bedrag. Daarom had
de Centrale Bank zich al dadelijk tot een
voorfinanciering bereid verklaard.
In de Centrale Kringvergadering van vo
rige maand is deze belangrijke en ook
ingewikkelde kwestie helemaal afge
rond: meegedeeld werd, dat de Centrale
Bank bij nader inzien het volle koopsom
bedrag, dat nodig is voor de achterstal
lige backservice-verplichtingen van de
Centrale Bank voor eigen rekening wil
nemen. De reden daarvoor ligt enerzijds
in het feit dat voor het storten van de
koopsom door onze banken in aanzien
lijke mate een beroep zal moeten wor
den gedaan op de z.g. winstgarantie-c.q.
verliescompensatieregeling en ander-
HARDE PENSIOENEN ZIJN
GEKOCHT EN BETAALD
Precies een jaar geleden schreven wij
onder het hoofd 'Harde Pensioenen'
over het uniforme koopsomsysteem,
waartoe besloten was in het kader van
de financiering van de bij de Stichting
Pensioenfonds Rabobanken verzekerde
pensioenen voor medewerkers van de
aangesloten banken. Bij de fusie van de
beide vroegere organisaties werd duide
lijk, dat er onder onze banken verschil
lende dekkingssystemen werden toege
past, die weliswaar alle tot een gelijk re
sultaat voerden op de pensioendatum
van de werknemer, maar gedurende de
opbouw zeer uiteen liepen. Er waren z.g.
zachte, harde en soms zelfs te harde
pensioenen, d.w.z. de een kreeg bij tus
sentijdse beëindiging van het dienstver
band te weinig, de ander precies genoeg
en een derde zelfs te veel mee in ver
houding tot zijn verstreken diensttijd.
Het is zeer verheugend, dat onze banken
algemeen het koopsomsysteem hebben
willen aanvaarden om alle pensioenen
•gelijkelijk hard te maken. De som, die
zijds in het grote belang om per eind
1976 te bereiken, dat voor alle perso
neelsleden in de organisatie gelijke pen
sioenen zullen gelden. Dat is voor het
personeelsbeleid in de organisatie zeer
bevorderlijk.
In onze organisatie kan men nu wel den
ken 'dat is toch maar mooi van die Cen
trale Bank', maar zo'n gedachte hoeft
beslist niet. Een goede pensioenregeling
is immers een zaak, een plicht van de
hele organisatie, en daar heeft ook de
Centrale Bank belang bij. Daar wil zij
thans eenmalig aan meehelpen. Op dat
woord eenmalig valt de nadruk. Er wordt
over 1976 een zeer fors bedrag onttrok
ken aan de vermogingsvorming van de
Centrale Bank zelf. De hoogte van de
rentevergoeding ten behoeve van de
aangesloten banken wordt er echter niet
door geraakt. Het is een uitzonderlijke
stap, waarmee doelbewust in het nadeel
van de Centrale Bank wordt afgeweken
van het bekende uitgangspunt van ge
lijke relatieve reserveringscapaciteit van
Centrale Bank en aangesloten banken.
Hiermee is, dunkt ons, een waardige af
sluiting bereikt van de volledige verwe
zenlijking van de harmonisatie van ar
beidsvoorwaarden. Daar stonden we bij
de fusie voor en het is een vooral tech
nisch heel moeilijke opgave gebleken.
We hebben het zonder strubbelingen en
onrust geklaard en daar mogen wij, Cen
trale Bank, aangesloten banken en hun
werknemers, toch wel dankbaar voor
zijn.
Minister Duisenberg
over de Rabobank
Het was voor dr. Verhage
en in hem ook voor onze
organisatie een hoogte
punt toen minister Dui
senberg hem tijdens een
korte bijeenkomst in het
Amstelhotel op 15 de
cember jl. zijn benoeming
bij bevordering tot Com
mandeur in de Orde van
Oranje-Nassau meedeel
de.
'De heer Verhage,' zei de
minister onder meer, 'is
de stuwende kracht ge
weest voor deze nu gi
gantische organisatie.
Eén van onze grootste
bankinstellingen, met een
specifieke en ingewikkel
de structuur. Het is in ons
land de bank, die het
meest contact heeft met
de basis.'
Vooral die laatste woor
den hebben ons goed ge
daan. Wij zijn blij, dat de
minister daarop gewezen
heeft bij het afscheid van
de man, die zich zo on-
aflatend voor onze ont
plooiing heeft ingezet.
Het is voor buitenstaan
ders vaak een merkwaar
dig verschijnsel dat zo'n
enorm grote bank toch
gedragen wordt door bre
de lagen uit heel ons volk.
Voor ons hoort dat zo,
daarvoor zijn we coöpe
ratief!