met het rapport goed bevallen is. Er is woord visie wordt gebruikt: visie op de ontwikkelingen in algemene zin, visie op hetgeen kan bijdragen tot het goed functioneren van de organisatie als geheel en visie op hetgeen voor de eigen bank nodig is om zinvol te opereren. Een drieledige visie, die door overleg en samenwerking moet tot stand komen. En daar zijn we nu bij de gedachte van een beleidsplan aangeland. Beleidsplan is op zichzelf een kleurloos woord. Kon de vroegere term 'geïntegreerd organisatiebeleid' (een term die we gauw moeten vergeten) alleen al door de klank sommige stekels doen opzetten, dat is van 'beleidsplan' met geen mogelijkheid te verwachten. Immers iedereen is voor een beleid, iedereen ziet ook in dat het als je samen in een organisatie zit goed is om samen een plan op te zetten en je aan dat plan te houden. Alleen willen we dan wel allemaal weten, wat zo'n plan inhoudt, hoe het tot stand komt en vooral ook of wij er van tevoren in gekend worden, zodat we er ons zegje over kunnen doen. Dit is, bewust in huis-tuin-en-keuken- woorden uitgedrukt, waarde hele zaak om draaitEn ik kan er dadelijk bij zeggen, dat naar mijn mening al deze dingen in het rapport heel goed tot hun recht komen. Juist hier zullen velen de toon en de aanpak vinden, die zij in het vorige rapport graag hadden gewenst. De commissie zelf attendeert al op de andere hoek van waaruit zij dat gemeenschappelijk beleid is gaan bezien. Zij erkent, dat zij voorheen dat beleidsplan in hoge mate als een activiteit van de Centrale Bank heeft aangemerkt. Van die gedachte is zij teruggekomen: niet alleen Centrale Bank doch alle delen van de organisatie, dus ook met name iedere aangesloten bank afzonderlijk, moeten bij de totstandkoming van het plan worden betrokken! Hoe die nieuwe opzet in zijn werk gaat lezen we in hoofdstuk twee. Overal blijkt, dat de commissie zeer gewetensvol gezocht heeft naar een methode, die alle geledingen van onze organisatie aan de totstandkoming van het plan laat deel hebben. Toch is die zorg van de commissie voor een goede procedure zeer terecht, want als je de aard van onze banken wilt behouden, is dat een essentieel punt. Ik heb er bewondering voor, dat de commissie zo'n methode gevonden heeft en er in slaagt ons die helder te laten zien. Ook hier blijkt als we het even op ons in hebben laten werken, eenvoud het kenmerk van het ware te zijn. Dat beseffen we, als we bedenken, dat we met onze huidige organen en geheel in de lijn van onze 'gewone' overlegprocedure van kringen en CKV deze zaak onder de knie krijgen. Er hoeft 10 augustus: de Structuurcommissie in haar laatste bijeenkomst vóór het nieu we rapport. geen nieuwe instantie of orgaan voor 'gecreëerd' te worden. Een enorme verrijking vergeleken bij het vorige rapport is, dat er nu als bijlage een 'proeve van een beleidsplan' toegevoegd wordt. Daar kan men naar hartelust zijn tanden inzetten om haast tastbaar, concreet te ervaren hoe het zou kunnen worden met zo'n plan. Let wel: zou kunnen! Het rapport doet haast ontroerend veel moeite om toch maar goed duidelijk te maken, dat het alleen maar een voorbeeld is, dat laat zien hoe je langs heel serieuze weg tot een plan kunt komen. Wie desondanks nog geneigd is te vergeten, dat het enkel gaat om een proef, die als illustratie van de ontwikkelde gedachtengang dient, moge in ieder geval goed in zijn oren knopen, dat de proeve volgens het rapport onvolkomen is. Niet alleen omdat het de eerste proeve is, maar ook, omdat ze alleen op centraal niveau is voorbereid, zonder dat de brede organisatie ertoe heeft bijgedragen. Vermoedelijk onbewust is met dit laatste een van de meest typerende dingen van het rapport gezegd! Ook overigens wordt de gedachte van een beleidsplan en de proeve daarvan met veel zorg omgeven. De commissie is kennelijk huiverig voor misverstanden en gaat behoedzaam haar weg om te voorkomen dat zij zelf daartoe aanleiding geeft. Zij waarschuwt ertegen in zo'n plan een tovermiddel te zien en te denken, dat als het eenmaal aanvaard is, de werkelijkheid zich wel aan het plan zal aanpassen. Wie dat denkt, wacht onvermijdelijk een teleurstelling. Het plan is bedoeld als toetssteen voor ons beleid. Dat houvast hebben we nodig, maar meer dan toetssteen mogen we er niet in zien. Net als voorheen, zullen we het zelf moeten maken, met onze mogelijkheden en moeilijkheden in de realiteit van alle dag. Ik heb inmiddels al wel duidelijk laten merken, dat mij de eerste kennismaking geen enkele reden om op het vorige rapport af te geven, ook dat was een knap stuk werk en is zelfs baanbrekend geweest, maar de tweede versie heeft nou net dat plus, dat het rapport in hoofdlijnen niet alleen aanvaardbaar, maar echt welkom maakt. Ik ben benieuwd of de organisatie er staks ook zo over zal denken! Zo'n welkom zal in dit geval geen zelfoverwinning kosten. Het wordt gemakkelijk gemaakt, wanneer je ziet op welke punten duidelijk rekening is gehouden met hetgeen in de vorige behandeling is naar voren gekomen. Eigenlijk is de hele toon van het rapport daarvan doordrenkt. En om het eens plastisch te zeggen: de zweep is thuis gelaten. Ik bedoel daarmee, dat in de eerste versie een aanvullende statutaire bevoegdheid voor de Centrale Bank nodig werd geacht om dat 'geïntegreerde beleid' ten uitvoer te brengen. Al heeft niemand het zo gezegd, gedacht is het vast: daar gaat de centrale zweep over onze lokale autonomie. Die zweep (die overigens helemaal geen zweep is) is in ieder geval verdwenen. Een beleidsplan blijkt bij nader inzien best zonder grotere bevoegdheden van de Centrale Bank uitgevoerd te kunnen worden. Onze huidige overlegpraktijk en statutaire structuur bieden de vertrouwde instrumenten, die er tegen opgewassen zijn. Zonder aarzeling zeg ik thans, dat dit herboren rapport in onze organisatie de gewenste klik zal doen horen. Dat zal nog heel wat tijd en overleg vergen, maar het zit er m.i. beslist in! Ik loop er niet verder op vooruit, maar het zal een heel belangrijke stap zijn, waarvan we op alle onderdelen van ons bedrijf in de toekomst het effect zullen merken. Dat was de bedoeling ook toen we die commissie ingesteld hebben. JRH £1

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 15