contingenteringsregeling van de nederlandsche bank economische begrippen toegelicht: georganiseerde instellingen, alsmede Het is algemeen bekend dat een bank, evenals een ander bedrijf, soms te ma ken kan krijgen met tijdelijke liquiditeits spanningen. Een van de manieren om daar een uitweg uit te vinden is een be roep te doen op een bank. Een bedrijf zal dan een krediet opnemen bij een geld- scheppende instelling, terwijl de laatste op haar beurt weer een beroep kan doen op De Nederlandsche Bank. De mogelijkheid hiertoe komt voort uit één van de functies welke De Neder landsche Bank in ons economisch leven vervult, namelijk die van lender of last resort, ofte wel van geldgever in laatste instantie, waaraan ze ook wel de titel van bank der banken ontleent. Formeel houdt dit in dat voornamelijk de algeme ne banken, de centrales der coöperatief wisselmakelaars ter overbrugging van tijdelijke liquiditeitsspanningen, een be roep op De Nederlandsche Bank kunnen doen in de vorm van disconteringen en voorschotten. Overeenkomstig het bo venstaande heeft zij zich tot het einde van de zestiger jaren altijd op het stand punt gesteld dat het hierbij moest gaan om een tijdelijk en fluctuerend gebruik van haar kredietfaciliteiten en dat dit eerder een gunst was dan een recht. Hoewel De Nederlandsche Bank formeel nog steeds op dit standpunt staat, heb ben de ontwikkelingen in de laatste ja ren er voor gezorgd, dat zij nu een iets ander standpunt inneemt tegenover het beroep dat de banken op haar kredietfa ciliteiten kunnen doen. De hoge rente standen in het laatste decennium - wel ke in vele gevallen vooral ook een ge volg waren van valutaire ontwikkelingen - hebben er soms toe geleid dat het mo gelijk was dat het bankwezen, door mid del van een beroep op De Nederland sche Bank, rente-arbitrage kon plegen waardoor het kortstondige en fluctue rende karakter van het beroep wat ver loren ging. Ten einde deze ontwikkeling tegen te gaan, heeft onze nationale cen trale bank met ingang van 1 september 1973 het beroep dat de banken (en wis selmakelaars) in de vorm van voorschot- Drs. B. J. Kruimel ten en disconteringen tegen de officiële tarieven op haar kunnen doen, aan 'con tingenten' gebonden. Hiermede wordt geenszins de historische, vaak militaire, betekenis van dit woord bedoeld van een (minimum) toegewezen aandeel, maar juist het maximale aandeel (be roep) dat een instelling tegen het wissel- of promessedisconto op de bank mag doen. In principe mag er dus wel een groter beroep worden gedaan (zij het zeer zeker niet een onbeperkt be roep), maar daar moet dan wel meer rente voor worden betaald. Daarnaast vallen bijvoorbeeld deviezenafdrachten van het bankwezen en open-markt transacties zoals valutawaps en specia le beleningen, niet onder de regeling. Ondanks het feit dat de contingente ringsregeling nog maar drie jaar bestaat, is zij al in een aantal varianten toege past. Deze hadden met name betrekking op de lengte van de contingenteringspe- riode, de opbouw en de hoogte van de tarieven welke verschuldigd waren bij overschrijding van het contingent en het aantal ('schone') dagen dat men geen beroep op de bank mocht doen. Ten einde enige indruk te verkrijgen hoe op het moment de contingenteringsre geling werkt, moge onderstaand voor beeld dienen. Aan elke bank wordt op grond van het bij haar in voorgaande periode gemid delde vereiste bestand aan bedrijfseco nomische liquide middelen een contin gent toegewezen dat 6 is over de eer ste f 50 miljoen van deze middelen en over het meerdere 3 Een bank die een gemiddeld bedrag aan bedrijfseco nomische liquide middelen heeft van f4 miljard heeft derhalve een contingent van f 121,5 miljoen per dag (6% van f 50 miljoen en 3 van f 3 950 miljoen). Het totale contingent van deze bank be draagt voor een normale contingente- ringsperiode van drie maanden dan f 121,5 miljoen x 91 f 11 057 miljoen. Zodra zij in haar geaccumuleerde beroep dit bedrag overschrijdt moet zij extra rente betalen welke op het moment, voor overschrijdingen tot 50%, op 1 is vastgesteld terwijl die voor grotere overschrijdingen dagelijks wordt vastge steld. Gezien de ervaringen in het verle den en het toch wel speciale karakter van het beroep, geeft De Nederlandsche Bank sinds kort adviezen over de toe laatbare mate waarin de contingenten in de loop van de contingenteringsperiode mogen worden uitgeput.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 36