het gehandicapt zijn van een gezinslid.
Het lijkt mij juist, het leven van de ge
handicapte en zijn directe omgeving in
grote lijnen te beschrijven, omdat de ge
zonde mens daar veelal geen begrip van,
c.q. aandacht voor heeft. De betrokken
heid van de gezonde mens is dan ook
veelal klein. Soms is deze zeer groot
maar dan kortstondig in het geval dat er
een liefdadigheidsactie wordt gevoerd.
Wanneer de handicap al vanaf de ge
boorte aanwezig is, dan is veelal de eer
ste gang van het gehele gezin bepaald
door het bezoek aan het ziekenhuis. De
verzorgers verkeren in de grootste onze
kerheid ten aanzien van de ontwikkeling
van de stoornis en ten aanzien van de
zorg die dat met zich zal meebrengen.
De vreugde die er bij de geboorte had
moeten zijn, heeft plaats moeten maken
voor verdriet. Soms wordt de handicap
pas later ontdekt of ontstaat deze door
een ongeluk. Ook dan geldt dat verdriet
in de plaats treedt van het fijne en onbe
zorgde leven en dat alle leden van het
gezin in vele gevallen de echte gezellig
heid gaan ontberen.
Zowel de gehandicapte als de verzor
gers krijgen te maken met bezoek aan
specialisten, met operaties, met aanpas
singen van schoeisel, kleding en woon
problemen. Soms ontstaan door de in
grepen en aanpassingen weer nieuwe
problemen, omdat de correctie van de
ene stoornis weer een andere stoornis
oproept. De gehandicapte en de verzor-
gers zitten dan ook meestal constant in
de zorg.
Vele gedragingen, zoals kruipen, staan,
lopen, eten, zich wassen, zindelijk wor
den, enz. moeten vaak met het uiterste
geduld worden geleerd. Vaak worden er
frappante resultaten bereikt door de in
zet en inspanning van zowel de gehandi
capte zelf als van hun verzorgers.
Het kind moet naar school. Ook de
schooltijd is vaak een worsteling. Veel
vuldig verzuim komt voor door ziekte,
door operaties en bezoek aan specialis
ten. Ook de eindstreep halen is vaak het
afleggen van een zeer moeilijke weg. De
lezer kan ervan verzekerd zijn dat het
behaalde diploma van een gehandicapte
van jongs-af-aan, in vele gevallen van
een heroïsche strijd symboliseert. Het
behaalde mavo-diploma, het kunnen ty
pen door een spastisch meisje, het kun- I
nen verrichten van huishoudelijke werk
zaamheden en allerlei eenvoudige kar
weitjes is vaak langs de weg van veel
vallen en opstaan bereikt. En hoe rea-
geert 'de maatschappij' daar nu op?
Na een tijd van strijd om de mogelijk
heid tot zelfstandigheid wil de gehandi
capte op eigen benen staan, hoeveel
moeite dat ook kost. Een gerechtvaar
digd verlangen. De voorbereiding op
deelname aan het maatschappelijk le
ven zou door de maatschappij moeten
worden gehonoreerd door hen daarin
daadwerkelijk op te nemen.
Achterstand in de leef- en beroeps
mogelijkheden voor gehandicapten
Er is achterstand in de leef- en beroeps
mogelijkheden voor die gehandicapten,
die niet in een inrichting behoeven te
worden verzorgd en die dat ook niet
wensen.
We hebben reeds de obstakels bereik
baarheid van weg en gebouwen, o.a.
ook bankgebouwen, genoemd, waar
door het uitgaan, het op vakantie gaan,
het deelnemen aan het gewone leven
zeer wordt beperkt, zo niet onmogelijk
is.
