groot. een industriegebied stond ge
tekend. Dit zijn de resultaten: vanaf mei
1968 werden er in het gebied circa 160
vogelsoorten waargenomen, bijna de
helft van alle soorten die voorkomen in
ons land. Wat steltlopers, meeuwen,
sterns, ganzen en eenden betreft zijn er
76 soorten geregistreerd. Over heel het
land genomen kwam men tot waarne
mingen van 119 soorten. Belangstellen
de natuurliefhebbers weten niet wat ze
zien vanuit de vrij toegankelijke observa
tiehut aan de rand van een der drie grote
plassen. Hele 'trossen' eenden, ganzen
die op de wiek gaan, een kiekendief, een
aalscholver, kluten, zwarte sterns - te
veel om op te noemen.
Dr. Reitsma realiseert zich maar al te
goed waaraan het gebied zijn grote
waarde voor moerasvogels als baard
mannetjes, rietzanger, kwak of waterral,
de steltlopers en de grote waadvogels te
danken heeft. Hij schrijft het toe aan de
combinatie van een grote oppervlakte
ondiep en voedselrijk water met het
moeras als contactzone tussen water en
land. Een en ander stelt de mannen van
de biologische dienst echter wel voor de
verre van gemakkelijke taak om te
trachten de waardevolle structuur zo te
handhaven. 'Het menselijk ingrijpen
ging niet verder dan het allernoodzake
lijkste. Er is misschien in het begin wat
riet gezaaid, maar tot op heden beper-
Boven:
Waar de
baardmannetjes
(-mezen) in
zwermen
rondvlogen.
Rechts:
Dr. TjeerdReitsma:
inspelen op de
aanwezige
natuurelementen.
ken we ons toch vrijwel tot het regelen
van de waterstand. Daartoe zijn er ka
ders gelegd rond heel het gebied. Zon
der die maatregel zouden de Oostvaar-
dersplassen zeker pijlsnel verlanden en
daarmee van karakter veranderen. Nu
behoud je open water, een rietvegetatie
van verschillende dichtheid en plaatse
lijk schieten spontaan wilgenbosjes op.
Dat alles trekt ongelooflijk veel vogels.
Ze zitten hier niet alleen voor hun rust,
maar ook terwille van het voedsel. Ze
fourageren overdag bij duizenden op de
akkers, en 's nachts trekken ze naar de
plas. De kolgans overwintert hier. Er zijn
tellingen van veertigduizend. Flevoland
herbergt 300 paren van de kiekendief,
oftewel 70 procent van de landelijke po
pulatie'.
In het Harderbroek, op de zuidpunt van
Oostelijk Flevoland tegenover Harder-