redelijke winst om redenen van continuïteit is de grote opgave voor de komende jaren. Immers, de kostenstijging is onrustbarend en de concurrentieverhoudingen dreigen op verschillende terreinen te worden scheefgetrokken doordat de Overheid haar oude functie van onafhankelijke arbiter in het economische leven gaat verlaten en zich hoe langer hoe meer als partij gaat opstellen. Daartegenover dreigt het gevaar van binnen uit, - en ik zeg dat met enige schroom - dat de redelijke resultaten van de laatste jaren - bedoeld én geschapen als bescherming tegen de inflatiegolven - een ongunstige invloed op het kostenbewustzijn gaan krijgen. Dit te verhoeden is onze eerste opgave als medewerkers van de Centrale Bank. Vooral ook zal dit nodig zijn omdat we zullen moeten voortgaan onze dienstenverlening nog verder - en vooral kwalitatief - te verbeteren: ook dit vereist een moderne interpretatie van het kernstuk van ons bedrijfsbeleid. Maar deze kwalitatieve verbetering van het dienstverleningspakket eist ook bij ons extra diepte-investeringen, hetgeen betekent dat een deel van hetgeen er anders zou overblijven tussen opbrengst en kosten daarvoor moet worden bestemd. Een zware taak wacht ons allen, ook in de toekomst. Mits we op elkaar kunnen rekenen, geloof ik, zullen we het ook in de toekomst waarachtig wel rooien. De heer Lardinois deed tenslotte een beroep op de aanwezigen hem in zijn nieuwe taak bij te staan. 'Ik ben geen bankier, was dat niet toen ik geboren werd en ben het nu ook niet. Een van mijn dochters studeert, is lid van het corps maar ook van de studentenvakbond. Komt bij me en vraagt: vader, ik kan het bij de vakbond niet maken als ik vertel dat u bankier bent. Mag ik u bankwerker noemenHeb daartoe permissie gegeven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 11