tSMBMMMMMI schoner milieu is natuurlijk een mooie zaak, doch voorzover dit ten koste gaat van arbeidsplaatsen zal iemand, die zijn verantwoordelijkheid voelt, zich eerst toch nog wel eens willen bedenken. Er zal daarom een afweging moeten plaatsvinden op basis van wat tegelij kertijd mogelijk is. Bij het scheppen van een kader voor deze afweging speelt het Centraal Planbureau een belangrijke rol. Op basis van de beleidsuitgangspunten van de regering probeert het Planbureau te becijferen wat de gevolgen zijn voor een aantal macro-economische groot heden. Naar aanleiding van die uitkom sten kan de regering zich dan geroepen voelen om het beleid bij te stellen. Voor beelden van dergelijke bijstellingen in het recente verleden zijn de invoering van de zogenaamde 1 %-norm voor de drukstijging van de collectieve lasten en het nieuwe investeringsbeleid voor 1977 en de volgende jaren. In februari van dit jaar kwam het Cen traal Planbureau tot de conclusie dat bij een ongewijzigde voortzetting van het regeringsbeleid de werkloosheid in 1980 gemiddeld een niveau van 260 000 zou kunnen bereiken. Daartegenover stond I een aantal van 210 000 bij invoering (en naleving!) van de 1 %-norm. De regering vond ook dit resultaat uiteindelijk nog onaanvaardbaar en ging verder zoeken naar mogelijkheden om de werkloosheid in 1980 terug te brengen tot het niveau van 150 000. Nieuwe berekeningen van het Planbureau toonden aan dat dit mo gelijk zou kunnen zijn met aanvullende maatregelen in de sfeer van bedrijfsin- j vesteringen en loonsubsidies. Deze wijze van terugrekenen tot een kennelijk voor de regering aanvaardbaar werkloosheidspeil is niet door iedereen in dank aanvaard. Niemand minder dan de president van De Nederlandsche Bank die zich doorgaans niet gauw pu- bliekelijk uitlaat over het regeringsbe leid, stelde de laakbaarheid van deze be naderingswijze aan de kaak. Niet 150 000 werklozen zou het uitgangs- j punt moeten zijn voor het beleid tot 1980, maar volledige werkgelegenheid. De Minister van Financiën verweerde zich hiertegen door te stellen dat ook hem niets liever zou zijn dan dat de werkloosheid uiteindelijk lager zou uit komen, doch dat dit vooralsnog tech nisch niet haalbaar moest worden ge acht. Politieke keuze, maar niet zonder openheid Of men kiest voor 150 000 werklozen in 1980, dan wel voor een geringer aantal is een politieke keuze. Om in dit verband te spreken van een technisch minimum is echter niet terecht. Veel eerlijker zou het zijn geweest wanneer de regering haar keuze zou hebben verdedigd mede op grond van beleidsalternatieven die resulteren in een verdere daling van de werkloosheid. Wat zou bijvoorbeeld de consequentie zijn geweest van een 0 %-norm in plaats van de 1 %-norm voor de collectieve lasten of van een 0 in plaats van 1 V2 verbetering van het reëel beschikbare inkomen van de mo dale werknemer? Misschien had de re gering dan moeten verdedigen dat zij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 11