ontwikkeling in woningbouw
aantrekkelijker woonomgeving. Verwacht
wordt dat door nieuw- of verbouw ook
een toenemend aantal woningen gereed
zal komen voor alleenstaanden en twee
persoonshuishoudens. Bovendien ver
wacht de regering in de komende jaren
een uitbreiding van de ongesubsidieerde
sector. Dit leidt zij af uit een nog steeds
toenemende belangstelling voor de ei
gen woning, welke resulteert in een ge
leidelijke verschuiving van de huursector
naar de koopsector. Uiteindelijk wil men
toe naar een verhouding tussen koop-
en huurwoningen van 2:1.
Het beleid van minister Gruyters zal in
de toekomst gericht blijven op het be
perken van de woningbouw in planolo
gisch kwetsbare gebieden. Dit impli
ceert dat de groeikernen en de groeiste
den een groter aandeel zullen krijgen in
de produktie. Onder een groeikern wordt
in dit verband een kern verstaan, die een
stedelijke groei moet doormaken vooral
ten behoeve van een nabij gelegen (gro
tere) stad en waarbij deze groei uitzon
derlijk groot is in vergelijking met de
omvang van de kern zelf. Onder een
groeistad wordt een stad verstaan, die
een stedelijke groei moet doormaken,
welke sterker is dan uit de behoefte van
de eigen streek voortkomt. De groeiker
nen en groeisteden, zoals deze zijn aan
gewezen in de begin van dit jaar uitge
brachte Verstedelijkingsnota, worden
aangewezen in de figuur.
In de Rfjksbegroting 1977 voor Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening
staat voorts te lezen dat de budgettaire
moeilijkheden van het Rijk de financie
ring van de woningbouw niet onberoerd
zullen laten. Het aantal woningen dat
met Rijksleningen kan worden gefinan
cierd, zal kleiner zijn dan in de afgelopen
jaren. Ten einde het beoogde program
ma toch te kunnen uitvoeren, zal derhal
ve in 1977 getracht worden om meer
dan 10 000 woningen uit de sociale sec
tor te financieren met door de overheid
gegarandeerde leningen op de kapitaal
markt. Daarnaast zullen per 1 januari
1977 enkele wijzigingen worden aange
bracht in de subsidiebedragen voor ei
gen woningen. In overeenstemming met
het streven van de huidige regering om
allerlei zaken te koppelen aan het inko
mensniveau, valt in dit verband te den
ken aan het verstrekken van minder of
geen subsidie aan mensen met hogere
inkomens. Een tegenstrijdigheid in het
gevoerde beleid is verder, dat de rege
ring aan de ene kant probeert het eigen -
woningbezit zoveel mogelijk te stimule
ren, terwijl zij aan de andere kant, gezien
de verhoging van de BTW tot 18 de
eigen woning nog steeds beschouwt als
een luxe goed.
Het woningbouwprogramma
De woningproduktie zal zich de komen
de jaren rond de 110 000 woningen per
jaar (inclusief wooneenheden) blijven
bewegen. De geleidelijke verandering in
de samenstelling zal zich daarentegen in
de komende jaren voortzetten. De ver
wachte samenstelling van de produktie
in 1980 luidt als volgt:
woningwetwoningen 28
premiewoningen 47
ongesubsidieerde woningen 25
Hieruit blijkt, dat het aandeel van de wo
ningwetwoningen in de totale woning
produktie verder zal afnemen, het aan
deel van de premiewoningen vrijwel ge
lijk zal blijven en het aandeel van de
vrije sector zal toenemen.
In het bouwprogramma voor 1977
wordt uitgegaan van af te geven vergun
ningen voor 105 500 woningen. De ver
wachte samenstelling hiervan is als
volgt:
aantal
woningen:
sociale sector 36 500
duurdere huurwoningen 8 000
gesubsidieerde eigen woningen 37 000
ongesubsidieerde woningen 24 000
Totaal 105 500
Daarnaast zullen in 1977 vergunningen
worden afgegeven voor 3 000 wooneen
heden, bestemd voor alleenstaanden en
tweepersoonshuishoudens.
Aangezien de regering met het boven
staande programma de ontwikkelingen
op de woningmarkt eerder volgt dan
hieraan richting geeft, kan verwacht wor
den dat het programma ook zal worden
gerealiseerd.
STRUCTUURSCHETS VOOR DE VERSTEDELIJKING
ffl GROEISTEDEN
V GROEIKERNEN MET NIEUWE Of VERHOOGDE TAAKSTELLING
A GROEIKERNEN MET AFLOPENDE TAAKSTELLING
GROEISTAD (keuze nog noodzakelijk)
i STADSGEWEST (vier grote steden)
O STADSGEWEST
CENTRA IN CENTRALE OPEN RUIMTE