Twee er uitspringende artikelen
prospectus beschikbaar stellen waarin
van de kredietverlening tot stand zal zijn
consumptief geldkrediet
van de Colportagewet op dat moment
nog niet was voltooid. In de huidige Col
portagewet komt nu eveneens het ver
bod voor om als kredietcolporteur werk
zaam te zijn.
Het grensbedrag en de positie van
rechtspersonen
In de WCG is het grensbedrag, waarbo
ven deze wet niet meer op geldleningen
voor consumptieve doeleinden van toe
passing is, gesteld op f 10 000,-. Ten
aanzien van geregistreerde kredietin
stellingen diende echter een afwijkende
regeling te worden getroffen. Dit laatste
bleek noodzakelijk aangezien de banken
zich steeds meer gaan toeleggen op het
verstrekken van persoonlijke leningen.
De GSW voorzag hierin door middel van
een vrijstellingsbesluit. Ook de bepalin
gen van de WCG zijn in beginsel niet
toepasselijk op geregistreerde kredietin
stellingen. Dit impliceert echter geens
zins, dat dit voor de banken die geldle
ningen voor consumptieve doeleinden
verstrekken als een vrijbrief geldt. De
minister blijft bevoegd om de voor hen
geldende uitzonderingspositie weer op
te heffen, indien hiervoor naar zijn me
ning aanleiding bestaat. Dat dit geen
loos dreigement voor de banken is, blijkt
uit het feit, dat in de wet deze mogelijk
heid voor de minister is vastgelegd.
Vroeger was het gebruikelijk om als ze
kerheid voor het verstrekken van krediet
een deel van zijn loon over te dragen.
Ook werden wel meubelen in pand ge
geven. Nu acht men dit echter niet lan
ger gewenst. Vandaar dat de regering
door middel van een apart besluit heeft
aangegeven, welke zekerheden wel toe
laatbaar zijn. Dit zijn caravans, perso
nenauto's, pleziervaartuigen en zaken
die naar hun aard uitsluitend in de uitoe
fening van een bedrijf of van een zelf
standig uitgeoefend beroep plegen te
worden gebruikt of verbruikt. Voor eer
ste levensbehoeften heeft men deze za
ken niet nodig.
Het is mogelijk dat een kredietgever een
geldlening verstrekt waarmee een afbe-
talingstransactie wordt gefinancierd. In
zo een geval worden bij afzonderlijk be
sluit (AMvB) regels gegeven, die aan
sluiten bij de eisen die de Wet op het af
betalingsstelsel stelt. Het komt erop
neer, dat de kredietgever geen krediet
mag verlenen ter zake van bepaalde be
talingen van de kredietnemer.
Wanneer namelijk een afbetalingsleve
rancier het genot levert van een goed,
kan hij dit niet eerder doen, dan wan
neer de afnemer ten minste 20 (dit
percentage fluctueert al naar gelang de
betalingsduur) van het totaal der te ver
richten betalingen heeft voldaan. Voor
deze betaling mag de kredietgever geen
krediet verlenen. Dit is eveneens bij
apart besluit geregeld.
Voorbeeld:
Afbetalingskrediet
Kosten
door afnemer bij genots
verschaffing te verrichten
betaling (20
max. kredietbedrag
Kredietregistratie
In de Wet op het afbetalingsstelsel komt
een artikel voor waarbij wordt bepaald,
dat afbetalingstransacties dienen te
worden ingeschreven in een centraal re
gister. De uitwerking van deze inschrij
ving wordt geregeld bij een afzonderlijk
besluit (AMvB) dat echter tot op heden
nog niet is uitgevaardigd. In de WCG
komt een soortgelijke registratieregeling
voor, die eveneens door middel van een
nadere regeling (AMvB) dient te worden
uitgewerkt. Dit zal evenwel niet eerder
gebeuren, dan wanneer men aan de re
gistratieregeling ingevolge de hiervoor
genoemde Wet op het afbetalingsstelsel
toepassing zal hebben gegeven. Dit is
tot op heden nog niet gebeurd.
