wob
DE BIJDRAGEN AAN STICHTING
vraag mag in alle eerlijkheid worden ge
steld om ook in alle eerlijkheid te wor
den beantwoord. Daarbij is het nodig
eerst na te gaan welk criterium voor de
In Memoriam
wob
zijn, maar je kunt hem alleen gebruiken
als je een behoorlijke melkgevende
veestapel hebt.
In wezen is dit het punt dat de Neder
landse Bankiersvereniging op zo'n in
dringende wijze in een memoriam aan
de Tweede Kamer-commissies naar vo
ren heeft gebracht. De Bankiersvereni
ging is geen principieel tegenstander
van de winstdelingsgedachte, zij erkent
de onderneming als een samenwer
kingsverband van arbeid en kapitaal.
Onder de huidige omstandigheden voor
ziet zij echter dat door een gedwongen
VAD-regeling het beoogde positieve -
nl. de sociale vooruitgang - geheel zal
worden overschaduwd door het nega
tieve. Want de VAD zal een blijvend her
stel van gezonde financieel-economi-
sche verhoudingen ernstig belemmeren.
Het bedrijfsleven heeft nu al jaren lang
zijn eigen vermogenspositie sterk zien
teruglopen. Het draagvlak van het eigen
vermogen is, zo waarschuwt de Ban
kiersvereniging, te klein geworden voor
de broodnodige conjuncturele expansie,
waarop gehoopt wordt. Dat is de grote
barrière die aan de oplossing van de hui
dige structurele problemen, met name
dat van de werkloosheid, in de weg
staat. Er is schreeuwend behoefte aan
nieuw risico-dragend vermogen, aan te
trekken van buiten de onderneming. Be
leggers, die dat risico willen lopen, moet
echter een redelijk rendement in het
vooruitzicht kunnen worden gesteld. Het
memorandum toont duidelijk aan hoe
dat rendement door allerlei oorzaken is
uitgehold. Het is reeds lang bekend,
maar het geeft toch weer een schok te
lezen, dat het gemiddelde bruto-rende-
ment van het totale in Nederlandse on
dernemingen geïnvesteerde vermogen in
zeven jaren is teruggelopen van 7,5
tot slechts 1 a 1,5%. Eigen vermogen
heeft altijd ook de functie gehad van buf
fer tegen risico's, maar als, zoals thans
geschiedt, deze functie haast de enige
blijkt te worden en de aandeelhouder
vaak nauwelijks meer aan rendement toe
komt, is er iets grondig mis. De Bankiers
vereniging waarschuwt er terecht voor
om bij 'aandeelhouders' niet maar met
een te denken aan vermogende particu
lieren. Dat gebeurt in de politiek veel te
vaak. Nee, aandeelhouders zijn thans
veeleer de institutionele beleggers als
pensioenfondsen en beleggingsmaat
schappijen, die individueel de gespaar
de bedragen van werknemers en kleine
spaarders rendabel trachten te maken.
Erkend wordt dat de VAD slechts een
klein deel van de overwinst zal aanspre-
ke'n. Ook dat de VAD aan de meerder
heid van de bedrijven zal voorbijgaan
omdat er eenvoudig geen overwinst is.
Dat laatste spreekt boekdelen! De huidi
ge situatie is thans zo, dat er eerst eens
voor gezorgd moet worden, dat er weer
een redelijke overwinst mogelijk is, zo
dat degenen die risicodragend geld in de
onderneming willen en durven steken,
daarvoor een passend rendement krij
gen. Pas dan heeft het zin om te praten
over afromen van overwinst. Want nie
mand kan ontkennen, dat de ontwikke
ling al meer scheef loopt: tegenover de
al genoemde daling van het bruto-
rendement van het geïnvesteerde ver
mogen staat dat de arbeidsinkomens
quote inmiddels het enorm hoge peil
van 96,5 heeft bereikt!
Dat is de keerzijde van de sociale VAD-
medaille! Met de Bankiersvereniging
menen wij dat die kant thans boven
moet liggen. Politiek gezien zal dit niet
gemakkelijk zijn, maar iedere politicus,
die zijn verantwoordelijkheid serieus
neemt, zal daaraan niet voorbij mogen
gaan. Het herstel van onze economie, de
bestrijding van de werkloosheid, is af
hankelijk van een het weer gezond en
minder kwetsbaar maken van de finan
ciële structuur van onze ondernemin
gen. Is dat gelukt, dan kan over de aan
schaf van een melkmachine gedacht
worden.
