voordat de agrarische ontwikkeling in
een versnelling kwam, mede door het
baanbrekend werk van de afdeling Oude
IJsel van de Geldersch-Overijsselsche
Maatschappij van Landbouw, die een
aantal cursussen organiseerde. Veel van
dit pionierswerk is door anderen overge-
nomen en uitgebreid.
Uit de Graafschapsbode
De eerste coöperatieve vereniging die j
werd opgericht was de Coöperatieve
Boerenleenbank 'Zelhem' in 1902. De
eerste kassier was de heer H. E. Knaake.
die bij het gemeentehuis woonde, waar
in ook het 'kantoor' was gevestigd. De
heer J. Grashuis, die zich in 1919 als die
den elk twee voorstellingen zal geven
met meer dan duizend der nieuwste op
namen en levende photographieën; dat
men bij het Electrisch en Homoeopa-
tisch Heilstation van Wilh. Sties alle in-
en uitwendige ziekten kan laten genezen
en ten slotte dat op 17 October 1902 de
oprichtingsacte van de Coöperatieve
Boerenleenbank te Zelhem is verleden.
Dientengevolge kon in Januari 1903 het
Huishoudelijk Reglement worden vast
gesteld waarvan art. 11 bepaalde:
'Schending van Ambtsgeheimen door
Bestuursleden of door den Kassier
wordt gestraft de eerste maal met eene
boete van f50,- de tweede maal met
eene boete van f75,- en ontzetting. De
boeten zijn ten voordeele van de kas'.
Voorwaar geen geringe straffen I
Art. 12 zegt (evenals elders) dat de kas
sier niet meer dan f150,- in kas mag
hebben. De overige gelden moeten ten
spoedigste bij de Centrale Bank worden
gedeponeerd.
renarts in Zelhem vestigde en zeer veel j
goed werk heeft gedaan voor de doelbe
wuste veefokkerij en goede veevoeding,
is enkele jaren lang voorzitter van het
bestuur geweest. Hij heeft, ook in die
hoedanigheid, veel goeds kunnen doen
voor de kleine boeren die het in de cri
sisjaren bijzonder moeilijk hadden.
'De Graafschap-Bode' van zaterdag 22
november 1902 meldt dat in Neede een
meisje een scherpe griffel door een val
in haar oog kreeg: dat een Collecte voor j
het Boerenhulpfonds in de gemeente
Wisch f 875,24 opbracht; dat in Lichten
voorde voor de Sociëteit is opgetreden
een karakterkomiek uit Amsterdam met
medewerking eener Holl. chanteuse,
violist en pianist:
dat de photograaf Swaab die zijn werk
plaats in Terborg heeft onherroepelijk
voor het laatst op 23 November aldaar
werkzaam zal zijn; dat Wegkamp's Elec-
tra Sprekende Biograph op twee avon-
Het jonge boompje
Nu was het dus zaak voor de leden om
'voedingsstoffen voor het jonge boom
pje aan te dragen dat blijkbaar in goede
aarde was gezet'.
Deze leden waren blijkbaar niet erg las
tig. In de notulen van de algemene ver
gaderingen is het - elders zeer rumoe
rige - agendapunt de 'rondvraag' dik
wijls een hamerpunt, en maar zelden
een hetehoofden-onderdeel.
Het ging wel goed en de leden waren
voor dat alles bijzonder erkentelijk maar
op 18 april 1906 deelde een lid mede
'dat de bestuursleden gaarne voor tijd
verlies voor het vergaderen eenige ver
goeding of presentiegeld zouden ont
vangen', doch dit verzoek werd met 21
tegen 11 stemmen verworpen. Het tijd
verlies en de toewijding waren blijkbaar
niet in geld uit te drukken.
Op diezelfde vergadering werd een cir
culaire van de Centrale Bank te Utrecht
voorgelezen met de titel 'Bede om Hulp'.
Slechts een halve maand vóór het in
werking treden van de Weduwen- en
Weezenwet voor Onderwijzers overleed
een Zeeuws kassier, een onderwijzer en
flink opvoeder.
Hij had een inkomen van ongeveer
f 900,- per jaar en daarmede 'moest de
brave man zorgen voor zijn talrijk gezin
dat veel met ziekten te kampen had en
het hem onmogelijk was, iets voor de
toekomst opzij te leggen'. Hij moest dus
zijn zwakke vrouw en dertien kinderen
onverzorgd achterlaten. Er kwam zoo
goed als niets in, terwijl de behoeften,
ook door ziekten zoo groot zijn.
'Wij wagen het daarom een beroep te
doen op Uwen liefdadigheidszin, ten
einde aan een oppassend doch zwaar
beproefd gezin eenigen bijstand te kun
nen verleenen'.
Het goede voorbeeld werd gegeven
door Voorzitter, Secretaris en Ambtena-
boerenplaatsen, die reeds in geschriften
uit de veertiende eeuw worden ge
noemd.
Wij lezen van pachtprestaties die in
hoofdzaak in natura moesten worden
betaald, doch later in geld voldaan
mochten worden; over cijns, tijns,
grondrente of tins.
'In de jare 1871 den 17 Sept. vergader
den bij vergunning der Tinsheeren het
Tinsgerechte, ten einde na behoorlijk
voorafgegane kerkenspraak tot de ont
vangst van Tins of Honinggelden over te
gaan'.
De afdracht van de genoemde opgeroe
pen tinsplichtigen was, na aftrek van
kosten, maar zeer gering. Er is dan ook
Rond de eeuwwisseling waren er hon
derden schapen op de heidevelden bij
Zelhem en Halse. Het 'schaapscheren'
in juni was een feest, met stokvis en
'riestepap' na.
meer van een bevestiging van eigendom
sprake dan van een werkelijke pacht
som.
In 1920 luidde de klok van de kerk voor
de laatste maal voor het oproepen van
tinsplichtigen en aan dit oude gebruik
kwam toen een einde.
Nog in onze eeuw bestond de verplich
ting tot hand- en spandiensten die in
hoofdzaak bestond in het 'om niet' geza
menlijk onderhouden van wegen en wa
terlozingen.
Met de oude gebruiken verdwenen ook
oude middelen van bestaan. Er waren op
de Zelhemse en Halse heidevelden grote
schaapskudden en er waren vele bijen
korven. Uit de honing werd de drank,
'mede' gemaakt. Het heeft lang geduurd