Ministeriële beschikkingen
Iedere kredietgever moet kosteloos een
de voorwaarden waartegen hij bereid is
krediet te verlenen zijn opgenomen. Dit
is verder bij ministeriële beschikking ge
regeld. De prospectussen moeten het
volgende inhouden:
in het kort de algemene voorwaarden
waaronder de kredietgever krediet wil
verlenen:
- de kredietsom d.w.z. het bedrag, dat
de kredietnemer in handen krijgt;
de betalingsregeling, d.w.z. het aantal
en de grootte van de te verrichten beta
lingen alsmede de periode van betaling:
- de kredietvergoeding en de manier
waarop de vermindering of vermeerde
ring van de kredietvergoeding wordt be
rekend bij respectievelijk vervroegde en
vertraagde betalingen.
Ten slotte dan de regel betreffende de
maximaal toelaatbare kredietvergoe
ding. Feitelijk regelt de wet de hoogte
van de vergoeding niet zelf, doch bevat
zij een artikel waarin de bevoegdheid is
neergelegd om dit ontwerp nader bij een
afzonderlijke regeling vast te stellen.
Vandaar dat bij afzonderlijk besluit ta
bellen zijn opgesteld, waaruit de maxi
male kredietvergoeding kan worden af
gelezen. Dit stelsel is overgenomen van
de GSW.
Bij het vaststellen van genoemde tabel
len kunnen tevens regels worden gege
ven betreffende de:
- vermindering der kredietvergoeding
bij vervroegde betaling;
- maximale vermeerdering der krediet
vergoeding bij vertraagde betaling;
- maximale kredietvergoeding indien
de kredietnemer nog betalingsverplich
tingen heeft ter zake van een vorige
overeenkomst van kredietverlening.
Het hierboven genoemde besluit is in
middels uitgevaardigd. De inhoud bevat
nadere voorwaarden voor de maximale
kredietvergoeding, de maximaal toege
laten inhouding bij vervroegde aflossin
gen, het maximaal toegelaten percenta
ge van vergoeding ingeval er vertraging
optreedt. De vertragingsvergoeding kan
eerst bij een vertraging die langer dan
dertig dagen heeft geduurd, in rekening
worden gebracht.
Geldingsduur van de Wet op het
Consumptief Geldkrediet
Het doet waarschijnlijk vreemd aan, dat
de WCG slechts een geldingsduur heeft
van vijf jaar. Terecht zou in verband met
deze beperkte termijn de vraag gesteld
kunnen worden of na de geldingsperio
de van vijf jaar de sociale belangen van
kredietnemers niet langer bescherming
behoeven. Als reden van de beperkte
geldingsduur werd in het eindverslag
van de WCG genoemd, dat vóór het af
lopen van deze termijn een coördinatie
van wetgeving en beleid op het terrein
gebracht. Dit impliceert, dat binnen vijf
jaar na inwerkingtreding van de WCG,
een coördinatiewet, waarin het con
sumptief geldkrediet zal zijn opgeno
men, tegemoet kan worden gezien.
Samenvatting
De wens om de grondslagen van de
Geldschieterswet 1932 in de nieuwe
Wet op het Consumptief Geldkrediet als
uitgangspunt over te nemen is verwe
zenlijkt met uitzondering van de nega
tieve opvatting over de particuliere kre
dietverlening waar de Geldschieterswet
van was uitgegaan.
Verder vinden we in de nieuwe wet, dat
geen overkreditering door de kredietge
vers zal mogen plaatsvinden. Binnen het
kader van het begrip 'een goed krediet
gever' geldt, dat het opdringen van kre
diet en het toepassen van bedenkelijke
wervingsmethoden ontoelaatbaar is.
Voor de persoonlijke leningen verstrekt
door geregistreerde kredietinstellingen
geldt voor het toepassingsregime van de
Wet Consumptief Geldkrediet een uit
zonderingsregel. De minister heeft zich
evenwel het recht voorbehouden om in
te grijpen, wanneer er zich bij deze in
stellingen op het gebied van de con
sumptieve kredietverlening ongewenste
praktijken zouden voordoen. Voor de
banken lijkt het raadzaam deze laatste
zinsnede in gedachten te houden.
f 2 000,-
f 400,-
f 2 400-
f 480-
f 1 920-