Na een lange en succesvolle staat van dienst in onze organisatie zal dr. A. J. Verhage zijn functie als voorzitter van de hoofddirectie van de Centrale Rabobank neerleggen. Het is ondoenlijk in een artikel de vele verdiensten van dr. Verhage voor onze organisatie enigszins naar waarde te schetsen. Ik zal daartoe dan ook geen poging doen, maar slechts op enkele facetten van zijn werk iets nader ingaan en mij daarbij in hoofdzaak bepalen tot de tijd vlak vóór de fusie en de periode waarin hij als voorzitter van de hoofddirectie heeft gefungeerd. Als voorzitter van het bestuur van de Centrale Raiffeisen- Bank heeft de heer Verhage een zeer belangrijke en wellicht doorslaggevende rol vervuld bij het tot stand komen van de Rabobankorganisatie. Reeds tijdens ons eerste gesprek dat wij samen hadden op 20 januari 1970 en waarin de wenselijkheid, de mogelijkheden en de moeilijkheden van een fusie werden afgetast, bleek welk een overtuigd voorstander hij was van een samengaan van de beide centrale banken. Na die eerste 'verkenning' volgden spoedig meer besprekingen, aanvankelijk tussen ons beiden, spoedig daarna in de betrokken beleidscolleges van beide organisaties afzonderlijk en gezamenlijk. Al die besprekingen werden steeds gekenmerkt door een goede sfeer, waardoor het resultaat veel sneller tot stand kwam, dan iemand had kunnen vermoeden. Dat alles zo bevredigend kon verlopen was voor een groot deel te danken aan het optreden van de heer Verhage. Met zijn grote kennis en ervaring, maar ook door zijn tactisch en vastberaden optreden was hij een drijvende en tevens bindende kracht in ons streven naar de voorgenomen samenwerking. Bij de start van de Centrale Rabobank aanvaardde hij de zware en verantwoordelijke taak van voorzitter van de hoofddirectie. Van huis uit geen bankier zijnde en op een leeftijd dat menigeen eraan denkt om met pensioen te gaan, begon de heer Verhage met groot enthousiasme en met een geweldige inzet aan een nieuwe carrière, om mede leiding te geven aan een van de grootste bankbedrijven in ons land. De opbouw van de interne organisatie van de centrale bank, de uitbouw van het bankbedrijf, maar ook de versterking van de eenheid in onze gehele organisatie, vroegen en kregen zijn volle aandacht. Nu, zes jaar na het tot stand komen van de fusie, mogen we met voldoening en met gepaste trots vaststelling dat onze bankorganisatie, mede dank zij het werk van de heer Verhage, degelijk en hecht gestructureerd is, dat een expansieve groei goed is opgevangen en dat een duidelijk beleid wordt gevoerd en gericht op de doelstellingen van onze coöperatieve Rabobankorganisatie. Bij dit afscheid past een woord van bewondering en waardering voor alles wat de heer Verhage in en voor onze organisatie heeft gedaan en heeft bereikt. Daarvoor dank ik hem uit naam van onze gehele organisatie. Ik heb er behoefte aan ook persoonlijk mijn grote waardering en erkentelijkheid jegens de heer Verhage tot uitdrukking te brengen voor de wijze waarop hij vanuit zijn functie, maar ook als persoon, het 'bestendig' overleg tussen ons beiden mede inhoud heeft gegeven in die zes jaren, dat wij zo nauw met elkaar samenwerkten. Het feit, dat wij uit verschillende streken en milieus afkomstig waren, dat we niet dezelfde karakters hebben, dat we ook wel eens van mening verschilden, heeft nooit enige aanleiding gegeven tot minder goede verhoudingen. Onze verhoudingen waren integendeel steeds uitstekend. Ze waren zakelijk maar tevens hartelijk en vriendschappelijk. Het is mij altijd een groot genoegen geweest om met hem zo nauw en intensief te mogen samenwerken. Daarvoor betuig ik hem mijn oprechte dank. Tot slot wens ik de heer Verhage, en ik sluit hierbij gaarne mevrouw Verhage in, nog heel veel goede jaren in goede gezondheid. Moge het hem gegeven zijn nog lang getuige te kunnen zijn van de voorspoedige ontwikkeling van de Rabobankorganisatie, die hij mede heeft geschapen. Gelijk met dit afscheid doet ir. P. Lardinois zijn intrede in onze organisatie als opvolger van de heer Verhage. Hem heet ik hartelijk welkom en ik hoop, dat hij met evenveel succes zal kunnen werken in onze organisatie als zijn voorganger dat heeft kunnen doen. Beide hiervorengenoemde gebeurtenissen spelen zich af rond de komende kerstdagen en de jaarwisseling. In dat verband wens ik alle lezers goede Kerstdagen en een in alle opzichten voorspoedig 1977. Mertens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 4