nasleep van
de droogte
De droogte heeft de afgelopen
zomer de landbouw aanhou
dend geteisterd. Eind juli was
er een kleine adempauze,
maar toen het er op leek dat
de pompen weer van het land
konden, kwam er weer een
einde aan de enkele regen
buien. Tot ver in het najaar en
wellicht nog tot volgend jaar
zullen de gevolgen van deze
droogteperiode merkbaar zijn.
Drs. M. L. de Heer
Door de positie waarin onze economie zich bevindt,
kreeg de droogte niet alleen aandacht van degenen die
met het lot van de getroffen veehouders begaan zijn.
De loonmaatregel welke de regering vlak voor de
vakantie trof, was gebaseerd op de verwachting van
een niet te sterk stijgend peil van de kosten van levens
onderhoud. Toen begin augustus de vakbondsleiders
van vakantie terugkeerden zagen zij dat de prijzen van
enkele groenten sterk in prijs waren gestegen. Dit was
mede een gevolg van de droogte waardoor vooral de
produktie in de afzetgebieden van het buitenland terug
liep en het prijspeil aantrok. Ook voor consumptieaard
appelen leken sterke prijsverhogingen in het verschiet;
een herhaling van de hoge prijzen van afgelopen winter
werd gevreesd.
Industriebond
De voorzitter van de Industriebond van het NW, de
heer Groenevelt, mat zijn zorg over de prijsstijging
breed uit voor televisie, radio en pers. Van de overheid
verlangde hij dat de prijsstijgingen ongedaan zouden
worden gemaakt. Dat hiertoe geen middelen aanwezig
zouden zijn wenste hij niet te accepteren. Maximum
prijzen, exportverbod, het verbieden van wat hij noem
de het voortijdig rooien van aardappelen, waren vol
gens deze vakbondsleider middelen welke toepasbaar
zijn.
Hoewel de heer Groenevelt zijn pijlen op de land- en
tuinbouw richtte, was het vooral de loonmaatregel wel
ke de loonstijging aan banden legt die hem dwars zat.
Zou aan de prijsstijgingen geen einde komen dan zou
een aanpassing van de lonen, of een uitkering ineens
de logische consequentie zijn. Via de band van de land
bouw kwam zijn biljartbal zo in het loonzakje terecht.
Een collega van de heer Groenevelt, namelijk de voor
zitter van de Voedingsbond van het NW, de heer
Schelling, probeerde hem weer in het goede spoor te
brengen. Maximumprijzen voor tuinbouwprodukten en
ook voor aardappelen, zouden alleen denkbaar zijn
wanneer er ook minimumprijzen zouden worden vast
gesteld, zo bracht de heer Schelling naar voren. Op dit
moment leken maximumprijzen wel aantrekkelijk, maar
in een stelsel van maximum- en minimumprijzen zou de
consument op de lange duur wel eens onvoordeliger uit
kunnen zijn.
Exportverbod
Over een exportverbod werd buiten de agrarische krin
gen nogal lichtvaardig gesproken. Vergeten werd dat
de Nederlandse land- en tuinbouw ongeveer voor de
helft bestaat dank zij de klandizie in de omringende lan
den. Het gaat niet aan om deze consumenten uit te
sluiten wanneer in ons land het prijspeil hoger wordt.
In de Europese Gemeenschap is het sluiten van de
grens uiteraard verboden. Bij deze stelregel heeft ons
land een zeer groot belang omdat het door de grote ex
port zeer kwetsbaar is.
Tijdens de droogte kwam het bericht dat de aanvoer
van voedermiddelen uit andere EEG-landen werd be
lemmerd. Dit veroorzaakte enige opschudding omdat
daarmee niet alleen een voorzieningsbron voor de vee
houderij in gevaar kwam maar ook omdat degenen die
over een exportstop voor groenten en aardappelen
spraken, de wind in de zeilen leken te krijgen.
Het bleek echter al spoedig dat het hier alleen om een
gerucht ging. De verklaring ervan was, dat de Raad van
de EG vlak voor de vakantie het besluit had genomen
om de export van hooi en stro naar niet EG-landen te
verbieden. Dit besluit, dat erop gericht is om de voor
ziening in de Gemeenschap te verruimen, kon alleen
uitgevoerd worden wanneer voor exporthandel een
systeem van vergunningen werd ingevoerd. De formu
lieren die daarvoor nodig waren, werden door de han
del met argwaan bekeken omdat dergelijke invuloefe
ningen meestal vertragingen betekenen welke spoedi
ge transacties bemoeilijken en soms zelfs onmogelijk
kunnen maken. Op grond van deze vrees sloeg de Ne
derlandse fouragehandel alarm. In de praktijk was er
echter geen sprake van ernstige vertragingen in de
handel tussen de EG-landen onderling.
Ook het alarm dat op het prijzenfront werd geslagen,
bleek te vroeg te zijn: of het om loos alarm ging, kan
pas worden uitgemaakt wanneer het winter is. Voor de
regering was er in ieder geval geen reden om extra be
zorgd te zijn. De prijzen van sla en andijvie, welke als
voorbeeld dienden voor degenen die meenden dat de
prijzen de pan uitkwamen, zouden onder invloed van
een betrekkelijk snel toenemende produktie weer da
len. En ondanks het feit dat de voorzitter van het Pro-
duktschap voor Groenten en Fruit voor enige opschud
ding zorgde door aan te kondigen dat het pakket van
tuinbouwprodukten de gehele winter duur zal blijven,
koos het kabinet de wijste weg. Het besloot dat eerst
maar rustig afgewacht moet worden hoe het in werke
lijkheid uitpakt.
Veehouders helpen
Degenen die in de landbouw door de droogte het
meest getroffen werden, konden uiteraard maar weinig