Ik heb vertrouwen in het gezonde oor deel van degenen die in onze organisatie over deze zaken moeten meespreken. In de Proeve van een Beleidsplan staat ei genlijk niets nieuws. Wij hebben gepro beerd te voldoen aan één belangrijke uitkomst: het concreet op papier zetten wat wij gezamenlijk in een organisatie willen bereiken. Ik heb aan mijn Staf- groep en mijn collega's die aan het ont werpen van het stuk hebben meege werkt gevraagd: laten wij voor deze keer als een soort bandrecorder het beleid 'opnemen' en hier en daar luisteren naar dat wat men wil, meer niet. Dat is ge beurd. Ik kan mij dan ook nu niet voor stellen dat het stuk grosso modo door de organisatie niet zou worden herkend als zijnde het beleid dat men toch reeds wilde voeren. Maar het staat nu, welis waar als proef, zwart op wit op papier! Redactie: Als de organisatie in het na jaar het groene licht zou geven, kun nen wij dan in 1977 al gaan werken aan een organisatieplan voor 1978? Adolfse: 'Bij ons,' zei de zwarte koningin tegen Alice in Wonderland, 'moet je zo hard lopen als je kan om op dezelfde plaats te blijven. Als je ergens anders wilt komen, moet je tweemaal zo hard lopen. Ik geloof hiermee te kunnen illu streren dat we ook met de procedure van beleidsvorming tot een plaatsbepa ling moeten komen. We moeten erken nen, dat het met 1000 aangesloten banken en een grote instelling als de Centrale Bank niet mogelijk is om nog in twee maanden tijd een weg te timmeren die aan alle eisen van een ideale proce dure voldoet. Op dit terrein zullen wij in de organisatie begrip ontmoeten voor het feit dat we weliswaar in 1977 kunnen beginnen, maar dat voorlopig zeker voor dat jaar en misschien ook wel voor het daarop volgende de Centrale Bank een boel (denk)werk moet doen dat eigenlijk door de aangesloten banken in de ideale be leidsvormingsprocedure moet worden gedaan. I ten banken dan in 1977 inspelen op de vorming van het Beleidsplan 1978? Adolfse: Ik geloof dat in 1977 de indivi duele Rabobanken ten aanzien van het Beleidsplan van de organisatie via de voorjaarskringbijeenkomsten al kunnen bijdragen aan een voorstel voor een plan van de aangesloten banken. Later in het jaar, wanneer dit verwerkt is samen met het plan van de Centrale Bank tot één beleidsplan voor de organisatie, kunnen zij nogmaals in de najaarskringvergade ringen hun inbreng in een voorstel Be leidsplan voor de organisatie leveren. Dit zou op korte termijn reeds een stap kunnen betekenen in de richting die wij moeten gaan. Redactie: Ten slotte: in hoeverre wor den de aangesloten banken nu gebon den aan het beleidsplan voor de orga nisatie wanneer dit in de toekomst volgens de regels van inspraak en bij drage zou worden opgesteld? Adolfse: Als wij eenmaal in de nabije toekomst zover zijn dat het beleidsplan voor de organisatie opgesteld wordt, volgens een procedure waarin de indivi duele Rabobanken hun eigen bijdrage en beleidsinzichten kunnen geven, dan geloof ik dat het spreekwoord geldt: 'een man een man, een woord een woord'. Wij zullen ons moeten gaan houden aan afspraken om iets te doen of niet te doen. Anders vergaat het ons als met de schorpioen en de olifant die beide aan de oevers van de Kongo stonden. De schorpioen vroeg de olifant om hem even over de zetten. Dit 'contract' werd gesloten. Midden op de rivier bedong de schorpioen echter ook de terugtocht. Zo niet, dan zou hij de olifant in de rug ste ken. De olifant weigerde halstarrig. De schorpioen prikte hem in de rug; de oli fant stierf en zonk in de diepte. Maar de schorpioen verdween mee in de golven. Met een paar van zulke cartoons zorgt de heer Adolfse voor een luchtige noot, als hij het beleidsplan op bijeenkomsten toelicht. Wat hij er bij vertelt, weten wij niet, maar het is duidelijk dat al dat ge- schommel niet best is. Achter die fles zullen we maar niet te veel zoeken, hoe wel dat percentage op alcohol en op rente kan slaan. Redactie: Waar kunnen de aangeslo-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 21