sie, Baron van Hardenbroek, vertelde dat het gebruikelijk is dat bij een derge lijk apparaat een begeleider meegaat ter instructie en om stoornissen te verhel pen. Zo'n man moet ook beloond wor den door de gebruiker, plus enige huur voor de machine. Maar men zou liever toch zien dat die begeleider maar weg bleef en dan wat meer huur betalen! Zakkenrollen op de paardenmarkt Op 14 januari 1914 was het zo bitter koud dat het te verontschuldigen was dat zo weinig leden aanwezig waren. De afwezigen hadden kunnen vernemen dat de rekening sloot met een saldo van f 7,591/2 en dat het tegoed bij de Rijks postspaarbank f 385,51 bedroeg. De heer J. B. de Beaufort heeft een graanmaaimachine geschonken en deze mededeling werd door de vergadering met gejuich begroet uiteraard. Naast beloningen en warme dankzeg gingen aan trouwe medewerkers heeft ook het vermoeden post gevat dat enke le molenaars in de omgeving wat meer toezicht behoeven. Hierin ligt een duide lijke vingerwijzing voor het oprichten van een eigen malerij, meent de voorzit ter. Maar wat te doen aan het euvel van de zakkenrollerij op paardenmarkten? Met goedkeurend gemompel werd het voor stel van de voorzitter begroet om kassier op te dragen op de voornaamste paar denmarkten zitting te houden en aldaar zulke maatregelen te nemen dat de le den hun geld slechts een minimum van tijd bij zich behoeven te houden. Hartelijke instemming vond het voorstel van een lid om de mogelijke wachttijd ten kantore te helpen verkorten door 'wat sigaren aanwezig te hebben zoodat zij die zaken komen doen eens kun nen opsteken'. Dat de kunstmeststrooier het wel zon der begeleider zou kunnen doen volgens de leden, viel bij de voorzitter van de commissie, Baron van Hardenbroek, niet in goede aarde. Er kunnen immers leden zijn die de machine onklaar maken en dat verzwijgen en dan zitten we met de gebakken peren. In Renswoude is dat al een ervaringsfeit. Voorzitter wil dan ook uit de Commissie treden evenals een an der lid. Gelukkig werd een goede oplos sing van deze moeilijkheid gevonden. Omdat er weer een 'betrekkelijk groot kassaldo' is moest maar een subsidie gegeven worden voor het stationeren van een dekhengst. Dat was inmiddels al gebeurd. Er kon niet op de algemene vergadering wor den gewacht 'daar de omstandigheden zulks niet gedoogen'. De heer De Beaufort kan tot zijn blijd schap berichten dat het 'oude' Schou tenhuis in het dorp gereed is en eerlang in gebruik zal worden genomen o.a. ook door de Coöperatieve Boerenleenbank en Handelsvereeniging. De bankafdeling bloeide voorspoedig. Daarom konden uit de winst over 1914 zowel aan de kassier als aan het loods- personeel gratificaties worden toege kend, bleef nog f2 306,49 over en kon daardoor het reservefonds groeien tot f4 165,33! Hier, in het Schoutenhuis, was de Boerenleenbank-handelsvereniging van 7915-1926 gevestigd. Oorlog en watersnood De oorlogstoestand die inmiddels was ingetreden vereiste wel besprekingen en voorzieningen betreffende aankoop en distributie van goederen, maar zouden 's lands financiën zo zwak zijn geweest dat daarom de rijkstoelage voor de land bouwschool met f20,- moest worden verminderd? Het hoofd van die opleiding vroeg uit de bankkas dus f20,- te mogen ontvangen voor leermiddelen. 'Onderzocht zal wor den in hoeverre de bedoelde aankoop nodig zal blijken te zijn. Eene beslissing zal derhalve later kunnen worden geno men'. Op 14 januari 1916 trof een enorme wa tersnood met hevige storm en zeer hoge watervloed vele polders langs de Zuider zee. (Terugblikker herinnert zich dat hij met een klompscheepje kon varen in de tuin van het toenmalig militair hospitaal in Harderwijk). Gelderland, Utrecht en Noordholland werden zwaar getroffen. Vanzelfsprekend werd om hulp ge vraagd en bijstand voor hen die veel ver loren hadden. 'Teneinde zulks aan de vergeetelheid te onttrekken, zij hier nog het volgende medegedeeld schrijft secretaris Van Beuningen in een bijlage van het notu lenboek en hij vermeldt dat Wouden- berg-Maarn tot het schoone eindresul taat kwam van duizenden kilo's hooi en stro plus hei, haver, rapen en aardappe len en aan geld ruim f 1 000,-! Van de commissaris der Koningin in de provincie Utrecht werd dan ook zeer te recht een bedankbrief ontvangen. Omdat de moderne mechanisatie toch niet tegen te houden was werd door de bank, ten behoeve van de handelsafde ling eenen zuiggasmotor aangeschaft. Deze zou worden geplaatst op 'Ange- rensteyn' bij de heer Van Beuningen, die daarvoor ook een huur zal vergoeden en ook werd overwogen een weegbrug voor levend vee aan te kopen. Ook de meisjes moeten maar eens aan hun trekken komen. De Commissie tot bevordering van het Landbouwonder wijs vraagt medewerking tot het organi seren van een cursus huishoudonder- wijs. Enkele bestuursleden vonden dat niet zo erg nodig en 'oordeelen dat de opvoeding en de kennis in huis opge daan voor de meisjes meer dan voldoen de is'. Toch ging deze cursus, na een uit eenzetting door de landbouwconsulent gelukkig dóór. Het was wel betreurenswaardig dat 'in deze provincie een groot gebrek aan or ganisatie' te constateren valt. Dat zal dan ook wel de oorzaak ervan zijn dat het ULG de zorgvolle toestand van de kas uiteenzette en dus versterking van geldmiddelen uiterste noodzaak is. Het ULG beval ten zeerste aan 'eene veree- niging van de Landbouwafdeeling met de Coöperatieve Boerenleenbank en Handelsvereeniging'. Dit zou bestudeerd worden. Ook hier ontstond ten gevolge van de oorlogstoestand een gebrek aan goede ren maar daartegenover een overvloed van geld. 'De groote toevloed van geld op de Banken en het verwerken hiervan in soliede banen, brengt groote stoornis teweeg'. De bankbeheerders hadden het niet gemakkelijk! Evenmin hadden de 'handelsmensen' een lichte taak nu 're- geeringsartikelen' gedistribueerd moes ten worden, maar er ook nog 'vrije arti kelen' te verhandelen waren. Waak zaamheid was geboden dat profiteurs niet van meerdere walletjes gingen eten tot schade van de vereeniging! Wordt vervolgd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 39