prijzen laag gehouden (olijfolie, durum- tarwe). Ten slotte kan dit type gewenst zijn in verband met de consolidatie van zeer lage douanerechten in het GATT (tabak, oliehoudende zaden). Forfaitaire steun is ingesteld voor slechts 0,6 van de pro- duktie in verband met de marginale of plaatselijke aard ervan (katoenzaad, vlas en hennep, hop, zijderupsen, zaaizaad, kunstmatig gedroogde voedergewas sen). Al deze regelingen blijken echter niet voldoende te zijn om de drie doeleinden, redelijke verbruikersprijzen, redelijke in- Mansholt speelt hierin een belangrijke rol. Monetaire compenserende bedragen (mcb's) De met veel moeite tot stand gekomen gemeenschappelijke markt heeft in 1969 en de jaren daarna gevoelige klap pen moeten incasseren ten gevolge van monetaire gebeurtenissen. Zoals bekend is, worden de landbouw prijzen uitgedrukt in een gemeenschap pelijke rekeneenheid (r.e.-landbouw, de 'groene dollar'). Tot 1973 werd de re keneenheid herleid tot de valuta van de lidstaten door middel van omrekenings koersen die gelijk waren aan de in het Men heeft dit voorkomen door de invoe ring van een stelsel van mcb's, toe te passen aan de grenzen. Voorbeeld: Veronderstel een revaluatie van de gulden met 25 Hierdoor zal in eerste instantie het prijspeil van de uit voer hoger worden en de invoer zal goedkoper worden. De exporteur zal, wil hij blijven concurreren met andere lan den, lagere prijzen (gemeten in guldens) moeten bedingen bij de producenten. De goedkopere invoer zal ook de neiging hebben de producentenprijzen onder druk te zetten. Door deze invloeden zou het producenteninkomen in guldens la ger worden, hetgeen in strijd is met de, komens voor de producenten en met name het voorkómen van tekorten en overschotten, te verwezenlijken. De inci dentele of meer permanente overschot ten, de zogenaamde bergen, zoals boter-, melkpoeder- en vleesberg, kun nen slechts met grote verliezen voor de gemeenschap worden geslecht. Verder is de inkomensontwikkeling in de land bouw achtergebleven in vergelijking met andere sectoren. Het prijsbeleid wordt daarom aangevuld met een actief struc tuurbeleid ten einde te komen tot een gunstige ontwikkeling van de produktie- en afzetstructuur. Het bekende Plan kader van de Overeenkomst van Bret- ton-Woods vastgelegde muntpariteiten. Na de eerste devaluaties in 1969 en de latere monetaire ontwikkelingen, ont stond er een kloof tussen de in het ge meenschappelijke landbouwbeleid ge hanteerde omrekeningskoersen en de op de markt geldende koersen. Ter on derscheiding van de marktkoersen wer den de gemeenschappelijke koersen de 'groene' koersen genoemd en ontston den de groene lire, de groene frank etc. Ten gevolge van deze verschillen zou den afwijkingen ontstaan tussen de ge garandeerde prijsniveaus in de lidstaten. De haven van Duisburg, waar de we reldmarktprijs van Rotterdam verandert in de oriëntatieprijs. voor de zogenaamde zware marktorde- ningsprodukten, gegarandeerde inko mens. Was voordien 1 r.e. f 4,-, na de revaluatie zou de omrekeningskoers 1 r.e. f 3,- zijn. Ten einde het guldensin komen op peil te houden worden aan de grenzen mcb's ingesteld. De overheid, en uiteindelijk de EEG, subsidieert bij ex port het verschil tussen de feitelijke r.e.-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 29