17 Ik zou erop willen antwoorden dat deze theorie echt niet zover van de praktij», afstaat als misschien lijkt. Door in eerste instantie de 'aanbevelingen' bespreek baar te maken binnen de eigen bank, bereiken we dat diverse geledingen van het personeel een inbreng kunnen leve ren ten aanzien van de praktische uit werking. Maar het is de verantwoording van het management van een bank om 'aanbevelingen' en behoeften c.q. wen sen van de medewerkers geleidelijk en zodanig gestalte te geven in het leiding geven, dat recht gedaan wordt aan de uitwerking van een sociaal beleid dat door de aangesloten bank en de organi satie wordt voorgestaan. Drs. J. G. A. Dorresteijn, Hoofd Directoraat Personeel Aangesloten Banken zelf denken, in het verleden hebben wij ons toch ook zonder uw richting aangevers gered. Dat is zo. Al meer dan 75 jaar zijn de sociale verhoudingen in onze organisatie goed geweest. Natuur lijk waren er uitzonderingen en die zul len er ook in de toekomst wel blijven. Er is zeker alle reden voor een positieve so ciale balans als we achterom kijken. Nee, de aanbevelingen voor een sociaal beleid zijn niet bedoeld als kritiek op het verleden of op het heden. Zij zijn wel ge schreven met het oog op de toekomst, die morgen al begint. Het is een toe komst waarin het sociale beleid bij de overheid en in het bedrijfsleven meer aandacht ondervindt dan ooit tevoren. Welhaast alle geledingen in het maat schappelijke 'veld' zijn er druk mee be zig. Dit geldt ook voor de beoefenaars van de sociale wetenschappen. De in vloeden van buiten-af worden steeds groter. Er is een indrukwekkend aantal grote sociale bomen tot wasdom geko men, die prima in de bladeren zitten. Men moet van goede huize komen om zowel het bos als de veelsoortige bomen nog te herkennen. Met de 'aanbevelin gen' hebben we dus ook de bedoeling gehad de besturen, directies, afdelings hoofden en personeelsleden meer weg wijs in de sociale wereld te maken. Herkenbaar, door verschillen heen De belangrijkste doelstelling, die de Centrale Bank voor ogen staat, luidt: on danks bepaalde verschillen tussen de aangesloten banken toch hulpmiddelen verstrekken om bij alle banken binnen onze organisatie een geharmoniseerd, herkenbaar, eigentijds, passend en ver antwoord sociaal beleid te bevorderen. Daarbij is het woord 'passend' bewust gekozen. Het sociale beleid heeft bij de banken beslist geen vrijblijvend karakter. Maar juist door verschillen van aard en omvang van de banken is een deel van de sociale problematiek ook enigszins verschillend. Daarom zijn de gedane aanbevelingen bedoeld om bij uw bank te worden vertaald en wel zodanig dat de uitvoering van het sociale beleid in een evenwichtige verhouding staat tot de specifieke omstandigheden van uw bank. We kunnen er niet omheen dat het per soneelsbeleid een geïntegreerd aspect van het totale beleid moet zijn en ver vlochten is met andere beleidsaspecten. Van een goed personeelsbeleid zal pas kunnen worden gesproken als alle me dewerkers van onze organisatie zoveel als maar enigszins mogelijk is een func tie vervullen, die in een verantwoorde relatie staat tot hun capaciteiten, ambi ties en interessensfeer. De werkomstandigheden dienen boven dien zodanig te zijn dat het voor iedere medewerker mogelijk is in goede har monie met anderen tot echt goede werkprestaties te komen. Delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden overeenkomstig capaci teit en ambities zal meer dan voorheen voor zowel de bank als de medewerkers van vitaal belang worden. Van de theorie naar de praktijk Bij menig lezer zal nu wel de gedachte opkomen: zoals het er staat en al lezend kan ik het wel onderschrijven, maar wat komt er in de praktijk van terecht? Dat bepaalt namelijk het werkelijke gezicht van het sociaal beleid en niet de wijze zoals de bedoelingen of aanbevelingen aan het papier zijn toevertrouwd. Hoewel ik maar al te goed weet, dat mijn papier geduldig is, durf ik te stellen dat de leidinggevende open moet staan voor maatschappelijke ontwikkelingen in de sfeer van democratiserings- en medezeggenschapsverhoudingen door zich af te vragen of en zo ja hóe wensen van het personeel dienaangaande ver taald kunnen worden in de dagelijkse wijze van leidinggeven en samenwer king. Maar ook hier geldt dat wij in de 'aanbevelingen' slechts ontwikkelings tendensen en processen willen aange ven. We kunnen nu eenmaal geen de- mocratiseringsregels opstellen welke vóórzien worden van 'vuistregels' voor de toepassing. Daarom zij hier nog eens onderstreept, dat we niet alle aanbevelingen tegelijk en in dezelfde mate kunnen toepassen maar slechts een begin kunnen maken door een aantal belangrijke beleidsas pecten in een evenwichtige verhouding ten opzichte van het totale beleid han teerbaar te maken. Het lezen van de aanbevelingen voor een sociaal beleidsplan bij de aangeslo ten banken zal bij onze banken wellicht een aantal vragen oproepen. Een be langrijke en niet weg te cijferen proble matiek wordt uitvoerig maar toch zo be knopt mogelijk behandeld. Het is dan ook begrijpelijk als de wens opkomt om over de daadwerkelijke toe passing van de aanbevelingen, dus con creet bij de eigen bank, eens nader van gedachten te wisselen. Onzerzijds zijn wij daartoe te allen tijde bereid en wij zullen zonodig gaarne een aan de om standigheden aangepast advies trachten te geven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 17