geld- en
kapitaalmarkt
Drs. B. J. Kruimel
De maand september wordt traditioneel gekenmerkt
door het politieke fenomeen van de derde dinsdag en
het natuurkundige verschijnsel van mist. Volgens som
migen is de regering er dit jaar opvallend goed in ge
slaagd beide verschijnselen te verenigen. De voor deze
rubriek meest interessante gegevens komen uit de Mil
joenennota 1977, waarbij met name de financierings
behoefte van het Rijk de aandacht trekt. Deze was voor
1976 in de vorige Miljoenennota op 14,5 miljard be
cijferd en vervolgens in de Voorjaarsnota (juni 1976) op
15,4 miljard, maar komt nu uit op 12,9 miljard.
De redenen voor deze ontwikkeling zijn meevallende
opbrengsten van de vennootschapsbelasting en een
verminderde stijging van het uitgavenniveau van het
Rijk. Van het tekort is nog ƒ5,6 miljard te dekken,
waarvan circa 3 miljard mogelijk kan gebeuren door
de afbouw van het tegoed van het Rijk bij De Neder-
landsche Bank. De financieringsbehoefte voor 1977
komt uit op 'rond' ƒ13 miljard waarin voor 'circa' ƒ4
miljard kan worden voorzien door de voor-inschrijfreke-
ning zodat er voor nog 'ongeveer' 9 miljard dekking
moet worden gevonden. Evenals vorig jaar wordt niet
verwacht dat het Rijk erin zal slagen deze volledig op
de kapitaalmarkt te vinden, zodat er ook in 1977 'mo
netaire financiering' noodzakelijk zal zijn.
Geldmarkt
De geldmarkttarieven bleven in september op een zeer
hoog niveau. Zo kwam het maandgemiddelde van de
prijs voor 3-maands interbancaire deposito's uit op
12,94% tegen 13,21 in augustus. Het interbancair
call-geld kon in de loop van de maand aanzienlijk goed
koper worden (maximum 26 minimum 73A maar
liep tegen de maandultimo weer op in verband met de
grote belastingbetalingen, welke er traditioneel bij de
overgang van het derde naar het vierde kwartaal
plaatsvinden. Uit de weekstaat van de Nederlandsche
Bank blijkt dat de goud- en deviezenvoorraad weer met
1,5 miljard kon toenemen, mede door contante dolla
raankopen van De Nederlandsche Bank.
Gezien de problemen welke zich in de voorgaande
maanden hadden voorgedaan met de overschrijdingen
door individuele banken van de hun toegewezen con
tingenten bij De Nederlandsche Bank heeft de laatste
per 16 september een - tijdelijke - nieuwe regeling in
gevoerd. De contingenteringsperiode is nu vijf weken
(was 13 weken), waarin geen zogenaamde schone da
gen behoeven te worden gemaakt. Banken die een be
roep doen op De Nederlandsche Bank binnen hun con
tingent, betalen daarvoor het promessedisconto, bij
overschrijdingen tot 50 moet 2 extra worden be
taald en daarboven is een dagelijks achteraf vast te
stellen rente verschuldigd. Door de invoering van dit
systeem voor de traditioneel moeilijke geldmarktmaan
den september/oktober heeft De Nederlandsche Bank
haar manoeuvreerruimte aanzienlijk vergroot en kan zij
de mogelijke noodzaak tot het geven van aanwijzingen
in de kiem smoren. De Nederlandsche Bank blijft in het
kader van de indiscrete kredietbeheersing een vrije
marge van 1 a 2 nastreven. In verband daarmee is de
x voor de periode van 16 september tot en met 20 ok
tober verlaagd van 12 tot 1114 De oorzaak van
deze verlaging moet vooral worden gezocht bij het niet
evenredig stijgen van het liquiditeitsbezit van de ban
ken met de toegenomen liquiditeitsreserveverplich-
tingen, onder andere ten gevolge van de verschuiving
van spaargelden naar termijndeposito's.
In de begroting van Financiën is nu voorgesteld de
maandelijkse betalingen van het Gemeentefonds in ko
mend jaar in 50 wekelijkse termijnen te doen plaatsvin
den, waardoor wellicht andere geldmarktpatronen te
verwachten zijn.
Kapitaalmarkt
De rente op de kapitaalmarkt heeft in september een
duidelijke stabilisatie te zien gegeven. Zo kwam het
maandgemiddelde van de rentewijzer op 9,87 tegen
10,12 in de vorige maand.
Op het emissiefront was het bijzonder rustig. Na de
914 Staatslening, waarop voor ƒ484 miljoen werd
ingeschreven en 375 miljoen (77,55 werd toege
wezen, heeft in september alleen de Nederlandse Wa-
terschapsbank een lening aangekondigd. Dit was een
93/» %-lening per 1977-1986 (gemiddelde looptijd 514
jaar) welke een uitgiftekoers had van 99,5 De lening
werd een matig succes. Begin oktober kondigde De Ne
derlandsche Middenstandsbank N.V. een 1014 %-
kapitaalobligatielening ter grootte van 50 miljoen
aan, waarop de inschrijving op 12 oktober openstaat.
Op de onderhandse kapitaalmarkt viel er enige opleving
te signaleren waarbij zelfs de langere looptijden weer
aan bod kwamen.
Uit het kwartaalbericht van De Nederlandsche Bank
blijkt dat gedurende het eerste halfjaar de onderstaan
de veranderingen in de netto vraag naar kapitaal heb
ben plaatsgevonden:
(in miljoenen guldens)
1975
1976
mutatie t.o.v.
1 e h.j.
2e h.j.
1 e h.j.
1e h.j. 1975
Aandelen
985
695
169
-83%
Obligaties en pandbrieven
2 351
2 694
2 409
3%
Onderhandse leningen
6 438
8 043
8 653
34%
Hypothecaire leningen
2 182
3 734
4 122
89
Onroerend goed
992
830
894
-10%
12 948
15 996
16 247