meer duidelijk te maken dat de Gemeenschap zonder M7/Ï internationale graanmarkt kan ook ditmaal het Oost-Blok - ook Polen importeert belangrijke hoeveel heden - niet buiten beschouwing worden gelaten. Wat doet Europa? Nu er op internationaal gebied een andere houding van de Verenigde Staten kan worden verwacht, is het uiter aard van groot belang hoe het er in 1977 met de Euro pese Gemeenschap voorstaat. De nieuwe Europese Commissie is ongetwijfeld van goede voornemens be zield, maar de problemen waarmee deze 'motor van de integratie' te maken krijgt zijn er niet minder om. Wellicht is het mogelijk dat een druk van buitenaf de lid-staten nader tot elkaar brengt. In het verleden is dat wel het geval geweest. Zo heeft de heer Mansholt het EG landbouwbeleid van de grond gekregen door onder zulk een beleid in het geheel geen partij zou zijn voor internationale onderhandelingen. Ditmaal zou iets der gelijks op monetair en economisch gebied moeten plaats vinden. Erg veel reden voor optimisme is er ech ter niet want alle plannen op dit terrein worden door de lid staten nauwelijks met een tang aangepakt. O noverzichtelijk Binnen de Europese Gemeenschap moet de landbouw zien dat zij zich met deze onoverzichtelijke situatie redt. De landbouwmarkt wordt doorsneden met monetair compenserende bedragen, welke grote verschillen in prijsniveau in stand houden. Een voordeel van deze soort van grensbelemmeringen is nog, dat zij onder controle staan van de Gemeenschap en dat er geen be perking is in de hoeveelheden van de te importeren produkten zoals dat vóór de EEG het geval was. Het is wel schraal, maar men zal zich ermede moeten troos ten totdat de ministers van financiën concrete beslui ten voor toenadering nemen. Tegen deze achtergrond moet straks de nieuwe Euro pese Commissie voorstellen doen voor de landbouw prijzen voor het volgende seizoen. Behalve de moge lijke vermindering van de monetair compenserende be dragen, met de onderling verschillende gevolgen daar van voor de prijzen in de meeste lid-staten speelt dan ook nog een rol de mogelijke heffing op de melk, welke de prijsstijging voor de zuivel voor de producenten weer voor een deel teniet doen. De nieuwe Commissa ris zal met zoveel kaarten tegelijk moeten spelen, dat hij ze niet in één hand houden kan. Het bruine gevaar uit grootmoeders tijd heeft ons dorp bereikt. Eerst kwam het slechts tot ons via de kruide nier in de vorm van in oude, nostalgische blikken ver pakte koffie, maar sinds kort is in een voormalige boer derij een soort tweedehands goederenzaak gevestigd. Het brengt wat vertier in de omgeving, want zaterdags zie je er veel van die gezinnen op maat ronddwalen. Blije rijders, die met welgevallen de kapotgezaagde an tieke wagenwielen strelen en verrukt vertrekken met iets onduidelijks in glas of koper. Help me herinneren, dat ik in een volgend nummer te rugkom op mijn absoluut fantastische plan om ook in dit opzicht als bank niet achter te blijven. Mijn bruine geldboetiek gaat het helemaal maken, echt grootmoe ders tijd, weet je wel. Adviseurs van de Centrale Bank mogen het idee zonder meer overnemen. Wat me zo opvalt is, dat één ding uit die dagen van weleer gemeden wordt als de pest: stilte en rust. In mijn ogen eigenlijk het enige van die tijd dat de moeite waard is. Want ik geloof nu eenmaal niet in die vroeger-was-alles-beter folklore. Met weemoed herinner ik me de lange, lome zomer middagen. De ontspannen stilte op het dorpsplein waarbij je zo lekker rustig kon doorwerken. Nu knettert er altijd wel een brommer en als de bus stopt om de schoolkinderen uit te laten stappen, komt het geluid van de draagbare radio's je tegemoet golven. Tot mijn grote verbazing hoorde ik laatst zelfs hoe men erin was geslaagd een man een liedje te laten zingen met die blikkerigheid, die dank zij hifi en stereo al tientallen ja ren verdwenen scheen. Een succesnummer van de top dertig of veertig of zoiets uit de nationale hitparade. Stilte en rust. Onlangs demonstreerde een collega van me bij de opening van zijn nieuwe bank trots de achter grondmuziekinstallatie. Natuurlijk staat er regelmatig in de krant dat een boer weer heeft uitgevonden dat zijn melkvee meer produceert onder de tonen van fraaie symfonieën of dat kippen beter leggen als je ze de bie tels laat beluisteren. Maar zouden de mensen meer geldzaken afdoen bij een melodieus sfeermuziekje, zou het personeel sneller en beter boeken en tellen? Enfin, het is toch niet tegen te houden die herrie. Je wordt een ouwe vent, roepen de kinderen en m'n trou we medewerksters zeggen het na, zij het wat parle mentairder. Al een tijdje speelt er - half verborgen in een bureaulade - zo'n klein radiootje in ons kantoor. Zo zachtjes natuurlijk, dat ik wel een beul zo zijn als ik er iets van zei. De klanten horen het niet en ikzelf nauwe lijks. Toch heb ik het idee dat ze aan het hersenspoelen zijn en elke week het apparaat een fractie luider zetten. Nu al vraag ik om het ding wat harder te zetten als de nieuwsberichten naderen. Gisteren betrapte ik mezelf op meebrommen met 'money, money, money' of hoe dat liedje heet dat die overspannen klinkende jongens steeds maar weer opnieuw afdraaien. Ik zal er wel aan wennen. Er zijn bij ons in de buurt ge lukkig nog wel plekjes waar je jezelf kunt zijn. Stilte en rust. Onbewust heb ik geschreven over een onderwerp dat past bij de sfeer van het ogenblik waar op u dit h:est, aan de vooravond van het Kerstfeest. En ik zal ook wel zowat de enige zijn die dat woord ge bruikt heeft, want er zijn immers nog zoveel ingewik kelde vraagstukken aan de orde. Er moeten nog zoveel moeilijke zaken worden toegelicht en verklaard voor de klok weer twaalf slaat. Ik kijk naar de stapel werk op mijn bureau en zucht. Gauw m'n handtekening hieronder en aan het werk. In het kantoor wiebelen drie hoofden ritmisch mee met een muziekje, dat ik niet horen kan. Nog niet Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 19