STEUN DOOR RABOBANKEN
Er is in het voorjaar al bij herhaling aan
gedrongen op de bestemming van een
bescheiden bedrag van de winst ten be
hoeve van de Stichting Steun door Ra-
bobanken. Wij willen dat nu niet op
nieuw doen, hoewel er wel reden voor
zou zijn als we naar het grote aantal
aanvragen uit ontwikkelingslanden zien.
Aanvragen van allerlei aard op het ge
bied van landbouwontwikkeling en
coöperatievorming. We komen midde
len tekort om aan al deze aanvragen,
ook al moeten ze nog zo positief worden
beoordeeld, te voldoen. Het fonds is
praktisch uitgeput wat de buitenlandse
afdeling betreft.
De bedoeling van dit WOB-artikel is pri
mair informatie te geven over de bijdra
gen in de eerste helft van dit jaar. Dank
aan alle banken die in dit jaar tot nu toe
hebben bijgedragen, soms in aanzienlij
ke mate.
Samen hebben tot nu toe ruim 500 ban
ken een bedrag bijeengebracht van rond
f 350 000,-, daarmee - door de verdub
beling door de Centrale Bank - de Stich
ting in staat stellende projecten te on
dersteunen tot f700 000,-, deels bin
nenlands, deels buitenlands.
Zoals gezegd betreft dit het eerste half
jaar. De rekening over 1976 is dus nog
lang niet afgesloten. Van het genoemde
bedrag kwam 55 in het buitenland
fonds en 45 in het binnenland-fonds.
Komen deze middelen nu wel op een
plaats terecht die naar de mening van
de gevers goed en verantwoord is? Deze
In aanwezigheid van fami
lieleden en belangstellen
den, waaronder vertegen
woordigers uit het open
bare leven, heeft op 6 au
gustus jlin zijn woon
plaats 's-Heer Arendskerke,
de begrafenis plaatsgevon
den van de heer D. W. Lin-
denbergh, oud-voorzitter van
de Raad van Toezicht van
de voormalige Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank.
De heer Lindenbergh over
leed op drieënnegentigjarige
leeftijd.
Het overlijden van de heer
Lindenbergh betekent het
heengaan van een man, die
gedurende een lange reeks
van jaren door zeer velen
binnen onze organisatie
werd gekend. Het betekent
het definitieve afscheid van
een man, die ook na het
neerleggen van zijn functies,
nog vele jaren lang blijk
heeft gegeven van zijn be
langstelling voor onze orga
nisatie. Ook op hoge leeftijd
was hij nog aanwezig bij tal
van belangrijke gebeurtenis
sen, daartoe in staat gesteld
door een goede gezondheid
en een grote vitaliteit. Tot
voor enkele jaren nog be
zocht hij als gast de jaarlijk
se Algemene Vergadering
van de Centrale Bank.
In 1916 behoorde de heer
Lindenbergh tot de oprich
ters van de Boerenleenbank
's-Heer Arendskerke, waar
van hij gedurende vijfen
veertig jaar bestuurslid is
geweest. In die hoedanig
heid heeft hij medegewerkt
aan het tot stand komen van
de fusie met de Boerenleen
bank in Kloetinge, uit welke
beide banken de latere Raif-
feisenbank 'Goes' is ont
staan. Tot 1962 is hij tevens
voorzitter geweest van het
bestuur van de Ring van
Raiffeisenbanken op Noord
en Zuid-Beveland.
Ook buiten onze organisatie
heeft de heer Lindenbergh
vele functies bekleed: zo
was hij onder andere vele
jaren Provinciaal Voedsel-
commissaris voor Zeeland.
In 1930 werd hij gekozen tot
lid van de Raad van Toezicht
van de Coöperatieve Cen
trale Raiffeisen-Bank. Van
1948 tot 1956 bekleedde hij
de functie van voorzitter van
de Raad van Toezicht.
Met name de ouderen bin
nen onze organisatie bewa
ren aan de heer Lindenbergh
vele goede herinneringen.
Hij was een markant be
stuurder, die met grote toe
wijding de veelzijdige capa
citeiten waarover hij be
schikte, heeft ingezet om
het coöperatieve kredietwe
zen te dienen.