Het verkrijgen van werk is ook een zeer
groot probleem. In de meeste gevallen
wordt de voorkeur gegeven aan de vol
ledig gezonde mens. Ten aanzien van
het in dienst nemen van gehandicapten
wordt vaak gedacht aan een verhoogde
kans op ziekteverzuim, aan lagere pro-
duktiviteit, het eventueel moeten aan
passen van de werkomgeving en werk
organisatie, de problemen van het ver
voer van en naar het werk, enz. Verder
de vraag hoe de cliënt, de medewerkers
enz. erover zullen denken. Ook de sala
riëring en de pensioenvoorziening vor
men problemen.
De geschetste moeilijkheden vormen
m.i. niet het excuus om dan maar het
gerechtvaardigd verlangen van gehandi
capten inzake tewerkstelling in het vrije
bedrijf te negeren of daar minimaal aan
tegemoet te komen.
Werk voor gehandicapten
Wie overtuigd is dat ook de gehandicap
te in het bedrijfsleven en dus ook in het
bankbedrijf een kans van slagen moet
hebben, zal een oplossing moeten vin
den voor de vermelde problemen. Voor
een aantal problemen zal een flexibele
houding noodzakelijk zijn, zowel van lei
ding als van overige medewerkers. De
leiding en medewerkers zullen zich allen
moeten willen inzetten om de nodige
aanpassingen te vinden met betrekking
tot de mogelijkheden van de gehandi
capten. De cliënt zal moeten weten dat
de betrokken bank het als haar maat
schappelijke taak ziet gehandicapten in
het arbeidsproces op te nemen.
Voor een aantal zaken zoals loonsubsi
die en aanpassing van de werkomgeving
geeft de overheid steun (zie o.a. Rege
ling plaatsing gehandicapten 1976, 24
maart 1976, van het Directoraat-Gene- j
raai voor de arbeidsvoorziening van het
Ministerie van Sociale Zaken).
Er is een wettelijke regeling die inhoudt
dat bedrijven 2 van het aantal ar
beidsplaatsen ter beschikking moet stel
len voor gehandicapten. Deze regeling
wordt niet voldoende nageleefd. Daar
naast behoeft het merendeel van de be
drijven in Nederland deze regeling niet
na te leven, omdat dit merendeel per be
drijf uit minder dan 50 werknemers be- I
staat. Immers minimaal moeten er 50
arbeidsplaatsen in een bedrijf zijn om
één functieplaats 2 voor een ge
handicapte volgens deze regeling open
te stellen.
Het aantal bedrijven van 50 werknemers
of meer kan op ca. 90 000 worden ge
schat. De reservering van 2 arbeids
plaatsen voor gehandicapten zou moe
ten leiden tot een beschikbaar aantal
van circa 45 000. De vraag naar arbeids
plaatsen is echter vele malen groter
hoewel de omvang hiervan niet precies
is te bepalen. Men weet niet precies hoe
groot het aantal arbeidsgeschikten is
onder de ruim 600 000 lichamelijk ge
handicapten in de leeftijdsgroep van 15
tot 64 jaar. Geschat wordt dat de be
hoefte aan arbeidsplaatsen eerder in de
richting van 6 dan van 2 ligt. Dus
ook de 2 %-maatregel is, bij naleving
hiervan, onvoldoende.
Ik denk dat zonder erkenning van dit
probleem en zonder de medewerking
van het bedrijfsleven om het probleem
op te lossen, de huidige ongewenste si
tuatie nog lang zal blijven voortbestaan.
In het bankbedrijf zijn goede beroeps
mogelijkheden aanwezig voor gehandi
capten. Ik denk daarbij aan de mogelijk
heid tot werken aan de balie, in de ad
ministratie, bij de kas en bij de telefoon
dienst. Het zou m.i. mogelijk en gewoon
kunnen zijn wanneer een rolstoelgebrui
ker baliefuncties vervult en zeer waar
schijnlijk zijn er reeds banken die verre
gaande aanpassingen hebben aange
bracht ten einde gehandicapten een zin
volle taak te laten vervullen.
De Rabobankorganisatie vindt haar wor
tels in de maatschappelijke verantwoor
delijkheid. Het op duidelijke wijze ge
stalte geven aan die verantwoordelijk
heid verstevigt de wortels tot in lengte
van jaren.