voor kleine boeren in indonesië stichting steun door rabobanken UB- eenheden 58 215 45 44 362 t£r mMm Dr. D. Wind Van de tientallen projecten waaraan SSR steun geeft, is dat van Yayasan So- sial Tani Membangun in Indonesië zeker een beschrijving waard. Het betreft project no. 75/109, een rou lerend kredietfonds voor kleine boe ren in Indonesië, waarvoor in 1976 f50 000,- is gevoteerd en f50 000, in 1977 zal worden uitgetrokken. Yayasan Sosial Tani Membangun De Stichting voor sociale positieverbete ring van de boer, zoals deze organisatie heet, is als een werkmaatschappij voort gekomen uit de Pantjasila Boerenbond Zij richt zich geheel op de economische en sociale verbetering van de boer, met toepassing van de 'usaha bersama' ge dachte, de onderlinge samenwerking. Deze gedachte wordt in praktijk ge bracht door middel van het onder toe zicht van genoemde stichting staande centrum voor de bevordering van het coöperatiewezen onder leiding van drs. Bambang Ismawan. Werkwijze Op het platteland vormt men de UB- eenheden (usaha bersama), eenvoudige samenwerkingsvormen, zoveel mogelijk aansluitend bij de traditionele gebrui ken. Het aantal deelnemers per UB- eenheid is 20 tot 50. De officiële erkenning van een samen- werkingseenheid wordt vastgelegd in een soort akte, waarin behalve de rech ten en plichten van de deelnemers, veel aandacht wordt besteed aan de karakter-eisen waaraan de aspirantle- provincie Oost-Java Midden-Java West-Java Lampung aantal leden 2 537 7 461 2 218 850 13 066 lokale coör dinatoren 8 28 4 5 45 provinciale coördinatoren 2 1 1 1 Sparen en kredietverlening De activiteiten richten zich in de eerste plaats op sparen en kredietverlening, zo wel in geld als in natura (rijst wordt ge spaard). Daarnaast staan produktiepro- jecten (landbouw) op het programma, en sinds kort ook huisvlijt en dorpswin keltjes (warongs). De leden zijn prak tisch allen mensen die gemiddeld 0,7 of minder ha land bezitten of het zijn grondbezitlozen, die zich door middel van huisnijverheid in gezinsverband in leven houden. De leden zijn verplicht te sparen (in geld of natura). Aan het einde van het boekjaar is de in leg opvorderbaar met 1 rente per maand. Naast de verplichte besparingen den moeten voldoen. Zo mogen zij bij voorbeeld niet bekend staan als ver kwisters, dobbelaars of afpersers. De leiding wordt uit eigen kring geko zen, hetgeen heel belangrijk is voor het verantwoordelijkheidsbesef. Van 'bo- ven-af' worden adviezen en voorlichting gegeven. Minimaal vijf samenwerkingseenheden kunnen een 'lokale coördinatie-eenheid' oprichten, samengesteld uit vertegen woordigers van de eenheden, aangevuld met personen die door de centrale lei ding daarvoor zijn aangezocht. De be doeling is tot een coördinatie in de be langenbehartiging te komen. Een derde trap vormen de 'provinciale coördinatieteams', waarvan de leden gekozen zijn uit de lokale eenheden. De provinciale teams hebben een gesalari eerde kracht in dienst, een secretaris. Zijn taak is uitvoering te geven aan con trole en integratie van de werkzaamhe den onder verantwoordelijkheid van het team. De provinciale teams staan onder centrale leiding. Ultimo 1975 was de organisatie als in onderstaande tabel opgebouwd: - - V9"- «V. zijn er vrijwillige besparingen. Het stre ven is er op gericht dat te bevorderen. Het gemiddeld spaarbedrag (verplichte plus vrijwillige inleg) is met ongeveer Rp. 5 000 per actief lid nog erg laag; bij na f 35,-. Wat de kredietverstrekking betreft mag de UB-eenheid aanvragen tot Rp. 25000 zelf afhandelen. Door te geringe eigen kredietcapaciteit moet de eenheid als regel bij de centrale eenheid aankloppen om aanvullende middelen. Kredieten boven Rp. 25 000 en tot een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 36