37 Loch caties kregen. Toch werd de leidraad van Utrecht met betrekking tot kassiers salarissen niet direct gevolgd want 'voor zoo'n salaris of minder zijn er misschien wel soliede personen te vinden'. Nog in 1923 besloten De Graafschap en de Boerenleenbank De Cloese (die dus blijkbaar weer wél bestond) tot de bouw van een nieuw kantoor met brandvrije kluis en op dezelfde vergadering werd de vraag gesteld'waarom men bij het in brengen van spaargelden stortingsbe wijzen moet tekenen. Er is geen nieuws onder de zon zoals in onze dagen opnieuw blijkt, want ook toen moest tegen de invoering van de men vrijer komt te staan en omdat niet iedereen lid wil zijn zowel van De Graaf schap als van de leenbank. Dit voorstel werd door de vergadering aanvaard. De boerenleenbank blijft, (hij was er dus blijkbaar toch wél) maar er moet een nieuwe aankoopvereniging worden ge sticht in verband met liquiditeitsvraag stukken. Dank aan de heer Visser voor de toelich tingen, dank aan de vergaderden en van hier af gaat de boerenleenbank op eigen benen verder en wil Terugblikker u ver zoeken met hem naarVorden te gaan. Landbouwcrisis De plaatsnaam Vorden is naar alle waar- Poj narr sZutfhm- &>A. s juï_* o \n^ ft a ^QJ» 9 o .Q a\ .(Ui ön-iï-Q- Lochem omstreeks 1650. zomertijd maar eens stevig geprotes teerd worden omdat dit een grote last is voor de boeren. In 1924 lukte het pro test nog niet maar dan zou men in 1925 nog maar eens gezamenlijk actie moe ten voeren om de 'zonnetijd' terug te krijgen. In 1925 werden inleidende besprekingen gehouden door de verenigingen De Graafschap, Exel, Barchem en Laren met een opzichter van de PEM om te komen tot elektrificatie rondom Lochem. Daar toe werd ook gedacht aan ruime rente loze voorschotten, waaraan dus ook 'De Cloese' deel moest nemen. In hetzelfde jaar was op de vergadering van 13 november de heer Visser (hoofd inspecteur van de Centrale Bank te Utrecht, later directeur-hoofdinspecteur) aanwezig. Deze vergadering moest wor den gehouden in verband met de nieu we coöperatiewet rondom de vraag: Zal men gecombineerd blijven of wenst men scheiding? Het bestuur stelde scheiding voor omdat schijnlijkheid ontleend aan een door waadbare plaats (een 'voorde' in de Hackfortse- of Vordense Beek waarbij het voor de alleroudste bewoners van groot belang was dat het beekdal ge schikt was voor veehouderij en de hoge enklanden benut konden worden voor de verbouw van koren. In 1504 werd de boedel van Jacob van Hackfort verdeeld tussen diens beide zo nen. De één kreeg het huis Vorden met wind- en watermolen en bovendien het gehele dorp; de jongste zoon Berend (berucht legeraanvoerder) kreeg het huis Hackfort. Op het huis de Wildenborch woonde de dichter Staring. Het grootgrondbezit houdt in dat in deze omgeving zeer vele pachtboeren zijn. Ook deze pachters ontkwamen niet aan de landbouwcrisis in de laatste decennia van de vorige eeuw. Die jammerlijke toestand hield de plaatselijke afdeling van de toenmalige Geldersch-Overijssel- sche-Maatschappij van Landbouw ten zeerste bezig, waardoor in 1886 een On derling Veefonds werd opgericht en in 1893 de Vordensche Roomboterfabriek (een van de eerste die door stoom wer den gedreven). Ingevolge een besluit van de Staten van Gelderland dd. 5 november 1896 werd door een commissie een onderzoek in- i gesteld naar de toestand van de land bouw. Het deel daarvan dat de gemeen te Vorden beschrijft is bewerkt door de heer P. A. Baron van den Borch van Vor den met medewerking van de heren Gallée, Tjoonk, Norde en Voskamp. Dit rapport geeft, voor zover het Vorden be treft een niet geheel ongunstig beeld. Enkele zinsneden daaruit luiden: De algemeene toestand van de gemeen te Vorden is niet ongunstig te noemen, hoewel op landbouwgebied veel ge klaagd wordt en verschillende landbou wers met veel bezwaren te kampen heb ben. De gemeente Vorden is niet geheel ge lijk aan omliggende gemeenten, het groote grondbezit en de vele bosschen maken den toestand in sommige opzich ten niet ongunstig en geven aan arbei ders veel werk, waaraan over het alge meen gebrek is. Hoofdzaak is hier veehouderij voor aan- fok en akkerbouw voor voedsel. Het rapport zegt dat in Vorden geen landbouwonderwijs is, maar dat de be hoefte aan goed en praktisch onderricht wel wordt gevoeld. Coöperatie bestaat hier weinig, alleen een coöperatieve roomboterfabriek met gunstig resultaat. Krediet wordt weinig gevraagd en ver schaft, heet het verder en ook bestaat hier gelukkig geen woekerhandel en hebben gerechtelijke executies nooit plaats. 'In de laatste tien jaren (we leven temidden van een ernstige landbouwcri sis!) komt veelvuldig vermindering en ook kwijtschelding van pacht voor'. Een van de voornaamste conclusies luidt: 'Het in het leven roepen van land- bouw-credietbanken, mits met goede controle zoude goed kunnen werken' en om de goede naam van de agrariërs te I herstellen: 'Voorts streng toezicht op vervalsching van levensmiddelen, vooral van boter en meel'. Meer propaganda gevraagd De goede raad werd niet in de wind ge slagen. Op 15 december 1905 werd I door burgemeester Gallee, rijksveearts i Thien, wethouder Tjoonk, landbouwer Wijers en de directeur van de Coöpera tieve Roomboterfabriek Nienhuis, de Coöperatieve Boerenleenbank te Vorden opgericht en reeds op 15 januari 1906 nam de heer Tjoonk de benoeming tot kassier aan, mits de heer Nienhuis hem voorlopig zou assisteren. Daaruit valt voor Terugblikker te constateren dat men een enorme toeloop van cliënten verwachtte, maar dat viel nogal tegen want reeds in mei 1906 vroeg een lid om propaganda omdat het ledental

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 39