WEG DE WOEKER! kans van bestaan te scheppen. In de CSW (de oude regeling) werd het als vergoeding toelaatbare rentepercentage (de rentevergoeding) bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in tabel len vastgesteld. Onder een AMvB ver staat men een besluit waarin door de re gering een algemene regeling wordt ge geven, die de burgers bindt, zonder dat de Staten-Generaal (de Eerste en Twee de Kamer) hieraan meewerkt. De WCG (de nieuwe regeling heeft de term rentevergoeding niet overgenomen doch spreekt van 'kredietvergoeding'. Hier wordt o.a. onder verstaan: - rente voor het verleende krediet: vastgestelde tabellen. Hier volgt uit, dat de WCG het werken met via AMvB's vastgestelde tabellen van de GSW heeft overgenomen. Naast de kredietvergoe ding komt het begrip 'aanvangsbijdrage' voor. Slechts bij verleende kredieten kan de aanvangsbijdrage in rekening worden gebracht. De aanvangsbijdrage moet dan ook als een soort afsluitprovisie en niet als een bijdrage in de behandelings- kosten worden gezien. Bij kredieten van f 10 000,- of minder mag de aanvangs bijdrage ten hoogste één procent van het gevraagde krediet bedragen, tenzij de minister een maximumbedrag vast- Zaterdag 2 Juni 1928 - DE TELEGRAAF - Ochtendblad - Tweede Blad. In een uitvoerig rapport heeft dezer dagen een Amsterdam- sche gemeentelijke commissie middelen aangegeven, waarmede woekeraarspraktijken kunnen worden bestreden. üurt'j^em etc i^er i Hup! Hup! Commissie! Go il! een bijdrage in de algemene bedrijfs kosten van de kredietgever: een redelijke winstmarge voor de kre dietgever. Voor deze kredietvergoeding zullen geen hogere bedragen kunnen worden be dongen dan die opgenomen in bij AMvB stelt, waarboven niet mag worden uit gegaan. De kredietvergoeding en de aanvangs bijdrage vallen beide onder de 'krediet- kosten'. Er is echter nog een derde be grip dat onder de 'kredietkosten' kan vallen en wel de 'vertragingsvergoe ding'. Hieronder wordt een bedrag ver staan, dat in rekening kan worden ge bracht, indien de kredietnemer achter stallig is in de nakoming van zijn beta lingsverplichtingen. Dit bedrag zal ten hoogste gelijk mogen zijn aan het per centage, dat eveneens in een AMvB zal worden vastgelegd. In het geval dat de kredietnemer vervroegd aflost, bestaat de mogelijkheid om een beroep te doen op vermindering van de kredietkosten. Verder is nog van belang, het begrip 'hoofdsom' waarmee wordt aangegeven het bedrag, dat de lener in handen krijgt. De GSW ging bij het begrip hoofdsom uit van het bedrag, dat in de leningsakte stond vermeld. In de praktijk kon dit in de akte genoemde bedrag groter zijn dan het bedrag, dat de lener daadwerke lijk in handen kreeg. Dit laatste is moge lijk wanneer de te betalen rente vooraf wordt ingehouden. Ter vastlegging van het verleende krediet was het bedrag dat de leningsakte vermelde geen goede maatstaf. Vandaar dat de WCG nu uit gaat van een hoofdsom, die gelijk is aan het bedrag dat de kredietnemer in han den krijgt. De toelating en het toezicht Onder de GSW werd de toelating van de geldschieter beoordeeld en het toezicht op zijn doen en laten uitgeoefend door plaatselijke (later provinciale) besturen. Hierbij werd geen rekening gehouden met landelijk werkende geldschietban- ken met steeds moderner administra tie-, organisatie- en communicatiesys temen, waarmee centrale verwerking van gegevens mogelijk werd. Vandaar de wens, dat de centrale overheid, mede in het kader van een zekere uniformiteit bij de te volgen gedragslijn, vergunnin gen zou verlenen en toezicht zou hou den. Deze wenselijkheid is in de wet overgenomen door de toelatingsbeoor deling en het toezicht aan de minister toe te kennen. Kredietcolportage Onder de kredietcolporteur wordt ver staan, iemand die door persoonlijk be zoek anderen tracht te bewegen een geldleencontract te sluiten. De regering achtte de gemeentelijke instanties (het College van B&W) het meest geschikt om het verzoek tot toelating als krediet colporteur te beoordelen en de antece denten van de aanvrager na te gaan. In de Kamer werd tegen deze voorgestelde regeling bezwaar gemaakt omdat men van mening was, dat deze onvoldoende zekerheid kon bieden tegen overmatig agressieve methoden van colportage. Dit heeft geleid tot het uit het Ontwerp halen van de kredietcolportageregeling. In het nader gewijzigd ontwerp werd zelfs een colportageverbod opgenomen ten gevolge van een amendement van het kamerlid Lems. De reden waarom het verbod van kredietcolportage in de GSW is opgenomen en niet slechts in de Colportagewet, is, dat de behandeling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 29