een amerikaanse les
de onderneming te redden uiteindelijk
Iedere bank financiert bedrijven. Die bedrijven kunnen in moeilijkheden ko
men; rente wordt niet betaald, aflossingen blijven achterwege, kredietover
schrijdingen worden niet aangezuiverd. Kortom: de financiering wordt een
strop voor de bank.
Aan elke financiering zit een zeker risico verbonden, maar een goede bank
zorgt er voor dat het zo klein mogelijk blijft en in ieder geval niet onredelijk
is. Komt er toch een strop, welnu dat hoort dan bij het normale risico van
het bankiersvak... tenzij de bank zelf fouten heeft gemaakt.
Wat niemand verwachtte, kwam
toch
Een Amerikaan, Ellmore C. Patterson,
topman van de Morgan Guaranty Trust
Company, heeft het onlangs aangedurfd
op een internationale conferentie in San
Francisco de Amerikaanse banken onge
zouten hun fouten uit het recente verle
den onder de neus te wrijven. Zijn
sprankelende betoog stond in Euromo-
ney van augustus jl. Wij geven daarvan
beknopt de grote lijnen weer, want al
was het in Nederland gelukkig anders
dan in de USA, wij kunnen van de erva
ringen ginds leren. Een gewaarschuwd
man telt voor twee!
Patterson knoopt aan bij de werkelijk
enorme verliezen, die de Amerikaanse
banken in de afgelopen jaren op finan
cieringen geleden hebben. Zo'n tijd was
sinds de 30-er crisisjaren niet meer
voorgekomen. Over het geheel geno
men hebben de banken deze storm goed
doorstaan, maar ze moeten, willen ze er
van leren, een paar heel pijnlijke conclu
sies trekken.
De eerste les is deze: door al die jaren
van expansie heen, met af en toe een
weinig schade veroorzakende recessie,
is onbewust het gevoel ontstaan, dat in
ieder geval het Amerikaanse bedrijfsle
ven nooit meer door een echte zware te
rugslag zou worden getroffen. Er kwam
een atmosfeer van al groter vertrouwen,
en de maatstaven voor kredietwaardig
heid verslapten al meer. Marginale en
zelfs speculatieve activiteiten werden
gefinancierd. Er werd allengs te weinig
onderscheid gemaakt tussen onderne
mers die wisten wat ze deden, en hen
die het niet deden
En dan, na 1972 en 1973, komt de om
slag, de bodem valt uit de economie. In-
Ellmore C. Patterson
eens blijken de financieringen van de
banken veel kwetsbaarder te zijn dan zij
zelf beseffen. Grote verliezen zijn het ge
volg. Een volgende keer, aldus Patter
son, zullen we beter voorbereid moeten
zijn
Vragen om moeilijkheden
Patterson is een harde heelmeester. Wij
banken - zo betoogt hij - hebben niet
alleen de risico's onderschat, we hebben
ook te veel nadruk gelegd op het streven
naar gedurige toename van de winst.
Een bank werd te eenzijdig gezien als
een profit centre Winst is goed en no
dig, maar een bank moet al die winst
technieken temperen met een flinke do
sis gezond verstand! Als we op korte
termijn betere resultaten willen bereiken
en overigens niet verder kijken, vragen
we zelf om moeilijkheden. Bankiers mo
gen zich niet blind staren op de lopende
inkomsten; zij moeten altijd bedenken,
dat de totale kosten van leningen veel
later wel eens op verliezen kunnen uit
draaien.
De afgelopen jaren hebben een oude be
langrijke waarheid weer uit de verf doen
komen: zodra een bank een financie
ringsverhouding met een onderneming
aangaat, accepteert zij een duurzame
betrokkenheid bij die onderneming. Het
doet er niet toe hoe lang of kort zo'n
eerste lening loopt. Eenmaal betrokken,
blijkt het voor een bank lastig en vaak
zelfs onmogelijk te zijn zich van een
cliënt los te maken, wanneer deze in
moeilijkheden komt. Want als de bank
zijn geld opeist, doen andere crediteuren
het ook: men krijgt een sneeuwbalef
fect, dat kan resulteren in het faillisse
ment van de cliënt.
Banken hebben, aldus Patterson, een af
keer van faillissement. Ze voelen er
meer voor om zo'n onderneming door
reconstructie te redden, omdat dat een
betere kans biedt de verstrekte gelden
terug te krijgen. Zo'n houding is in het
algemeen juist, al moet gezegd worden
dat de banken vaak ook nauwelijks de
vrijheid meer hebben zich anders op te
stellen. Vooral wanneer de moeilijkhe
den grote ondernemingen betreffen,
wordt reconstructie door het publiek be
lang gedecreteerd: de werkgelegenheid
komt in gevaar of de stabiliteit van de fi
nanciële markt staat op het spel. Het ge
volg kan dan ook zijn dat een bank grote
verliezen lijdt, omdat haar pogingen om
vruchteloos blijken.
Gezond verstand gebruiken!
Hieruit trekt Patterson weer een paar
lessen. Zal de lener winstgevend ge
noeg zijn en over genoeg middelen
(cash-flow) beschikken om zijn schuld af
te lossen of die te herfinancieren? Dat is
voor een bank de kernvraag. Voor de be
antwoording moet veel meer nadruk op
de lange termijn gelegd worden. De tra
ditionele balansstukken en analyses
daarvan zijn natuurlijk belangrijk, maar
bankiers moeten meer als 'investeer
ders' leren denken. Ze moeten zo goed
mogelijk het beeld voor ogen hebben,
dat een onderneming over vijf of zelfs
over tien jaar zal vertonen.
Deze analyse op lange termijn gebeurt
veel te weinig. Patterson erkent, dat het
zeer moeilijk is; tijd en deskundigheid
ontbreken veelal. Maar hij houdt vol: we
moeten letterlijk jaren van te voren ge
waarschuwd worden, dat er moeilijkhe
den op komst zijn, willen we een redelij
ke gelegenheid hebben daar iets con
structiefs zowel voor onze cliënten als
voor ons zelf aan te doen. Hij pleit voor
het ontwikkelen van een 'waarschu
wingssysteem' - gebaseerd op een ana
lyse van de brede economische tenden
ties - waardoor in een vroeg stadium de
industrieën te weten komen, dat ze in de
gevarenzone dreigen te komen. Maar al
te vaak is gebleken, dat de cliënten zelf
even onbekend waren met de dreigende
gevaren als wij zelf. Willen we door dik