afscheid dr. a. j. verhage men, nu maar rusten. Alleen nog even de Postbank: Verhage is er tegen! 'Ik vind de hele opvatting die achter de Postbank staat een groot gevaar en een bedreiging. Ik heb er begrip voor, dat de PTT-gelddiensten in de retailsfeer wat meer willen doen, maar in de Postbank zie ik gewoon een aanslag op het parti culiere bedrijf. Ik kan niet begrijpen van mensen, die beweren de ondernemings gewijze maatschappijstructuur niet te willen veranderen, dat ze door kunstma tige maatregelen een staatsbank willen opdringen, die het bankwezen zal J dwarszitten. Wij zullen er niet aan te gronde gaan, maar er wel belangrijke nadelen van ondervinden.' Peuren daer na toe Ik weet, dat de heer Verhage het onpret tig heeft gevonden, dat zijn 'topfunctie' hem onvermijdelijk minder in contact bracht met de veelheid van mensen uit onze banken en uit de Centrale Bank, dan hij zelf graag had gewild. Er zijn ech ter grenzen aan wat lichamelijk mogelijk is. Toch weten we allemaal, ook de me dewerkers bij de Centrale Bank, dat Ver hage als het effe kon, altijd zeer toegan kelijk was. Je hoefde niet door kunstma tige barrières heen te dringen. Hij heeft een uitlaat gevonden in het schrijven van zijn maandelijkse kolom voor ons blad. Hoe vaak heeft hij daar niet zijn persoonlijke mening gezegd of over ren in de Oost kunnen aantreffen! Die onbekende kusten zouden hem al als jonge kerel het zeegat uitgetrokken heb ben I In het beroemde 'Verhael: Van de Avon- tuerlijcke Reyse van Willem Ysbrantsz Bonte-Koe, Van Hoorn' staat op bladzij de 23 hoe Bonte-Koe 'vastelijc vertrou- de dat wij recht voor de Straet va Sunda ware'. En dan komt: 'Doe seijde de Coopman/wel Schipper hebt ghij sulcke moet/soo laet ons het Volc te hoop roepe/en peuren daer na toe/want u gissingh en reden hebbe mijns oordeels fondament'. Daarmee heb ik dan een kleine maar ik hoop typerende selectie van de dingen waarmee Verhage in de laatste zes jaar als Rabobanktopman te maken heeft gehad. Zijn andere functies vergeet ik maar rustig I Een man met een ijzeren gestel, zou je denken. En dat is waarschijnlijk ook zo, al erkent hij zelf, dat hij vanwege zijn leeftijd er niet meer zo tegenop kan als vroeger. 'Ik zie er nu dan ook niet meer tegen op dat ik weg ga. Ik hoop dat we, mijn vrouw en ik, nu wat voor ons ple zier kunnen reizen, dat is leuker dan die j zakenreizen, met alleen maar vliegtui gen, hotelkamers en vergaderzalen.' Toch is Verhage - dacht ik - ook niet een man die 'met de bank op staat en er mee naar bed gaat'. De hele week druk en elk weekend een dik pak stukken mee naar huis, maar hij kon de zaken ook van zich afschuiven. 'Het is fout, als je alle problemen maar de hele tijd op je af laat komen'. Het zal hem wel niet al tijd gelukt zijn die fout te vermijden, maar ik vermoed dat hij meestal wel een 'escape' bij de hand heeft gehad. Anders houd je het ook niet vol. Hij heeft in ie der geval de gave het ontspannen mo- ment te waarderen: een gezellig etentje met vrienden of bevriende relaties, maar hoeft toch ook niet altijd mensen om zich heen te hebben. 'Wat er ook ge beurt, in het weekend ga ik, alleen of met mijn vrouw, twee of drie uur fietsen of wandelen.' En als je hoort waar de heer en mevrouw Verhage graag hun vakantie doorbrengen, Oostenrijk en Noorwegen, dan geloof je het meteen, dat ze dan voettochten van vier of vijf uur per dag maken. 'Vorig jaar op j Guernsey- een van de Kanaaleilanden - wilden we een autootje huren. In de ga rage hadden ze ook fietsen te huur. Ge- volg was, geen auto, maar twee weken op de fiets. Nou, dat is ontspanning.' En iedere maandagavond is hij present bij J het badmintonclubje. 'De oudste van het stel,' dus hij zal ook daar wel zijn best doen de jongeren bij te blijven of zelfs vóór te komen. En dan maar uren te voet of op de fiets als de Centrale Bank ver achter de horizon ligt. allerhand dingen, waar onder ons over 'gepraat' werd of waar hij zelf mee zat? Ik vind, dat hij dat knap gedaan heeft. Dat is iedere keer weer een schrijverij, waar je je persoonlijkheid in moet leg gen. 'In het begin had ik er wel eens een hekel aan. Het was een karwei. Maar la ter kreeg ik er schik in. Ik kijk er met ple zier op terug.' We zijn vier en een halve eeuw verder dan die Coopman en zijn Schipper. Maar nu onze organisatie van dr. Verhage af scheid neemt, komen ons woorden van dezelfde strekking voor de geest. JRH Een betrouwbaar gebleken schipper ver laat thans de schuit. Onze 'ouwe' was op en top een man van deze tijd. Meer thuis tussen de straalmotoren, dan tus sen bak- en stuurboord. Maar als hij een vier eeuwen eerder geleefd had, hadden we deze Zeeuw zeker op de verre wate-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 14