personeelbeleid: aanpassing of emancipatie van mensen? Eigenlijk is het overbodig het belang van het personeelbeleid nog eens extra te onderstrepen aan het begin van dit artikel. Immers, voor een ieder die in een bedrijf werkt, is het zonder meer duidelijk dat het personeelbeleid erg belangrijk is. Het gaat om allerlei regelingen (pensioen, vakantie, promotie enz.) en voor al ook om de manier waarop men met elkaar omgaat. Wat wordt er gedaan aan de sfeer en de wijze van leiding geven? En niet in de laatste plaats: zijn er goede arbeidsvoorwaarden en is er zekerheid van werk? Het belang van het personeelbeleid Het belang van het personeelbeleid wordt tegenwoordig ook op het hoogste (politieke) niveau in onze samenleving goed ingezien. Ik denk nu aan de over heid. De Minister van Sociale Zaken heeft eind 1974 aan de SER advies ge vraagd over het personeelbeleid. De kernvraag hierbij was, of het wenselijk is dat de overheid wettelijke maatregelen neemt voor de inrichting en taakstelling van de sociale dienst (de personeelafde- ling) in de bedrijven, zoals dat al eerder is gebeurd voor de medische dienst in de bedrijven. De minister heeft met deze adviesaanvrage duidelijk willen aange ven, dat hij een goea personeelbeleid van wezenlijk belang acht voor goede arbeidsverhoudingen en het plezier in het werk. In dit artikel wil ik een aantal facetten van het personeelbeleid nader belichten. Over het belang ervan hoef ik niets meer te zeggen. Ik wil wat dieper ingaan op de ontwikkeling van dit beleid, omdat die ontwikkeling naar mijn mening erg leerzaam is. Ik wil ook wat dieper ingaan op de problemen, die er thans aan de orde zijn. Problemen, die erg veel te ma ken hebben met de manier waarop men tegen de werkende mens en tegen het bedrijf aankijkt. Welke kant zal het per soneelbeleid opgaan? Een stukje geschiedenis Ik heb een overzicht gemaakt van de ge schiedenis van het personeelbeleid in bijgaand schema. We onderscheiden meestal een aantal fasen of scholen. Het is goed bij voor baat op te merken, dat men deze fasen Prof. dr. H. J. van Zuthem Prof. Van Zuthem, geboren in 1929, is bekend door zijn publikaties op het ge bied van sociaal beleid, industriële de mocratie, vakbeweging en arbeid. Na aanvankelijk - sinds 1964 - hoogle raar geweest te zijn aan de Vrije Univer siteit in Amsterdam, is hij - sinds 1974 - hoogleraar aan de Technische Hoge school Twente, waar hij economische sociologie en bedrijfssociologie doceert. Een tiental jaren, tot 1966, is prof. Van Zuthem werkzaam geweest in de socia le sector van het bedrijfsleven (AKU). of scholen niet moet zien als pure ge schiedenis. Daarom staat er in het sche ma voor de jaartallen ook 'vanaf. Dit be tekent, dat er ook in onze tijd nog allerlei paternalistische verschijnselen voorko men (al is het paternalisme thans niet kenmerkend meer). Ook 'scientific ma nagement' (wetenschappelijke bedrijfs voering) en 'human relations' (verzorgen van goede menselijke verhoudingen) ko men in onze tijd nog voor en veelvuldi- ger dan menigeen denkt. Het is ook niet de bedoeling het schema zo te lezen, dat bijvoorbeeld het pater- j nalisme 'slecht' en bijvoorbeeld het revi- j sionisme 'goed' zou zijn. Het is beter elke fase te zien als een poging in een bepaalde tijd of onder bepaalde omstan- i digheden antwoord te geven op de pro- blemen van mens en arbeid. Daarbij worden in elke tijd en onder alle om standigheden fouten gemaakt. Ik geef eerst een korte toelichting op elke fase of school. Paternalisme De kerngedachte van het paternalisme is, dat de leiding van het bedrijf uitmaakt wat goed is voor 'zijn' mensen. Die men sen zelf worden als onmondig gezien; zij weten weinig en hebben vaak ook wei nig ambities. Dit betekent niet, dat werknemers onbelangrijk zijn. Integen deel, aan het eind van de vorige eeuw ging men inzien dat ook werknemers recht hebben op een goede behande ling. Naast deze menslievende overwe gingen waren er ook zakelijke. Mensen vormen een belangrijke kostenfactor. Heel nadrukkelijk kwam dit naar voren in de volgende fase. Scientific management Deze aanpak kwam overgewaaid uit de Verenigde Staten, vooral onder invloed van de bedrijfsingenieur Taylor. In zijn tijd (vooral omstreeks de eeuwwisse ling) werd er vaak slecht gewerkt. Veel tijdverlies, slechte werkmethoden, veel materiaalverlies enz. Taylor zocht de oorzaak vooral in de visie op de werken de mens. Naar zijn mening moest men de mens veel positiever benaderen. Niet als onmondigen, maar als mensen die heel goed weten wat hun belangen zijn. De 'economische mens' ontstond, het geen wil zeggen dat men uitging van de gedachte dat mensen hard en goed wer ken als zij goed worden betaald. Van daar de grote aandacht die toen ont stond voor beloningssystemen. Men wilde het verband tussen prestatie en beloning zo duidelijk mogelijk leggen, zodat de mensen konden ervaren dat I hard werken meer loon opleverde. He- laas heeft men vaak vergeten, wat Tay- lor zelf zeer nadrukkelijk voorstond, nl. j deze beloningssystemen niet op zichzelf te laten staan maar ook aandacht te schenken aan het overleg en de wijze van leiding geven. De human relations beweging Ook deze fase vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten en dient gezien te worden ook weer als een reactie op de vorige. In de praktijk bleek namelijk, dat lang niet alle werknemers gehoorzaam

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 16