geld- en kapitaalmarkt Geldmarkt De dalende tendens die in de tweede helft van de maand oktober op de geldmarkt te constateren was zette zich gedurende de gehele maand november, met een korte onderbreking na de maandmedio, vrijwel on afgebroken voort. Voor de tweede achtereenvolgende maand kon daardoor het maandgemiddelde van de 3-maands interbancaire deposito's met ruim 2 punten dalen. Het novembercijfer kwam hiermee op 8.33. Voor het eerst sinds juli kwam de geldmarktrente weer on der het niveau van de kapitaalmarkttarieven, hetgeen erop duidt dat er een ontwikkeling gaande is in de rich ting van meer normale verhoudingen, nadat de afgelo pen zomer de geldmarktrente, vooral als gevolg van va- lutaire onevenwichtigheden, tot ongekende hoogte was gestegen. De huidige rentedalingen kunnen, even min als de stijgingen enkele maanden geleden, niet los gezien worden van de positie van de gulden binnen het Europese valuta-arrangement. Sinds de aanpassingen van de spilkoersen, op 18 oktober, bevindt de gulden zich weer boven in de slang, hetgeen onder meer toe geschreven kan worden aan de relatief hoge rentestan den en het feit dat een, waarschijnlijke, verhoging van de olieprijzen gunstige gevolgen zal hebben voor onze betalingsbalans. De Nederlandsche Bank was hierdoor in staat om vrijwel de gehele maand geldmarkt verrui mende valuta-aankopen te verrichten. Daarnaast werd een potentiële verkrapping, als gevolg van grote belastingafdrachten en het aflopen van steunmaatregelen van De Nederlandsche Bank, de kop ingedrukt doordat nieuwe geldmarktverruimende maatregelen werden getroffen. Tegenover de, begin november, aflopende dollarswaps werden nieuwe 1, 2 en 3-maandsswaps afgesloten. Later in de maand kwam De Nederlandsche Bank de banken verder tege moet met nieuwe swaps, wederom met een rente van ca. 9 waardoor het bestand hiervan opliep tot ruim boven de f 1 miljard. Voorts werden de lasten van de banken die per 15 november f 1285 miljoen speciale beleningen moesten aflossen verlicht door de inschrij ving open te stellen op nieuwe beleningen tegen een rente van 8% Er werd voor f 1038 miljoen inge schreven, waarvan f 727 miljoen werd toegewezen. Eind november bedroeg het totaal van markt verrui mende interventies van De Nederlandsche Bank (exclu sief contante valuta-aankopen) naar schatting tegen de f 2 miljard. Dat, vooral gedurende de tweede helft van de maand, de krapte op de geldmarkt aanzienlijk kleiner werd moge eveneens blijken uit de netto voorschotten welke de banken bij De Nederlandsche Bank opgenomen had den. Begin november was dat (exclusief speciale bele ningen) het geval voor bijna f2 miljard. Daar het totale bankwezen binnen het contingent gemiddeld een be roep van ca. f 1 miljard op De Nederlandsche Bank kan doen duidt dit erop dat aan het begin van de maand een aantal banken hun gemiddeld contingent aanzien lijk overschreden hadden. Tegen het einde van de maand (op 29 november) was het nettoberoep op De Nederlandsche Bank (exclusief speciale beleningen) te ruggelopen tot f206 miljoen, wat een aanzienlijke ver betering genoemd kan worden. De sterke positie van de gulden en de, door de verrui ming op de geldmarkt veroorzaakte, rentedaling resul teerde erin dat De Nederlandsche Bank op 29 novem ber haar tarieven met 1 punt kon verlagen. Het wissel disconto kwam van 7 op 6 en het promessedisconto van 8 op 7 Hoewel reeds enige tijd rekening gehouden werd met een discontoverlaging kwam de aanpassing met een vol punt toch nog vrij onverwacht. Deze zevende aan passing van de officiële tarieven in 1976 kwam na een serie verhogingen waarvan de laatste in augustus plaatsvond. Ondanks de daling van zowel de markt- als de officiële tarieven blijft de rente in ons land nog aan zienlijk boven het niveau van onze belangrijkste han delspartner, Duitsland, waar het wissseldisconto 3'/2 bedraagt. Kapitaalmarkt Na de sterke daling van de kapitaalmarkttarieven in ok tober was er ook in november een neerwaartse ten dens die duidelijk tot uiting kwam in de laatste week van de maand. De rentewijzer kwam toen beneden de 8V2 Het maandgemiddelde kwam uit op 8,67 tegen 9,32 in oktober. In tegenstelling tot de onderhandse markt waar de handel in de verslagperiode vrij gering was, neemt de laatste tijd de belangstelling voor open bare emissies weer toe. Naast de ABN-lening werden er in november nog vier andere leningen geplaatst. Slechts de lening van de Rijnlandse Discontobank C.V. kon niet tot de successen worden gerekend. Wel kon dat, zij het met mate, bij de zesde staatslening van dit jaar. Op deze 8% lening met een gemiddelde looptijd die, met IOV2 jaar, aanzienlijk uitkomt boven hetgeen dit jaar gebruikelijk was, kon via het tendersysteem worden ingeschreven. Tegen een koers van 100% werd f300 miljoen uit de markt genomen. Na de staatslening leek een ware emissiestorm los te breken, welke erin resulteerde dat op een gegeven mo ment de inschrijving op drie verschillende leningen openstond. Het betrof 8% leningen van de Nationale Investeringsbank N.V. f75 miljoen) van de BNG (f 100 miljoen) en van de N.V. Export Financieringsmaat schappij (f30 miljoen). De gemiddelde looptijden wa ren respectievelijk 5V2, 13 en 5V4 jaar. Met name de BNG-lening met een vrij lange looptijd werd bij de aan kondiging met enige reserves ontvangen. Toen echter in één week tijd de kapitaalmarktrente met bijna 0,2 punt daalde, de koers van uitgifte op 99,5 bepaald werd en bovendien het disconto met 1 punt werd ver laagd, ontwikkelde deze lening zich tot een uitslaande brand. De toewijzing kon dan ook slechts zeer gering zijn. Uit de ervaringen van de laatste maand blijkt dat er op dit moment ruimere mogelijkheden komen voor lenin gen met lange looptijden. Inclusief de 9 kapitaalobli gatielening van de AMRO van f150 miljoen met een gemiddelde looptijd van 13 jaar die op de laatste dag van de maand aangekondigd werd, hadden 5 van de 10 leningen waarop sinds 1 oktober kon worden inge schreven een gemiddelde looptijd van meer dan 10 jaar.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 37