schouwspel bood, met het glanzende en zingende pampagras, met hekken en verlatenheid - zo werden we begroet door het schapenland van Patagonië. De volgende dag een urenlange autorit over stoffige landwegen - later was er jong weidegroen en zelfs weer bomen, lage schuren en een witgeverfd houten huis - zo zag ik de estancia Punta Ban dera. Senor Carlos was van ons bezoek op de hoogte gesteld. Hij had al voorbe reidingen getroffen voor de ontvangst van de bezoekers: twee jonge schapen had hij geslacht en buiten boven een uit- gloeiend houtskoolvuur gebraden. In de kelder wachtte de heerlijke wijn uit Mendoza op de gasten, die voor de 'As- reldmarkt daalden de wolprijzen het laatste jaar voortdurend en ook de hui den vertoonden dezelfde tendens, zo vertelde hij ons. Ik ging alleen op pad en beklom de berg achter de estancia. Na een uur nam ik rust, omgeven door de diepste stilte en eenzaamheid. Diep onder mij lag nu de estancia en dunne rook steeg op van de 'assado' be neden in de open lucht. Drie, vier armen van het meer verdwenen roerloos in de dalen van de Andes. Daarachter glans den in het westen de gletsjerbergen van het Cervantesgebergte. Aan het hek naast mij hingen schapehuiden te dro gen, tien, twintig, veel meer nog. Het bloed aan de binnenkant was nog maar net opgedroogd. De geheel kiemvrije lucht van Patagonië verhindert dat de nog natte huiden ver rotten of vergaan. De grond voor het hek lag bezaaid met kapot gerukte schape- botten. Hier zorgt de natuur nog zelf voor haar schoonmaak. Als niet des nachts de zorros, de vossen, komen, drogen de botten spoedig tot bleke ske letten uit. Daarna groeit weer het zilver en ruisende pampagras er overheen. Het schemert als ik weer beneden aan kom. Vlakbij het meer duiken de zwarte contouren op van een paard dat ook naar huis terugkeert. Een condor vliegt sado', het schapenvleesmaal, naar de estancia waren gekomen. 'Zo, jullie hebben me zelfs in deze uit hoek van Patagonië weten te vinden,' met die woorden in onze eigen taal be groette ons de krachtige schapenfokker, die minstens honderd kilo woog. Ja, hij bleek Duits te spreken. 'Alhoewel ik het maar zelden gebruiken kan,' zei hij. Hij nodigde ons uit te gaan zitten op boom stronken en sneed boven het vuur heer lijk geurende stukken vlees voor ons af. 'Kiest u maar uit, Senores,' zei hij uitno digend. Klein bedrijf van 20 000 ha Ik keek om mij heen: 'Waar zijn de scha pen?' Senor Carlos wees op een berg rug. 'Daarginds is nu in de nazomer de bodem nog vochtiger dan hier en het schapenscheren begint pas over een paar weken. Dan komen ze allemaal te rug op de estancia.' 'Hoeveel stuks gra zen er nu op uw weiden?' wilde ik we ten. Hij maakt een raming: 'Het zullen er rond de 15 000 zijn, zo precies weet ik dat niet.' 'En hoe groot is de estancia Punta Bandera, Senor Carlos?' Hij haal de zijn schouders op. 'Punta Bandera is een van de kleinste estancia's, een fami liebedrijf. Bij het kadaster staat 20 000 hectare ingeschreven. Het zou wel mooi zijn nog meer land te hebben, maar bij de huidige wolprijzen heb ik geen nei ging om groter te worden.' Op de we- Links: Patagonische eenzaamheid aan de voet van de Andes. rechtsboven: Zo wordt het schapen vlees gebraden op de Estancia van Carlos Reiber. Een jonge schaapherder neemt vast een slokje uit een bombilla, een leren wijnfles, rechtsonder: Honderden schapenhuiden hangen na het slachten in de koele, kiemvrije lucht te drogen. De poten liggen er ook nog. met zijn metersbrede vleugels gespreid op van een lage boom voor mij. Boven bij het schapenhek blaft een hond. Ik stap de kleine lichtcirkel in, die elke avond door een hakkepofferige oliemo tor uit het elektrische stroomaggregaat wordt getoverd. Vijftienduizend kilometer ver van Europa staar ik in de fonkelende sterrennacht van Patagonië.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1976 | | pagina 33