vanaf de tribune tó- f' Va m t w mere. Belangrijker dan die paal was voor van de staat is in vele ogen al groot ge noeg', merk ik op, akkoord, maar ook de macht van de Centrale Bank is in vele ogen al groot genoeg. BANK EN OPENBARE MENING Geachte redactie, Bij het lezen van het onder bovenge noemd hoofd opgenomen artikel (uitga ve 10/76), reageerde ik als plaatselijk bestuurder - zeer enthousiast door en kele alinea's te onderstrepen. Ter opfris sing van het geheugen wordt het vol gende weergegeven: Om niet te somber te eindigen, haal ik - met zijn toestemming - een paar dingen aan uit de sprankelende toespraak van prof. dr. R. H. A. van Duin, de directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeer- polders, ter gelegenheid van het slaan van de eerste paal voor de Rabobank Al- hem dat de eerste bank een coöperatie ve bank is: vóór de leden en van de le den. Dit is het onderscheid met andere banken, ook met een staatsbank. De macht van de staat is in vele ogen al groot genoeg, ook zonder dat zij behalve de inkomens en de bestedingen ook nog de geldstromen gaat beheersen. Ook al gaat dat onder de vlag van democratie, een staatsbank is in feite toch maar een centralistische opzet: steeds meer zaken komen in minder handen. Daarom waar deerde de heer Van Duin een Rabobank- organisatie, die dan wel met haar struc tuur mag worstelen, maar waarbij toch maar de macht verspreid is over plaat selijke banken en hun leden. Zo n judicium van een 'buitenstaander' dat je goed doet. Het legt ons een more le verplichting op. Het toont echter te vens, dat zeker wij op recht van spreken in de ogen van de publieke opinie aan spraak kunnen maken I Ook het artikel van drs. H. A. de Werker 'Meer inzicht in de alternatieve beleids- uitkomsten dringend gewenst' had mijn volle aandacht. Zeer juist werd op pag. 10 omschreven: Wat we thans al geruime tijd ervaren en wat we voor de toekomst eveneens mo gen verwachten, is dat de overheid zich steeds nadrukkelijker gaat bemoeien met het particulier initiatief. Omgekeerd evenredig neemt echter de invloed van de burgers op het overheidsbeleid - de grondslag van ons democratische staatsbestel - in betekenis af. Dit alles lezende kwam bij mij de vol gende gedachtenassociatie op: Wat we thans al geruime tijd ervaren en wat we voor de toekomst eveneens mo gen verwachten, is dat de Centrale Bank zich steeds nadrukkelijker gaat bemoei- en met de plaatselijke bank. Omgekeerd evenredig neemt echter de invloed van de plaatselijke banken op de Centrale Bank - de uitvoerster van onze coöpera tieve samenwerking in betekenis af. Inhakende op de toespraak van eerder genoemde hoogleraar, t.w.: 'De macht Gelet op de openbare mening dient de procedure 'Benoeming en ontslag van directeuren en onderdirecteuren', zoals voorgesteld in het structuurrapport 1976, te worden verworpen. U bij voorbaat dankende voor de plaats ruimte, teken ik, hoogachtend, B. Zeegers bestuurslid Rabobank Ede NASCHRIFT VAN DE REDACTIE Als het speels bedoeld is, kunnen we de gedachtenassociatie van de heer Zeegers waarderen. Maar ernstig op gevat achten wij haar ongezond en onjuist.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 32