Zoeken naar mogelijkheden coöperatie met andere banken in het be talingsverkeer. Het betekent tevens uit breiding van de dienstverlening aan onze cliënten, onder andere door ze het recht te geven hun privérekeningnum- mers te laten houden indien ze van bank veranderen. Op deze wijze ontstaat te vens een verbeterde positie t.o.v. het PCGD-circuit. postgirorekeningnummer kon nog even uitkomst bieden. Bij het zoeken naar de postgirorekening van de bank van mijn tandarts bleek dat deze niet op de nota stond vermeld. Ik had geen keuze, ik moest het van de ene postgirorekening naar de andere postgirorekening over maken. Doch als ik nou per se wilde kon ik de volgende dag bij het postkantoor geld ophalen van mijn rekening en dat naar de bank brengen. Omdat ik dan vrij was, besloot ik dit eens te doen. De volgende dag was het prachtig weer. De juffrouw bij het postkantoor die in het dorp vrijwel iedereen kent had haar wenkbrauwen gefronst. Terwijl ik het postkantoortje verliet voelde ik dat zij mij door de ramen nakeek. Bij het bin nengaan van de bank prikten haar ogen in mijn rug. Een jonge man die me hielp vertelde ik mijn verhaal. De directer van de bank kwam erbij. Hij knikte en zei dat het pro bleem bekend was. De jongeman nam het geld in ontvangst en schreef een op dracht uit. Bij het weggaan dacht ik het zal wel niet geholpen hebben. Een half jaar later ontving ik opnieuw een rekening van mijn tandarts. En wie schetst mijn verbazing dat ik daar ook het postgironummer van mijn bank op zag staan. Dat is toch goed geregeld dacht ik. Toen ik enige tijd later de bank- Ir. W. L. van Dinten hoofd Stafgroep Automatiserings beleid directeur tegenkwam en ik het hem ver telde lachte hij vergenoegd. Hij had het nog niet eerder ontdekt zei hij. Prima di recteur dacht ik. Betaal maar op z'n Amerikaans en op z'n Nederlands In dit verhaal worden drie verschillende betalingssituaties beschreven. In de eer ste plaats de Amerikaanse situatie. In Amerika is het niet ongebruikelijk in tegendeel zeer gebruikelijk om met cheques te betalen. Betaler stuurt dan een cheque naar degene die hij moet betalen. Deze gaat met de cheque naar de bank. De bank belt of informeert bij de bank waarop de cheque getrokken is. Zegt deze bank dat de cheque zal wor den geaccepteerd dan vindt uitbetaling plaats aan de begunstigde. De cheque wordt dan daarna verstuurd van de bank van de begunstigde naar de bank van de betaler. Daar wordt opnieuw gekeken of het saldo op de rekening van de betaler toereikend is. Indien dat het geval is vindt afboeking plaats en wordt de cheque toegestuurd aan de betaler. Een maal per maand worden alle mutaties op de rekening van de betaler op een 'monthly statement' aan de betaler ter hand gesteld. De Nederlandse situatie steekt daarbij wel heel gunstig af. Bij ons vindt beta ling plaats door een betalingsopdracht te sturen naar de bank. De bank gaat na of het saldo op de rekening toereikend is en indien dat het geval is vindt afboe king plaats. De opdracht gaat verder in het bankcircuit en eindigt in een bijboe king van de rekening van de begunstig de. Deze krijgt ten slotte een dagaf schrift. Uiterst efficiënt dus. Jawel. Maar toch kost de afwikkeling van het girale beta lingsverkeer in Nederland, bankgiro en PCGD te zamen jaarlijks naar schatting ongeveer 2,5 miljard gulden. Op grote schaal worden deze betaalvormen ge bruikt. Vaak zijn het juist kleine bedra gen die hiermee worden uitgewisseld zoals bv. de betaalcheque. Aanvankelijk zijn al deze vormen gebruikt om het gi rale verkeer te bevorderen. De banken en PCGD moeten echter meer en meer gaan letten op de kosten. Daarbij zal men uiteraard rekening houden met de verworvenheden van de cliënt. Alle in stellingen zullen dus zoeken naar nieu we mogelijkheden. Zo kan men bijvoor beeld automaten installeren binnen bankkantoren, aan de voorgevel van de bank, in postkantoren of elders, b.v. in warenhuizen. Daarmee kan worden be reikt dat de cliënt op eenvoudige manier het gehele etmaal over kasgeld kan be schikken. Voor de cliënt prettig, voor de 'circuits' welkom als dit zou leiden tot vervanging van dure betaalvormen en duur kasverkeer van relatief kleine be dragen. Daarmee gaat echter ook een stukje menselijk contact binnen de bank verloren, al bespaart men wellicht ook een stukje ergernis aan de kassa van de supermarkt. Natuurlijk heeft dit soort oplossingen al leen zin wanneer het op voldoende schaal wordt toegepast en leidt tot een ander gedragspatroon in het betalen. De veiligheidsprocedures die bij dit soort ontwikkelingen nodig zijn betekenen voorts een handicap. Bovendien, indien elke instelling zijn eigen automaat gaat voeren, waarop alleen haar eigen cliën ten terecht kunnen, ontstaat opnieuw een hindernis. Naar homogeniteit door samenwerking Uit dit alles blijkt, dat ondanks de op gang gemaakt door vrijwl alle tot nu toe gelanceerde betaalvormen een homo geen bancair betalingscircuit noodzake lijke voorwaarde is voor succes. Met ho mogeen wordt bedoeld, dat het girale bankcircuit bestaat uit één circuit met standaard voorschriften en procedures, waarop elke bankinstelling aansluit. Het bankgirale circuit heeft geen continue mogelijkheden van bestaan indien het is opgebouwd uit de som van kleine bank- circuitjes die via ingewikkelde voor schriften en procedures op elkaar aan sluiten. Immers in die situatie zou elke wijziging in het bankgirale circuit zo'n langdurig overleg vragen, dat er onher roepelijk inflexibiliteit optreedt. In een gebied waar de veranderingen van de techniek zo snel moeten doorwerken, zou dit onherroepelijk leiden tot achter blijven van het bankgirale circuit en tot een verminderde dienstverlening aan onze cliënten. Derhalve, versterking van het bankcaire betalingscircuit betekent Men kan zich ten slotte de vraag stellen of twee circuits naast elkaar wel be staansrecht hebben. Volgens de cijfers is dit bestaansrecht aanwezig. Echter, in het licht van 2,5 miljard aan kosten per jaar - een bedrag dat door de rekening houders moet worden opgebracht - zul len alle betrokkenen zich ernstig moeten afvragen of er geen ruimte is voor be sparingen. De twee circuits zullen heus niet pardoes van de ene op de andere dag in elkaar hoeven op te gaan. Dat lijkt ook niet haalbaar. Maar zij dienen zich wel te bezinnen over een weg die op onderdelen samenwerking mogelijk maakt. De gesprekken over een natio naal girocircuit, die thans o.a. in een stuurgroep onder leiding van dr. J. Zijl stra plaatsvinden, beschouwen wij als een eerste stap op deze weg.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 31