T M// rr// f7 onteigening en het beperken van het agrarisch gebruik door wettelijke bepalingen. De minister van landbouw heeft bij de behandeling van zijn Begroting in de Tweede Kamer reeds wat vinger oefeningen gemaakt op dit gebied. Hij noemde aller eerst het voorkeursrecht als middel om grond die ter verkoop wordt aangeboden te leiden naar agrarische bedrijven die daar het meest behoefte aan hebben. Mi nister Van der Stee is daar later in een vergadering van het Drentse Landbouw Genootschap verder op inge gaan. Ook kondigde hij voorstellen aan voor het afslui ten van zogenaamde beheersovereenkomsten welke de vergoedingen moeten regelen die agrariërs krijgen wanneer zij in hun mogelijkheden van grondgebruik worden beperkt, bijvoorbeeld ten behoeve van recrea tie en conservering van een mooi geoordeeld land schap. De directeur van de Stichting Beheer Land bouwgronden, ir. G. van der Lely, heeft in een lezing voor de CBTB deze onderwerpen ook besproken; hoe wel hij als persoon sprak, kan uit zijn woorden toch het een en ander worden afgeleid wat er bij de overheid op dit gebied leeft. Het voorkeursrecht zou in dit geval moeten inhouden dat agrarische bedrijven welke aan bepaalde criteria voldoen, het eerst in aanmerking komen om grond te kopen welke door een grondeigenaar ten verkoop wordt aangeboden. Van groot belang is natuurlijk hoe deze criteria worden bepaald, maar men mag aanne men dat door dit voorkeursrecht het aantal potentiële kopers wordt verkleind. Hierdoor gaat er een matigen de invloed uit op de grondprijs. Wil men dit doel echter goed bereiken dan zal de overheid op de achtergrond invloed op deze prijsvorming moeten uitoefenen, hetzij door zelf als bevoorrecht koper op te treden, hetzij door via de rechterlijke macht in een soort van arbitrage een prijs vast te stellen. Hiermede heeft men dan een pen dant van het voorkeursrecht van de gemeenten t.b.v. de woningbouw waarvoor op het ogenblik een wets ontwerp in de Tweede Kamer wordt besproken. Belangrijke details Voor de beheersovereenkomsten zijn voorstellen in voorbereiding welke binnenkort aan het Landbouw schap zullen worden voorgelegd. Het zal hier gaan om provinciale beheersplannen welke onder meer aange ven welke beperkingen op het agrarisch bedrijf nodig worden geacht en welke normen zullen gelden voor be heersvergoedingen. De laatste bestaan uit het verschil van inkomsten van een bedrijf met gebruiksbeperkin gen en een bedrijf zonder zulke beperkingen. Elke zes jaar zullen deze normen worden bijgesteld. De heer Van der Lely stelde, dat wanneer men een dergelijke over eenkomst niet wil afsluiten men zijn bedrijf zou moeten verkopen aan iemand die dat wel wil. Voordat er een definitief oordeel over de beheersover eenkomsten gegeven kan worden, zullen meer details bekend moeten zijn. Het best zou men kunnen begin nen bij het vaststellen van de normen voor de vergoe dingen bij bepaalde gebruiksbeperkingen. De overheid zou dan wel eens tot de conclusie kunnen komen dat men zich met deze beperkingen maar wat moet ma tigen in verband met de hoge kosten. Verder zal ie mand die voor de keus komt tussen het aanvaarden van een overeenkomst en het verkopen van zijn bedrijf, de zekerheid moeten hebben dat de waarde van zijn bedrijf door bestaan van een beheersplan niet vermin derd. Het zijn dit soort van details welke doorslagge vend kunnen zijn voor de aanvaardbaarheid voor de meest betrokkenen van nieuwe richtingen in het land bouwbeleid. Meen je dat nou van die bruine geldboetiek, vroeg een ongeruste collega, die zelf zijn bedrijf wei uitoefent in een mooi gerestaureerd 17e-eeuws pand, maar binnen elk denkbaar snufje op het gebied van de bankmode heeft gevolgd. Ik kon hem geruststellen met de mede deling dat een dergelijk plan door ons niet wordt over wogen. Hoewel. Zo'n brede balie van geloogd eikehout tegen een achtergrond van een balken plafond met groene lampekapjes. Schoon metselwerk uiteraard en wat rus tieke dingetjes aan de wand om onze afkomst te bena drukken, een paardehoofdstel, disselboom, ruif, koeie- bel, u kent het wel. Een en ander wat afmaken met fleurig brabants bont en voor mij zo'n lekker ouderwets cylinderbureau. Het zou goed passen bij die munten- handel van ons, want laten we eerlijk zijn, wat is dat nou helemaal. Dat wordt maar onder het veiligheids glas doorgeschoven als een kroket uit de cafetaria. Daar zou toch eigenlijk zwart fluweel bijhoren en een mooie tafel, beschaafde verlichting en zachte fluister stemmen. Gewoon een representatieve ambiance, zo als wij dat bij ons op het dorp plegen te noemen. Goed, het is niet altijd met romantische oogmerken, dat men Willem Drietjes pleegt te bestellen of Wilhel- mientjes met hangend haar. Bovendien is men in onze buurt nog niet zo numismatisch ingesteld en geneigd eerst eens met de tanden te proberen of 't wel echt is. Een zilveren jubileumtientje loopt als een trein, dat is een aardigheidje waar niemand zich immers een buil aan kan vallen. Verder alles gewoon op 't boekje of voor de heel modernen een spaardepotbewijs. Wel is het sinds jaar en dag gewoonte om van tijd tot tijd de kinderen of kleinkinderen eens te verblijden met een mooi gouden tientje. Onlangs kregen we nog zo'n bestelling, twaalf stuks die vlot werden geleverd want onze Centrale Bank werkt razend snel. Het is een aar diger gezicht dan koperen stuivers, dus keken we er even naar. Door een onverklaarbare oorzaak gleed er eentje van de tafel uit het papiertje. Nog even een zacht geluid op de vloer en weg was de Willemien. De munt bleef ook weg, definitief en omdat oneerlijkheid in ons groepje uitgesloten kan worden geacht, zaten we na veel bukken en kruipen met een levensgroot raadsel. Een bedrijfsongeval, dat toch een flinke strop betekent. Een onrustige dag was het, tenslotte heb je in ons be drijf vaker te maken met een gouden dak dan met een gouden vloer. Het mysterie bleef onopgelost tot ik 's avonds laat met een zucht van welbehagen mijn schoenen uittrok en door de slaapkamer keilde. Onder eentje zat zo'n af schuwelijke vieze plak grijze kauwgom, die je om ge heimzinnige reden alleen met je nagels schijnt te kun nen verwijderen. Vol walging bekeek ik de schoen, er glinsterde iets tussen de vieze kauwmassa. Het tientje was terecht. En voordat het schoon en ge lukkig vrijwel onbeschadigd voor me lag, waren we een goed uurtje verder. Om het te vieren, heb ik de volgen de morgen op taartjes bij de koffie getracteerd. Geef mij toch maar een gewoon kasverschil. Soms is het pittig tellen en zoeken geblazen, maar het komt er tenminste uit. En rolt er eens een cent onvindbaar weg, dan valt dat gemakkelijk bij te passen. Maar zo'n nu mismatische kostbaarheid Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 31