«>V-' U
14
1
De problemen rondom de droogte waren geen aanlei
ding tot een nieuwe aanpak.
wat wacht de nieuwe commissaris?
kandidaat gevolgd zal worden, hetgeen dan onderwerp
van een openbare discussie zou kunnen zijn.
Europese droogte
In de Europese ambtsperiode van de heer Lardinois is
het de Europese integratie niet voor de wind gegaan.
Hij heeft zich aanvankelijk kunnen wijden aan het uit
breiden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
door het ten uitvoer leggen van de richtlijnen voor de
modernisering van landbouwbedrijven, de sanerings
premies voor oudere agrariërs en het stimuleren van de
voorlichting. Later is daar nog de bijzondere regeling
voor de berggebieden en andere door de natuur slecht
bedeelde gebieden bij gekomen. Telkenjare werd het
echter moeilijker nieuwe initiatieven te ontplooien. Zo
ligt een regeling voor de agrarische jongeren reeds lan
ge tijd te wachten op een serieuze behandeling, even
als de reeds met de vele stoflagen bedekte voorstellen
voor de afzetorganisaties van landbouwprodukten. De
tijd van de landbouwcommissaris werd grotendeels be
steed aan het blussen van branden welke het bestaan
de landbouwbeleid bedreigden door het steeds meer in
de versukkeling raken van de Europese samenwerking
op algemeen economisch terrein.
Een gezamenlijk vraagstuk, zoals de problemen welke
voortvloeien uit de droogte van de afgelopen zomer, is
geen aanleiding geweest tot een nieuwe aanpak waar
door de Europese samenwerking een stap verder ge
bracht zou worden. De Europese Commissie en de
Raad van landbouwministers volstonden met het tijde-
lijk bijstellen van de bestaande instrumenten, zoals
door een vermindering van invoerbelemmeringen uit
niet-EG-landen, en verder met het gezamenlijke voor
nemen elkander niet dwars te zitten met maatregelen
welke nationaal in verband met de droogte worden ge
troffen.
De nationale regeringen reageerden zeer verschillend
op de schade welke de droogte vooral bij de veeteelt
aanrichtte. De meeste wilden de landbouw tegemoet
komen met lastenverlichting, overbruggingsuitkeringen
en in het geval van Frankrijk - toeslagen per koe, al
les in het kader van het nationale landbouwbeleid. In
Frankrijk leidde dit tot grote moeilijkheden zowel bij de
landbouw als daarbuiten. De Franse landbouw was niet
tevreden met de toeslagen die te gering werden geacht
en ongelijk over het land werden verdeeld volgens zo
nes waarvan de begrenzing vaak in individuele gevallen
onrechtvaardig werd geacht. De Franse toeslag leidde
tot een algemene politieke discussie, omdat de rege
ring er een aparte financieringsbron voor wilde hebben;
dit kon zijn een extra belasting op de hogere inkomens
of het afsluiten van een aparte staatslening, waarvan
de kosten uiteraard later door de belastingbetalers
moeten worden opgebracht. De discussie over de fi
nanciering maakte de zaak voor de landbouw uiteraard
niet beter; men kan zich de gevoelens van de Franse
agrariërs voorstellen toen bleek dat hun regering als
het ware met de pet rond moest gaan om iets te doen
aan de door de landbouw geleden schade.
Nederlandse oplossing
Zowel in Nederland als in Denemarken werd een be
langrijk deel van de oplossing van de financiële gevol
gen van de droogte gezocht in de toepassing van alge
mene sociale voorzieningen. Sinds april van dit jaar be
staat er in Denemarken een mogelijkheid van sociale
uitkering bij een te gering inkomen welke met de Ne
derlandse Bijstandswet is te vergelijken. In andere lan
den in de Gemeenschap bestaat een dergelijke moge
lijkheid niet.
De heer Lardinois heeft meermalen gesteld, dat de Eu
ropese Gemeenschap voor de landbouw geen inko
mensbeleid zal voeren, in ieder geval niet in de eerstko
mende jaren. Het vaststellen van landbouwprijzen en
het nastreven ervan via de Europese marktorganisaties,
is weliswaar van groot belang voor de agrarische inko
mens, maar daarmede neemt de Gemeenschap in de
ogen van de heer Lardinois geen verantwoordelijkheid
voor het totale inkomen van de agrariërs. Dit laatste is
de verantwoordelijkheid van de nationale regeringen.
Deze opvatting zal vooral zijn ingegeven door de ge
brekkige harmonisatie in de Gemeenschap op sociaal
gebied. Wanneer men bij deze harmonisatie voor de
landbouw verder wil gaan dan in andere sectoren, zal
daarvoor een inkomensoverdracht via het Europese
budget moeten plaatsvinden. En het zijn juist de kos
ten van het Europese beleid welke op het ogenblik de
grensstellende factor zijn van de verdere ontplooiing
ervan.
Nederlands initiatief
Het grootste obstakel voor degenen die met de Europe
se landbouwpolitiek bezig zijn, is het gebrek aan eco
nomische en monetaire samenwerking. De landbouw
zelf is een veel minder weerbarstig onderwerp. Zo zou
de Franse landbouw het bepaald toejuichen, wanneer
de droogteproblemen op Europees niveau opgelost
werden. Daarvoor loopt de Europese integratie echter
nog over een te smal spoor.
Bij het aanvaarden van het een halfjaar durende voor
zitterschap van de Europese Raad, heeft de Nederland
se regering een initiatief genomen om monetaire en