y een wonderlijk huis gezeteld tot nu, het moment van zijn af scheid. Zes jaar lang en, zoals afgesproken, tot zijn achtenzestigste heeft hij het roer ge houden van een moeilijk bestuurbare mammoeth-tanker, die hij samen met anderen heeft ontworpen, gebouwd en te water gelaten, de Nieuwe Waterweg ingestuurd en door het nauwe kanaal tussen Scylla en Charybdis naar de volle zee geloodst. Daar stoomt nu de Coöperatieve Rabo bank. Hoogtepunten in die periode? Van nabij en in alle bescheidenheid oorde lend zou ik er nauwelijks kunnen noe men. Wel zaken die voortdurend zijn aandacht gevat hielden: kostenbeheer sing, ruimte voor de eigen verantwoor delijkheid van de plaatselijke bank, ont wikkeling van ons buitenlands bedrijf, een waakzaam marktbeleid, ruimte scheppen voor een zorgvuldig afgewo gen vooruitziende beleidsvorming, het aanwakkeren van een gezonde commer cialiteit, het open houden van een recht streekse lijn van verstandhouding met de aangesloten banken en met de coöperatieve wereld. Dat alles bij zijn afscheid overwegend, zie ik toch één overheersende karakter trek, waarmee de Rabobankorganisatie naar mijn gevoel veel van vandaag aan Abraham Jan Verhage heeft te danken. Dat is geen trek die puur particulier is, maar die in gelijke mate van andere zij de moet worden aangesproken en ge voed, in wederkerigheid. Dat is het ver mogen om met gelijkgestemde mensen - en de heer Mertens is daarin vanaf het allereerste begin van de toenadering en gedurende alle volgende jaren als het ware door dik en dun partner geweest - een tandem te vormen. Samen aanrij den op een gemeenschappelijk bepaald doel. Dat hebben zij getweeën in een harmonisch tempo en in perfect onder ling begrip gedaan. In de wielrennerij heet dat: combine. Die tandem - en de heer Verhage fietst graag - heeft de Rabobankorganisatie vanaf 1970 ge loodst naar waar wij nu staan, en we staan rechtovereind. Abraham Jan Verhage verlaat nu het schip. Hij heeft er zijn schoenen gesle ten, en meer. Niet zijn ziel. Die blijft on losmakelijk leven met de Coöperatieve Rabobank. Ik persoonlijk heb in zijn na bijheid tot nu toe mijn meest fascineren de periode bij de Rabobank beleefd. En dat is een heel goede reden om hem dankbaar te zijn. Aan het verzoek van de hoofdredacteur ook een stukje te schrijven t.g.v. het ko mende afscheid van de heer Verhage heb ik graag voldaan. Zijn vertrek betekent voor mij een einde aan de bijna zes jaren waarin ik met veel voldoening zijn secretaresse ben ge weest. Vanuit de verte'kende ik de heer Verha ge als voorzitter van het bestuur van de Utrechtse Centrale Raiffeisen-Bank. Na dat de mededeling van het nauwer sa mengaan met de Eindhovense organisa tie de lucht in was (september 1970) vroeg hij mij als zijn secretaresse mee te gaan naar Amsterdam (later Amstel veen). Zijn herhaalde malen gedane vraag of ik goed koffie kon zetten gaf mij geen volledig inzicht in datgene wat me daar in Amsterdam dan wel te doen stond. Een nieuwe baas, in een andere stad, op een etage in het pand aan de Heren gracht, op weg naar een fusie met 'Eind hoven', waren de enige pijlen op de boog die mij naar Amsterdam schoten. De voor mij nog vage vooruitzichten kre gen na de kantoorverhuizing in februari 1971 van Utrecht naar Amsterdam al gauw een duidelijker perspectief. Het was in die pionierstijd (met inderdaad zelf koffiezetten, zelf postzegels inkopen en post verzenden) improviseren en aanpakken geblazenvooral toen ook de heer Klarenbeek in april in Amsterdam zijn intrede deed en het secretariaat ten dienste van de Hoofddirectie en de Raad van Beheer werd opgebouwd. En pre cies op de dag af twee jaar tater beland den we, via Amstelveen, weer in Utrecht. Ik heb de heer Verhage teren kennen als een man van de klok, een harde werker, met een volle dag- en avondagenda, ge regeld en route in binnen- en buitenland. Hij hield zich aan zijn afspraken en stond erop geen brief onbeantwoord te laten. Want er zijn in die jaren wat brieven van hem de deur uitgegaan, er zijn wat tele foontjes en gesprekken gevoerd, verga deringen bijgewoond en reizen gemaakt. Toch was er soms wel gelegenheid mij iets te vertellen over ontmoetingen of gebeurtenissen uit vroeger jaren. De heer Verhage hechtte grote waarde aan gerichte gesprekken en goede relaties. Dit is mij ook wel gebleken uit zijn vele contacten nog vanuit vroegere functies. Deze opsomming moest mij van het hart omdat mede door zijn werkwijze deze zes jaren voor mij een mooie periode zijn geworden. Van mijn 'ja-woord' toen heb ik nooit spijt gehad. Iedere trouwe lezer van de van zijn hand verschenen kolommen moet wel over tuigd zijn van de belangen, welke de heer Verhage voor ogen stonden bij het uitdenken van de plannen om de Rabo bankorganisatie te doen uitgroeien tot een organisatie zo als zij nu is. Hij heeft zich daarvoor ingezet en hij had hart voor de zaak. Zijn drukbezette tijd gaf weinig mogelijkheid voor hobbies. Zijn werk was zijn hobbie, en in de schaars overblijvende tijd in het week end nam hij de fiets of trok hij de wan delschoenen aan. Er zal nu een tijd aanbreken waarin hij zich in een wat rustiger tempo aan zijn bezigheden zal kunnen wijden. En omdat ik deze keer eens het laatste woord wil hebben: Ik wens de heer Verhage en zijn vrouw toe dat zij, met het behoud van een goe de gezondheid, nog vele mooie jaren mogen beleven. Dat ons Pensioenfonds een 'dure' aan hem mag hebben! S. M. Telkamp

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 16