in de keuken
van de 'proeve'
het daarin bepleite 'geïnte
greerde organisatiebeleid'.
De redactie is op een warme
augustusmiddag nog eens
gaan praten met het hoofd
van de Stafgroep Beleids
planning van de Centrale
Bank, dr.J.Th. Adolfse, die
in februari van dit jaar bij de
organisatie in dienst is ge
treden. Als wij hem de on
derstaande vragen voorleg
gen, benadrukt hij vooral dat
het voorbereiden van een
Proeve in belangrijke mate
het werk is geweest, niet al
leen van de leden van zijn
stafgroep, maar ook van
vele andere collega's die er
met raad en vooral daad toe
hebben hebben bijgedragen
om het ontwerp van dit stuk
tijdig bij de structuurcom
missie op tafel te krijgen.
Het Structuurrapport is
thans in een veelvoud van
duizend de organisatie inge
stuurd en wordt intensief
bestudeerd. De najaars
kringvergaderingen zullen er
veel aandacht aan besteden.
Het stuk bevat als bijlage:
'Proeve van een Beleids
plan'.
Deze proeve is vervaardigd
omdat er tijdens de behan
deling van het eerste Struc
tuurrapport in 1975 misver
standen waren gerezen over
Redactie: U staat achter de opvatting
van de Structuurcommissie, dat onze
organisatie aan systematische be
leidsvorming moet gaan doen? Wat
zal er dan gaan veranderen en wat
deed de organisatie dan niet tot nog
toe?
Adolfse: Ik sta volledig achter de opvat
tingen van de Structuurcommissie. Zij
heeft zeer juist geoordeeld door dit as
pect in haar beschouwingen een belang
rijke plaats te geven. In hoofdstuk 2 van
het nieuwe rapport treft zij de juiste
toon, helderder en meer uitgekristalli
seerd dan in het eerste rapport. Een zo
omvangrijke organisatie als de Rabo
bank wordt door de buitenwacht, te we
ten de spaarders, de kredietnemers, De
Nederlandsche Bank, de overheid enz.
als een eenheid gezien. Daarom alleen
al is meer eenheid van beleid dringend
gewenst! Ondertussen is het een mis
verstand te menen dat de aandrang om
tot systematische beleidsvorming te ko
men, ook wel 'beleidsplanning' ge
noemd, zou vooronderstellen dat er tot
nog toe geen beleid is gevoerd. Integen
deel, ik geloof dat er met name in de ja
ren vlak voor en na de grote fusie een
goed en wijs beleid is gevoerd. Voor
beelden daarvan hoef ik toch eigenlijk
niet te geven; zij zijn er in overvloed.
Het nieuwe van beleidsplanning is dat
wij gaan proberen met zoveel mogelijk
mensen van hoog tot laag die bij onze
organisatie beleidsverantwoordelijkheid
dragen tot één gezamenlijke opinie te
komen over het te voeren beleid in de
toekomst, maar daar ook naar te hande
len binnen het eigen verantwoordelijk-
heidsgebied. Om dat te bereiken zul je
het één en ander duidelijk op papier
moeten zetten. Dit vraagt van alle be
trokkenen niet alleen veel zelfdiscipline
maar ook een grote mate van loyaliteit
tegenover elkaar en tegenover de orga
nisatie.
Ik geloof nu, voorzover ik goed ben geïn
formeerd, dat onze organisatie en, vóór
de fusie, de beide coöperatieve bankor-
ganisaties hun beleidsintenties nog nim
mer expliciet op papier hebben gezet.
Als dat nu het nieuwe is, lijkt dat wel
simpel, maar als men verder doordenkt
wat dat dan betekent om voortaan zo
een beleidsplan gezamenlijk op te stel
len, dan zal het duidelijk zijn dat er heel
wat water door de, toch al droge. Rijn
moet stromen om dat in de toekomst
bevredigend te organiseren. Een goede
procedure is voorwaarde één. Veel ge
duld is voorwaarde twee en ik zou willen
benadrukken dat ieder, die streeft naar
perfectionisme op dit terrein, in een die
pe kuil dreigt te vallen. Ik beveel dat
laatste dan ook niet aan.
Redactie: De systematiek staat bij u
kennelijk centraal als u praat over be
leidsvorming. Acht u het mogelijk dit
te organiseren?
Adolfse: Als we geduld hebben en niet
als een soort hemelbestormers de syste
matische beleidsvorming uit de grond
willen stampen, is dat volgens mij mo
gelijk. Ik geloof dat wij moeten bouwen
op de bestaande overlegkanalen en op
de bestaande verantwoordelijkheden.
Daarop heeft ook de Structuurcommis
sie geduid. Onze organisatie heeft veel
'overleg know-how'. De verantwoorde
lijkheden zijn ook duidelijk vastgelegd:
die van de Rabobankdirecteur, het be
stuur van de lokale bank, de organisatie
van de Centrale Bank enz.
Daarop moeten wij gaan aansluiten. Een
globaal idee hoe dat moet heb ik wel
reeds gevormd in afwachting van wat er
in de organisatie in het najaar wordt be
sloten. Maar als u mij vraagt hoe dat
precies gaat werken dan voel ik mij net
als de duizendpoot die gevraagd werd,
hoe hij dat nu precies deed: dat lopen
met al die poten tegelijk. Hij zei: 'oh,
heel eenvoudig, zo!' En tegelijkertijd zat
de duizendpoot met al zijn poten in de
knoop.
Redactie: Gelooft u dat de organisatie
thans positief zal reageren op dat wat
in het Structuurrapport over organisa
tiebeleid wordt gezegd en in de Proeve
als voorbeeld is gegeven?
Adolfse: Ik geloof het en hoop het ook.